I i it li P 1 i fe Het huisdier in Indië m DERDE BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT De Koninklijke Familie m: ifc De hond en het wilde zwijn als lievelings gerechten. Geknoopte kattestaarten niet in de gratie. SiNNENLAND Bescherming van de burger bevolking "li All Is k vfl Fik»'1 i ui Naar de visie, welke men nog wel eens over Indië hoort Verkondigen, zou eigenlijk dé aap ons huisdier móeten zijn._ Ikdoel nu óp den „men", die nog een zeer vaag begrip van Indië heeft en die, wie'er'heen gaan, gewoonlijk bemoedigend1 toespreekt met zooiets als: Zoo, dus gaan jelui ook naar dat „apenland"; en als ,„men". eï iets méér van afweet, waarschuwt bij voor de warmte. Maar- daarmede istoch zijn kennis omtrent Indië, klimaat en natuur lijke historie uitgeput. Het huisdier. In Indië zijn net als in Nederland, onze huisdieren de hond en de kat. Er is ech ter toch wel eenig - vérschil. Het" tropisch klimaat lieeft op" dieren, die er van origine niet thuis iiooren, een dégéncieereiidcn in vloed, vooral omdat de .mésalliances in de honden- en kattenwereld nog al veelvul dig zijn. Hónden en katten vail zuiver ras zijn hier tamelijk zeldzaam en vereischen bovendien veel zorg en onderhoud. In warme streken ondergaan ze onvermijdelijk den invloed van liet klimaat, in hooger gelegen en dus koeler gebied,, voelen ze zich 'f best en zijn ze dan ook beter te houden. Daarbij komt, dat rashonden en -katten vrij teer van constitutie zijn, al thans in het Indische klimaat en dan óók eerder aan een of ander ziekte te gronde gaan. Daarentegen hebben de honden en katten, welke niet zuiver van ras zijn, veel meer weerstandsvermogen. En ook deze meer-rassige dieren kan men mooie exemplaren aantreffen, al zal de echte ken ner er niet tevreden mede zijn en al zou den ze op een tentoonstelling nimmer een prijs halen. Maar wat kan dat iemand schelen, die van hond of kat als huis dier houdt. Ik kan U verzekeren, dat er onder die bastaard-honden en -katten niet alleen mooie, maar ook zeer aardige dieren zijn, huiselijk en aanhankelijk, ook al genieten hond en poes hier een vrijer buitenleven door den bouwtrant der - Indische huizen zijn ze immers' minder gemakkelijk binnens huis te lióudên. En dat is' toeh vereisohte, wilt ge uw lief en mooi poesje' of hond-, je-niet op eens spoorloos zien verdwij- nen. -DaarbijHcoml- nog -het- tang-niet -denk beeldig?" gèvaarf'daf:"/ hónd' "of ""Kat döör" een autoworden "overreden, vlak voor je woning, als hét dier nét even is wegge glipt, de straat op.' En dat zullen dan juist -de beste exemplaren zijn, die im mers, wel bewaakt als ze gewoonlijk wor- der minder gewend zijn aan het straatver keer. De Indische strastterrier. Wat men in Nederland, naar ik me her inner, gemeenlijk een „streetterrier" noem!, daarmede zijn mindere afkomst door ras vermenging willende aangeven, dat is in Indië de gladakker of kamponghond. Meestal leelijk en dikwijls onooglijk door armoedigheid en verwaarloozing. Hoe herkend men de gedegene reerde poes? De' gedégénereerde poes herkent men aan... een knoop in zijn staart, een on verklaarbare spelling der 'natuur;, het is wel niet in letterlijken zin een knoop, maar aan het einde van zijn of haar staakt zit een knobbel, welke-den"staart tevens een andere richting uitstuurt, zóodat 't inderdaad is alsof hot dier een knoop in den staart weid gelegd. Veel moeten we hier van die katten met geknoopte staar ten niet hebben, voornamelijk niet, om dat ze 's nachts met allerlei krolsche luidruchtigheid op avontuur uitgaan. De gladakker, ©en verschoppeling. En de gladakker is nog minder welkom, zoodat die meest als een verschoppeling langs den weg sluipt. Komen er te veel, dan wordt er van overheidswege jacht op die honden gemaakt. Wat trouwens nooit- zakelijk is, omdat het gevaar voor honds dolheid lang niet denkbeeldig is! Eén en kel geval van hondsdolheid is voldoende om dadelijk de bepalingen van de honds- dollieidsordonnahtie in werking te doen treden. Thans is dit sedert eenigen tijd weer voor Batavia het geval: -Er mag hier geen enkele hond meer vrij los ioppen, zelfs'op de woonerven niét. Zóodat er nauwkeurig op moet worden gelet, dat do hond, die binnenshuis vrij rondloopt, niet naar huiten glipt en dat het dier op het woonerf alleen aan een riem of ketting zich vertoont, waarvan de maximum leng te wettelijk is vastgesteld. Wie met zijn hond de straat op gaat, moet het dier "een muilkorf voor doen. Zöo'n, periode, dat de' hondsdolheidsordonnantie van ki-aeht iS, kan heel lang duren, omdat bij eik verdacht geval verlenging van dén ter mijn volgt: Die regeling 'geeft, zeer ,veel moeite en leid ook wel eens tot onbillijkheden. Zoo deed z,ch hier.het geval, voor, dat een klontong-Clunees, dat is een Chineesch koopman, dm met allerlei artikelen langs de woningen leurt, ongevraagd liet erf op kwam, de hond, die niet was vastgebonden. sprong tegen den man, die hiervan aan gifte deed' hiji de politie. Men kan. terecht opmerken, dat deChinees vrijwillig Eet erf opkwam, hij werd niet geroepen; maar formeel moest de hond er-aan .-gelooven. het dier werd ter observatie in het Diecen- asyl opgesloten, wat zijn eigenaar 1,50 per dag kost. - - Een geval van hondsdolheid. Een bizonder tragisch geval heeft zich onlangs in Bandoeng -voorgedaan. Een marineofficier werd door zijn hónd, die door hem wegens ziekte werd verpleegd gebeten.; de man was zoo onverstandig niet dadelijk naar het Pasteur-Instituut te gaan, wat te onbegrijpelijker is, omdat 'dit in Bandoeng is -gevestigd. Hij liet den hond als ongeneeslijk afmaken en na* een i geri tijd vertoonden zich bij den man ver schijnselen van besmetting door hondsdol heid. Toen was het echter te laat; de ma rine-officier overleedweldra aan de ge volgen -er van. Het is trouwens in, het algemeenraad zaam -om hier, na een beet door een dier zich even onder dokters behandeling je stellen, omdat altijd het gevaar dreigt van infectie, welke tot de zoo gevreesde teta nus kan leiden. Het zelfde is vereischt hij verwondingen, -wanneer er vuil naar bin nen kan zijn gekomen, zeer gevaarlijk zijn in dit opzicht de vezeltjes van den bam boe. De hond wordt genuttigd" Doch ik moet nog even bij den bond terogkeeren. Ten eerste om te -vermelden dat in Sumatra de invoer van honden verboden is, zoodat men daar het curïeuse verschijnsel heeft, zij het dan een negatief verschijnsel, dat men er geen honden ziet. Dit geldt overigens niet voor geheei Suma tra, want in de Bataklanden (Sumatra's Oostkust) vindt men daarentegen zeer veel honden; om deze reden, dat het honden- vleesch er als een lekkernij beschouwd wordt. Óp wandelingen in de Bataksche bergstreken ben .ik er dikwijls pen honden passar gepasseerd, waar'het honden.vleesch vakkundig bewerkt zooals een ander het haas' of konijn zou doen, te koop lag .en lèvëndigf 'werd' 'verhandeld- - i „Ajam-en-saiiL - - - -w-jF Tot onze huisdieren moet zeker-.ook do kip worden gerekend, al is. daarmede niet gezegd, datiedereen er kippen, met of zonder haan, op-na houdt..De kip, die oorspronkelijk, niet in Indië thuis hoort, ondergaal hier eveneens oen dégénèreercn den invloed van het klimaat, ziet er ma ger en schraal uil, wat heusch niet ligt aan onvoldoende voeding. Een Indisch kippetje is .althans in de groote sleden, meest een schraal diertje. En toch is de ,.ajam", zooals de kip in het Maleisch lieel, een populair dier. Omdat de „vogel ajam", zooals we hier familiaar 2 gen een belangrijk gerecht is voor de rijsttafel. Geen rijsttafel zonder ajam, Bovendien is saté van kip om den fijnen smaak zeer gewild; Iaat ik u even ter opheldering inljd'iten, dat saté l>es!a.aL uit stukjes vleesch (als 'tgeen kip is, dan meestal vai kens vleesch) aan een stokje geregen en daarna boven een open vuurtje, 'tkan ook een gasvlam zijn, geroosterd. Saté eet je uit de hand, Ihet vrije van Biet stokje vasthoudend' én dan 'telkens een stukje vleesch af happend, 't Is inderdaad om te smullen. En niet alleen is het een gezocht gerecht voor Europeanen, maar ook voor Inlanders en G'hineezen; wij heb ben deze lekkernij natuurlijk van den Oos terling overgenomen. Behalve aan de rijsttafel wordt de saté ook gebruikt aan de bittertafel, bij een p-aitje, of een glas hier en dit soort tus- schengereci'it is ook in de goede hotels te krijgen; blij die rijsttafel mag het nooit ontbreken. DER ZATERDAG 8 April 1939, no. 22141. Wild zwijn is lekker, Nu ik-toch op cnllinair gebied hen ge komen ,wi! ik', zij 't terloops, nog even een ander bizonder gerecht noemen, dat is het wilde zwijn, óók om van te smullen. Onze vrienden, die wel eens op jacht gaan, kunnen ons geen grooter verrassing berei den, d'an -de aankondiging, dat'we ons op do komst van een flink stuk wild' zwijn heb ben voor-te bereiden. Andere huisdieren. Over. onze huisdieren was ik inlussdhen nog niét uitgepraat, al werden met hond en kat toch wél de twee voornaamste genoemd. Vogels in kooien of volières laat ik onbesproken. Eigenaardige liefhebberijen ga ik voorbij. Of ik zou moeten vertellen van een administrateur, ergens ver in Su matra ,net tegen .de rimboe aan, die als ,we bij hem logeerden niet voldoening een gioote kist met slangen, formidabele mon sters toonde; eigenlijk .wist hij zelf niet wat bij er mee moest aanvangen. Die zelf de ,van wege zijn slangen zoo heldhaftig schijnende planter, bad' de zonderlinge eigenaardigheid', dat 'hij bang was voor onweer, zoodat hij dan subiet in zijn bed' kroop, weggestopt onder dekens, hoe warm het ook was. Nu kan een onweer, zoo ver buiten af, in de eenzaamheid, als die kebon gelegen was inderdaad een overwel digenden machtigen indruk maken. Andere vrienden van ons, in de typisdhe haven plaats Tandjong Balei aan de prachtige Asaban-rivier (S. O. -K-.), van wege den heiblinkenden grond, de „witte stad," ge noemd, hielden er een* bruin beertje op na, 'één alleraardigst slim diertje, boven dien naar zijn aar*} erg snoeplustig, zoo dot 'them wel overkwam, dat bij recht opstaande tegeii de theetafel van wege de suiker met het tafelkleedje heel' het servies mee naar omlaag trok. Het dier is tenslotte van heimwee, naar zijn onbe perkte vrijheid in de rimboe, gestorven. De Tjitjak. Er is nog een ldein diertje, dat ik' tot de huisdieren wil rekenen, al komt dat niet uit naar de ffollandsche opvatting van huisdieren. Ik bedoel de tjitjak, dat aardige water-vlugge, hagedisachtige diertje, dat in alle Indische huizen te vinden is. tegen wanden en zoldering, ook tegen gordijnen en dergelijke en zoo vlug zidh beweegt, op zoek naar allerlei vliegend gedierte, mus kieten, vliegen enz., en dan ook den strijd tegen een wat grooter insect niet ontwijkt. Van concurrenten op zijn jachtterrein moet de tjitjak niets hebben, dan toont hij zijn vinnige strijdlustigheid tegenover den ri vaal. In vreedzame stemming laat hij een typisch geluid hooren, dat een jongetje, pas uit Holland eens alleraardigst typeerde door den hem nog onbekenden tjitjak een „kusdierfje" te noemen. De lokè. En dan is er ook nog de toké, een soort groote hagedis, die ook op allerlei insecten jacht maakt. Het geldt voor een gunstig toeken als er zich een tokè in'huis be- bevindt, gewoonlijk zit bet dier dan in een der galerijen of onder de dakgoot. De tokè maakt een eigenaardig geluid, dat in zijn naam tot uiting komt. Vooraf gaat een soort snurkend geluid, als het apha- len van een klok' en' daarna volgen zijn „s'agen": tokè. tokèlBijgeloovige men- sdlien. zooals c veel .'in Indië zijn, tellen in gespannen aan dacht, hoeveel s'agen het zul len woiden: zevenj slagen beteekent ge luk. Eneven Wachtendaar be gint -juist „onze tokè? tokè, lokè? to kèzullen 'ter éeven zijn? Uw brief schrijver is wel, nietjbïjgéloovïg, maar toch telt-ie onwillekeurig. - - j.BATAVUS. éVzv. Het conflict tusscben Italië en Albanië. Albaanscbe infanterie te Tirana op weg naac aangegeven posities, om op alle eventualiteiten carbereid te zijn. Op Goeden Vrijdag ter kerke. H. M. de Koningin woonde gistermorgen met gevolg de godsdienstoefening in de KJoostetkeik te 's-Gravenhagc bij onder hel gehoor van ds. P. J. Molenaar. Giste:ochtend hebben Prinses Ju'iana cn Pi ins Bomhard den kerkdienst bijgewoond in de Ned. Herv. Kerk te Baam, waarin ds. E II.. Blaauwendraad in den dienst voorging. Het Piinse'ijk Paar nam mede deel aan het Heilig Avondmaal. Tegen luchtaanvallen. Bij het departement van binnen'ondsd'ie zaken is een model samengesteld voor een intercomnnina'c samenwerking op het ge bied van bescherming van de burgerbevol king tegen luchtaanvallen. Hierbij wordt geregeld o.a. de gezamenlijke aanschaffing van mr.^iialen en het uitwisselen van al hetgeen van belang is ook voor de andere gemeenten. Van het meeste belang is ech ter de onderlinge hulpverleening in geval van bom-inslag. Bij onderlinge hulpveilee- ning is niet alleen een geldelijk belang be trokken, omdat men in geval van nood kan rekenen op personeele en m-ateriee'e hulp van zijn buren, maat daarnaast heeft zij ook een moreel effect. üe gemeenten moeten zich bij een derge lijke calamiteit niet beschouwen als een eiland in een woedende zee, maar welen dat zij heul cn steun kunnen vinden hij haar naburen. Op dit stuk bevat het model uiteraard slechts een bepaling van zeer algemeene strekking. De bedoeling is, dat de burgemeesters van de samenwerkende gemeenten, toegerust met locale kennis, een regeling tot gedetailleerde hulpverleening maken. De bedoeling daarbij is, dat de ge meenten van de eerste en tweede gevaren- klasse, die zelf aanvalsobject zijn, haar personeel en materieel niet uitstralen, maar zelf wel hulp van liaan* buren ontvangen. In hot. bizonder ten aanzien van verzorging van zieken en gewonden cn van de brand weer is deze samenwerking van belang. In sommige gebieden, o.a. Walcheien, een breede strook van Brabant, de Veluwe en Voome en Putten, heeft een der burge meesters (West-Kapelle, Breda, Apeldoorn en Brielle) de leiding genomen voor een nadere samenspreking. Het ligt in de be doeling ook in andere streken een samen werking in dezen geest te bevorderen. Voor de goede werking van de luchtbe scherming is deze samenwerking van een niet te miskennen beteek'enis. l-rzw. '3% x cv Csb Met licht geschut op weg naar de bedreigde ponten. Albaanscbe artillerie op maraeK door Tirana naar het kustgebied, in verband met de Italiaansche dreiging. De gouverneur-generaal keerde ïuet de ,,Rigel" van zijn groote reis door Midden» e* Oost-Java terug. De aankomst in de haven van Priok. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 9