De grote verleiding IETS OVER TABAK Twee in één r -ik/s) m SNEEUWKLOKjES - LENTEKLOKJES Een zeldzame vlinder DAT KOMT VAN! 4 Een vorst die zich liet verzekeren W sr 'r door Jan van Leeuwen. Peter was. na schooltijd'weer langs „Elck wat wils" gelopen. En weer had hy naar ■die prachtige verfdoos gekeken. Er lagen heel veel mooie dmgen in de winkel, maar Peter had alleen maar ogen voor de verf doos. Wat zou hy die goed kunnen gebrui ken. Hy had juist een paar nieuwe dmgen voor zyn kamer gemaakt met de figuur zaag en hy had er al over nagedacht, hoe hy" ze moest verven. Alleen jammer, dat hij byna geen verf meer had en de paar tube- tjes, die er nog waren, kon hy met meer gebruiken, omdat de verf erin oud en hard was geworden. En juist toen had hy die prachtige verfdoos gezien. Als hy geld ge noeg had in zyn spaarpot, moest hy die doos eigenlyk maar kopen. Hy had op zyn verjaardag ook nog wat gekregen en vader had toen gezegd: .Als je nu iets ziet, dat je héél graag wilt hebben, moet je dat maar kopen." Maar tot nu toe waren er zoveel dmgen geweest, die hy graag wilde heb ben, dat Peter nog niet had kunnen be sluiten, wat hy zou kopen. En nu opeens wist hy het: „Die verfdoos kon hij beter gebruiken dan iets anders en dat zou vader ook vast leuk vinden." Hoeveel er in de spaarpot zat. Hy liep vlug door om thuis zyn geld na te kunnen tellen. Hy zou er niet ver vanaf zyn, misschien had hij zelfs nog wel geld teveel, want hy" had de laatste tijd telkens een cent of een paar centen in de'spaarpot gedaan. Met het geld van zijn verjaardag erbij had hij nu vast al wel 1 gulden 60 cent, want zoveel kostte de verfdoos. Maar toen hij thuiskwam en zyn spaar pot open deed, viel de inhoud lelyk tegen. Hy telde het twee keer over en zag toen, dat hy nog maar 1 gulden en 15 cent had. Dus 45 cent te weinig' En dat terwijl hy geddat hn geld teveel had! By den schoenmaker. By den schoenmaker gaf hy de schoenen af en vroeg of het paar van gisteren al klaar was. Ja, het was klaar, hy kon ze meenemen. „Hoeveel kost dat"? „1 gul den 10", zei de schoenmaker, haalde geld uit zyn zak en drukte het Peter in de hand. Even later stond Peter weer op straat, met de schoenen, die gemaakt waren. Peter Peter was mcitei i.i een heel slecht hu meur door die tegenslag. Hy had er al zo op gerekend, dat hy die verfdoos "kon gaan kopen. Hy telde het geld nog wel drie keer over, maar dat hielp allemaal niets. Al zou hij het twintig keer tellen, er zaten maar 1 gulden en 15 cent in de spaarpot Nu moest hy nog een flinke tyd wachten, voor hy de verfdoos kon kopen en al die tyd moesten de dingen voor zyn kamer blijven liggen. Een uurtje later riep moeder hem. „Hier Peter, breng jy deze schoenen even naar den schoenmaker en haal dan meteen het paar terug, dat je gisteren hebt gebracht. Hieronder moet hy nieuwe hakken zetten. Ik denk, dat de zolen weer 1 gulden 10 kosten, net als de vorige keer. Ga maar gauw en pas op, dat je het geld niet ver liest want ik heb niet anders dan twee gulden." Peter ging met de schoenen onder zijn arm de deur uit. De schoenmaker woonde pan het eind van het dorp en hij moest eerst weer langs „Elck wat wils". Hij bleef weer voor de etalage staan en keek naar de verfdoos. Wat was het toch jammer, dat hij hem nu nog niet kon kopen. Tegen de tijd, dat hij die 45 cent erbij had gekregen, was de verfdoos misschien al verkocht Dat zou wel heel erg zijn. Hij had zich nu al zoveel van de nieuwe verfdoos voorgesteld. Hij keek eens naar de twee gulden, die moeder hem had meegegeven. Moeder had gezegd, dat de zolen maar 1 gulden en 10 cent zouden kosten, dus hy had 90 cent te veel Maar nee, wat moest hij met dat geld doen! Hij moest nu maar eerst gauw naar den schoenmaker gaan. keek naar het geld, dat hij van den schoen maker had teruggekregen en toen zag hy ineens, dat hy teveel geld had. De schoen maker had zich zeker vergist Hy had 1 gulden en 10 cent teruggegeven inpiaats van -dat bedrag van de twee gulden af te houden en 90 cent terug te geven. Dat was zeker m de haast gebeurd. Nu had hy dus 20 cent teveel by zich. Hij wilda al omkeren en het geld terug brengen, toen hy opeens aan de verfdoos dacht. 20 cent. Als hy die 20 cent nu eens stilletjes in zyn spaarpot stopte, zou me mand er iets van merken en dan hoefde hy nog maar 25 cent erbij te verdienen, voor hy de verfdoos kon kopen. Peter kreeg er een kleur van. 25 cent, dat was niet zo moeilijk by eikaar te krij gen, ais hy een paar boodschappen -voor moeder deed en als hy de tuin opknapte voor vader. Dan kon hy toch nog gauw de verfdoos kopen. Maar ergens diep m hem zei een stem, dat het heel lelyk was, wat hy wilde doen. Maar het was zo erg verleidelijk! Hy stond nog steeds op dezelfde plaats, midden m de straat en hy keek naar het geld in zyn hand. Maar toen opeens zette hy het op een lopen en holde terug naar den schoenmaker. Dat wilde hy met, hy wilde met iets kopen van geld, waar hy op een oneerlijke manier aan was gekomen. Hy zou er altijd aan moeten denken, als hy de verfdoos gebruikte en dan zou hy er ook nooit plezier van hebben. Hy wilde met oneerlijk zijn, dan kocht hy nog maar geen verfdoos, dan wachtte hy nog maar even. Hijgend kwam hy by den schoenmaker binnenvallen. „U hebt.u hebt me teveel geld teruggegeven", zei hij vlug. „Ik hoef maar 90 cent terug te hebben!" Wat de schoenmaker zet Nu zag de schoenmaker het ook. „Ja, jongen, je hebt gelijk", zei hij. „Dank je wel, dat je het komt terug brengen. Ik heb me vergist. Zorg, dat je zo blijft, m'n jon gen, dan zal je een flinke vent worden la ter." Peter had nog steeds een kleur en hij wilde alweer uit de winkel gaan, toen de schoenmaker hem terug riep en hem iets m de hand stopte. „Hier, neem dat maar mee." Toen Peter weer buiten stond, zag hij, dat de schoenmaker hem een dubbeltje had gegeven. Nu schaamde hy zich nog meer. dat hij byna had gestolen, want het was precies hetzelfde geweest, als wanneer hij het geld had gestolen. Gelukkig, dat hy het niet had gedaan! Hij was daar toch te eer lijk voor. Hij wilde nooit in zijn leven iets oneerlijks doen. Hy zou proberen om later een flinke vent te worden, zoals de schoen maker had gezegd. En fluitend kwam Peter thuis. Hij gaf zijn moeder eens een flinke zoen en gmg toen zingend naar zyn kamertje om te wer ken. Moeder keek hem lachend na. „Hoe komt die jongen opeens zo vrolijk", dacht ze en even later merkte ze, dat haar zoon haar met zijn vrolijkheid had aangestoken en dat ze zelf ook aan het neuriën was. Een Indiaan in strijd met liehaeU, Op een keer kwam een Indiaan in een kamp van blanke mannen en nadat hij eni ge tyd met één van hen had gepraat, vroeg hy' of de blanke hem misschien wat tabak kon geven, omdat zyn eigen tabak op was. De blanke voldeed aan het verzoek en gaf hem tabak. Een paar dagen later kwam, de Indiaan weer terug in het kamp van de blanken en vroeg of hy den man mocht spreken, die hem tabak had gegeven. „Wat wil je dan van hem?" vroeg een van de anderen. „Hy heeft me tabak gegeven, maar er zat geld in", antwoordde de Indiaan. „Nou man, wees bly", antwoordde de blanke nu. Dat is toch een buitenkansje voor je. Je hebt het toch gekregen, dus nu is het geld van jou!" De Indiaan schudde zyn hoofd. Hy wees op zyn borst en zei: „Er zitten twee man nen binnen in me. De een is goed en de ander is slecht. Die twee mam en hebben ruzie met elkaar. De goede i zegt: dat geld is niet van jou, je moet hci. terugbren gen en de slechte man zegt: je bent mal, je hebt het geld gekregen, want je hebt de tabak gekregen, je moet het houden en brandewijn kopen. Maar nu weet ik niet, wat ik moet doen. Als ik wil slapen, kan ik niet slapen, want de hele nacht blijven de goede en de slechte man tegen elkaar vechten en houden my wakker. Ik kan geen oog dicht doen. De slechte man stookt me op en de goede man probeert me tegen te houden. Zo kan ik toch geen rust vinden en daarom ben ik nu weer hier gekomen. In wil dien man weer zien en hem het geld terug geven, dan is het tenminste weer stil binnen m me!" Toen riepen de blanken hun vriend en de Indiaan gaf hem het geld, dat hy ge vonden had, terug. Maar de blanke zei: „Nu de goede man heeft overwonnen, moet hy daarvoor ook beloond worden. Neem het geld maar weer mee. Nu kryg je het wer kelijk en mag je ervoor kopen, wat je wilt!" Het is natuurlijk bekend genoeg, dat er mensen zyn, die vlinders verzamelen en opprikken. Jullie hebben allemaal wel eens gehoord van Prikkebeen, die met een schepnetje achter de vlinders aanliep. Nu zullen er wel niet veel als Prikkebeen zijn, maar er zyn er "toch wel veel, die vlinders verzamelen. De meeste verzamelaars doen dat voor onderzoekingen. Het is natuurlijk heel iets anders, wanneer iemand mooie vlinders verzamelt, omdat hij er onderzoe kingen mee wil doen, dan wanneer iemand zomaar zonder bepaald doel, vlinders vangt en ze opprikt, alleen omdat hy ze mooi vindt. Voor de vlinderverzamelaars van de hele wereld is de „Zwarte Zwaluwstaart" een grote bijzonderheid, net als de blauwe Mau- ritiuszegel voor de postzegelverzamelaars. In het geheel bestaan er nog maar 7 exem plaren van deze vlinder, waarvan er één zich bevindt in het Zoologisch museum van de universiteit .van Berlijn, Deze vlinder zien jullie hier afgebeeld. Boven is de ge wone zwaluwstaart en onder de zwarte. Katies I 1* w Een levensverzekeringmaatschappij Zuid-Afrika vertelde, dat de negers er meer en meer toe komen om zich te laten verzekeren. Vooral zijn het natuurlijk de rijke negers, die dat doen. Daarbij kwam de maatschappy voor de meest wonderly ke gevallen te staan. Zo was er een negervorst, die zich liet verzekeren. Hy had met de maatschappij overeengekomen, dat hij voor die verzeke ring 5000 pond sterling zou betalen. Ze spraken ook een bepaalde manier af om het geld te betalen. De negervorst zou namelijk een aantal aandelen van een grote goud mijn op naam van de maatschappij .zetten, Maar na enige tijd scheen hij toch niet veel voor deze manier van betalen te voélen en hij zond een afgezant naar de verzekering- maatschappij om een ander voorstel te doen. De vorst gaf de maatschappy16 vrouwen en wilde op deze manier zijn schuld afbetalen. Toen de verzekeringmaat schappij antwoordde, dat negervrouwen geen middel van betalen waren, zei de vorst, dat 1 vrouw.... 10 ossen waard was en dat 16 vrouwen dus gelijk waren aan 160 ossen. Het was dus zelfs heel voordelig voor de maatschappij! Maar jammer genoeg voor den vorst, wil de de maatschappij dit niet aannemen en moest hjj toch nog de aandelen geven. Hij kon zich niet indenken, dat bij ons nooit vrouwen verkocht kunnen worden! Natuurlijk hebben jullie allemaal wel si garen en sigaretten gezien. Jullie vader of qoms roken zeker ook en dat vindt ieder een heel gewoon. Natuurlijk moeten jonge mensen niet roken, want dat is helemaal niet goed en de meeste ouders verbieden hun kinderen ook om te roken voor ze een bepaalde leeftijd bereikt hebben. Dat heel goed te begrijpen, want roken kan je meer kwaad doen dan goed, als je nog zo jong bent. Toch is het wel interessant om het een en ander over tabak te horen. Niet velen van jullie zullen weten, dat de tabak door Columbus van Amerika naar Europa werd gebracht. Toen hij in Amerika kwam, zag hij daar mensen, die gedroogde bladeren in een ander gedroogd blad rolden, toen het ene einde aanstaken en aan het andere einde zogen. Ze noemden die bladeren „ta- baccos." Zo leerden de Europeanen het eerst ta bak kennen. Al gauw verbreidde de tabak zich in de vorm van snuiftabak over heel Europa en men meende zelfs, dat er een geneeskrachtige werking van de tabak uit ging, zodat men het zieken aanbeval. Maar tegelijk met de mensen, die enthousiaste rokers werden, kwamen er mensen naar voren, die niets van de tabak wilden we ten en zo ontstond een heftige strijd, die eigenlyk nog steeds voortduurt. Want nog zyn er heel veel mensen, die streng Jegen roken zyn. Maar lang niet altijd was het werkelijk „tabak", wat de mensen rookten. Overal werden surrogaten aangetroffen. Zo is nog steeds het „hennep-roken" in sommige stre ken erg in trek. Dat roken niet alleen een zaak van de laatste eeuwen is, bewyzen vele geschriften, die wij van de antieken over hebben. Zo vertelt de Griekse ge schiedschrijver Herodotus, die omstreeks het jaar 450 voor Christus leefde, ons, dat de Scythen hennepzaden op gloeiende ste nen legden en zich door de geur van die brandende zaden lieten bedwelmen. Een Latijns schrijver vertelt, dat de Thraciërs hetzelfde deden. Ook uit opgravingen van Germaanse gebieden blijkt, dat de hennep daar welbekend was als genotmiddel. Het staat dus wel vast, dat de mensen al lang voor onze tijdrekening iets derge lijks als ons roken kenden en dat zij daar In grote bossen worden de tabaksbladeren te drogen gehangen. plezier in hadden, hoewel pas na de in voering van de Amerikaansche „tabak" het roken werkelijk tot een gewoonte werd ge maakt. Wie de tabakbelasting uitvond. In Italië neemt men tabak wel „Herba di stato" en dat betekent „Kruid van de staat". Die naam is niet zo gek, want de tabak brengt byna alle staten 'heel veel geld op. Degene, die het eerst belasting op de tabak liet heffen, was helemaal geen voorstander van de rooktabak, maar zelfs een groot tegenstander. Het was de Engel se koning Jacob I, die kort na 1600 een belasting op de tabak hief om daardoor te voorkomen, dat het tabaksverbruik zich te snel zou uitbreiden. Maar enige tyd later bleek al, dat de verbreiding van de tabak niet te stoppen was en dat er zelfs heel veel geld binnenkwam door de belasting. En nu kwamen ook anderen op het Idee om geld te verdienen door de tabak. De hertog van Mantua Gorgonza uit Italië was de eerste, die een tabaksmonopolie voor zyn huis stichtte en zo zorgde, dat de ta bakcultuur onder toezicht van zijn'eigen familie kwam te staan. Tegenwoordig zyn er heel veel staten, die een tabaksmonopolie hebben,-, maar toeh zijn er nog steeds veel met een vrije tabakhandel. Het spreekt vanzelf, dat men ging onder zoeken of het voordeliger is om een tabaks belasting en monopolie in een staat te heb ben, dan een vrye tabakhandel. Maar de gegevens van de verschillende staten we ken tot nu toe sterk van elkaar af en zo is men op het idee gekomen om een tabak congres te houden, waar alle landen aan mee kunnen doen. De landen sturen him vertegenwoordigers naar het congres, dat aan het eind van de maand September in Bremen gehouden zal worden. Men zal praten over de kwestie van het tabaksmo nopolie en verder over verschillende vraag stukken van het roken zelf. Het spreekt vanzelf, dat de rockliefhebbers met span ning dit congres tegemoet zien en erg be nieuwd zijn tot welke resultaten men zal komen. door Lies Helgers. Wat zijn dat voor mooie bloemen? Ik heb ze nog nooit gezien! 1 w Zus, zeg, mag ik ermee spelen?,. Zfln het belletjes misschien?,*^-.' Broertje, nee, het zyn sneeuwklokjes, "Wit als sneeuw en o, zo teer! Weet je wat dié klokjes zeggen? Kijk, de lente is er weer! jg" jjMb*.- tjl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 8