Toen Hans over de grens
van Canada wilde
c
Ten zuiden van de Alpen
-L
CROCUSSEN
Een sprookjesland in volle bloei
Hoe maak ik foto's voor een stereoskoop?
Uitvindingen waar men
om lachte
if*»**
kt'
Jarenlang had Hans bij zijn oom inge
woond, maar toen hij groot genoeg was om
de wereld in te trekken, vroeg hij of hij
weg mocht, naar Amerika, om geld te ver
dienen, Zijn oom zei hem, dat het lang niet
gemakkelijk was om rijk te worden, ook in
Amerika niet, maar Hans stelde zich veel
van „Het land van de toekomst" voor. En
zijn oom, die in zijn hart vond, dat hij al
laag genoeg voor zijn ouderlozen neef had
gezorgd, stemde dan ook maar toe en
maakte met een kennis in orde, dat Hans
op een vrachtboot mee kon varen naar Ca
nada.
Zo nam Hans afscheid van zijn kennissen
en ging op weg „naar het grote avontuur",
zoals hij het zelf noemde.
In Canada.
De reis verliep vlot, maar toen hij een
maal in Canada kwam, merkte hij wel, dat
het lang niet mee viel om geld te verdie
nen. Hij kreeg wel eens iets te doen bij
een grote zaak in een stad of bij een boer
op het land, maar lang
duurde dat nooit en na
een tijdje moest hij maar
weer zien, waar hij onder
dak vond. In de oogsttijd
had hij een goed leven,
trok hij van de ene boer
derij naar de andere en
hielp overal mee. Hij stond
's morgens vroeg op met
de andere knechten en
hielp de hele dag mee op
het land. Hij kreeg goed
eten en sliep 's nachts op
een hooizolder of in een
van de bijgebouwen. Aan
het eind van zijn werktijd
kreeg h' dan zelfs nog
een klem loon. Dat spaarde hij zuinig op,
want hij wist nu, wat het betekende om
zonder huis te zijn en niet te weten, hoe
je aan eten moest komen.
Zo zwierf hij een paar jaar dwars, door
Canada. Maar op het laatst kreeg hij ge
noeg van dat onzekere bestaan en hij be
sloot om naar de Verenigde Staten te
gaan en te proberen daar werk te krijgen
of anders weer met een boot naar Holland
terug te keren.
maal niet op gesteld te zyn om hem bin
nen te laten. Zo zat hij al vier weken in
een havenplaats aan de Westkust van Ca
nada en wachtte op een goede gelegenheid
om over de grens te gaan. Hu hoefde niet
te proberen om erover heen te sluipen, zo
als de Chinezen 's nachts deden, want hij
kende niemand in de V. S. en hjj zou dus
al heel gauw weer teruggezet worden.
Maar toch, op een dag kwam plotseling de
kans.
Hans zat weer eens in een café aan de
haven. Opeens kwam de waard met een
geheimzinnig gezicht naar hem toe en
wenkte hem mee naar een achterkamer.
Toen fluisterde hij hem een plan in, dat
lang niet mis was. Er moest weer eens een
groot transport over de grens gebracht
worden en daarvoor waren een paar flinke
jongens nodig, die niet tegen kleine moei
lijkheden opzagen. Hu keeg honderd dol
lar en mocht in de V. S. verder gaan, waar
heen hij wilde. Ook kreeg hij een prachti
ge valse pas.
De man vertelde niet, wat het voor
transport was, maar Hans begreep direct,
dat het een partij opium of whisky moest
zijn, die gesmokkeld zou worden.
Hu dacht lang over het aanbod na. Het
avontuurlijke lokte hem wel aan en bo.
vendien kwam hij dan met een valse pas
over de grens, maar aan de andere kant
was hij nog nooit met de politie in aanra
king gekomen en hij voelde daar ook nu
nog niet veel voor.
Hoe meer hij erover nadacht, hoe min
der hij voor het plan begon te voelen. Het
zou bovendien heel slecht zijn voor heel veel
mensen, als die opium of wat het ook
mocht zijn, gesmokkeld werd. Nee, hij
deed het niet. Hij zou wel eens op een an
dere manier over de grens komen.
Hij kwam zelfs zoo ver, dat hu besloot
Hij kon niet over de grens.
Maar al gauw begonnen de moeilijkhe
den. Het was niet gemakkelijk om over de
grens te komen, als je geen pas had en ze
schenen er in de Verenigde Staten hele-
om aan de politie te gaan vertellen, wat hij
gehoord had. Dan zou het transport tegen
gehouden kunnen worden.
Weg uit Amerika.
De beambte, die naar zijn verhaal luis
terde, bleef hem een lange tijd stil aankij
ken, zodat Hans al dacht: „Hij vertrouwt
me niet. Hij gelooft het niet!", maar toen
zei de man opeens, dat het onmogelijk zou
zijn voor de politie om hem, Hans, in be
scherming te nemen voor de wraak van de
smokkelaars, als het eenmaal uitkwam, dat
hij de zaak had aangebracht. Daarom zou
hij hem een pas geven en 50 dollar, dan
mocht hjj met de eerste de beste boot, die
nog die nacht wegging, mee naar Japan.
Terwijl ten Noorden van de Alpen de
voorjaarsstormen nog woeden, de dikke
sneeuw langzaam begint weg te smelten en
dichte nevelsluiers langs de bergwanden
hangen, staat het land ten Zuiden van de
grote bergketen al in volle lentepracht.
De weergrens is de St. Gotthard. Wie met
de trein naar het Zuiden reist en in regen
en storm de Gotthaxdtunnel binnenrijdt,
vraagt zich angstig af, hoe het er aan de
andere kant van de tunnel zal uitzien,
want stel je voor, dat het weer daar ook zo
slecht is! Maar na een kwartier van on
doordringbare duisternis, waarin de trein
zich steunend' door de berg heenwerkt, be
gint het plotseling weer licht te worden
en dan straalt opeens de zon ons tegen.
En al ligt er vlak na de Gotthard nog
sneeuw, de trein gaat nu snel naar beneden
en we kijken onze ogen uit naar het moois
In Val Ansernonc in Tcssïno wassen de
vrouwen het goed nog met hun voeten.
om ons heen. De zon brandt zo warm in de
coupé, dat we het liefst uit zouden stap
pen en in een van de zachte weitjes zou
den gaan liggen. Intussen stomen we steeds
verder. Alle bomen en struiken zijn met
bloesems bezaaid, Tessino want zo heet
het Zwitserse kanton ten Zuiden van de
Gotthard ziet er uit als een sprookje!
Zoete bloemengeur dringt tot ons door.
In de bergen groeiden nog de planten
van het Noorden, maar hoe meer we dalen,
hoe meer we merken, dat we in een andere
wereld komen, in de wereld van het Zui
den. Langs terrasvormig aangelegde wijn
bergen bereiken we de hoofdstad, Bellin-
zona, waar de middeleeuwse burchten door
groen en bloesems bedekt worden. Maar
we gaan nog verder. We gaan naar de me
ren het meer dan Lugano en het Lago
Maggiore, die er echt Italiaans en Zuidelijk
uitzien met hun prachtige omgeving. Hier
staan óveral palmen, in de tuinen van Lu
gano, Locarno, Ascona, BrisSago en de klei
nere plaatsen zien we sinaasappels en ci
troenen. De donzige, gele mimosa wuift
zacht op het windje heen en weer en prach
tig staat de camelia, die Japanse roos met
haar glanzende, donkergroene bladeren te
bloeien. Overal, waar maar een spleetje' ia
de rotswand is, zien we cactussen.
Tussen de rotsmuurtjes van de tuinen en
langs de weg schieten kleine hagedissen
weg. Waar wemaar komen bewonderen we
de prachtige bouwwerken, die de hoee nnt
wikkeling van dit volk ai van eeuwen ?e"
rug laten zien. xe"
In Lugano kijken we naar de schilder
achtige zuilengangen en in Locarno bewon
deren we de kastelen en de oude
Heel liefeluk en fijn staan de witte iK
jes met hun slanke torens in deze Drachti
ge omgeving. 1
Wie eenmaal in Tessino is geweest, moet
telkens aan dit prachtige land terugden
ken en ook,aan de vrolijke, opgewekte be
woners, die wel altijd schijnen te lachen
en te zingen, ook al moeten ze dikwnIs
hard werken voor hun brood. Maar de
zuideluke zon en de prachtige natuur ma
ken hen tot opgewekte mensen. Dat kan je
wel op de vrue dagen en op de feesten
zien, bijvoorbeeld bu het Cameliafeest m
Locarno, waar de vrouwen de mooie, oude
kleren dragen, zoals hun voorouders eeu-
ze pok al droegen en die ut
at die tij-a bijna met veranderd zijn. Ze dra
gen grote en kleine kappen, fijne geweven
doeken, die met prachtige, oude sieraden
worden vastgehouden. Ook de schorten
hebben mooie kleuren. De bewoners van
Tessino dragen ook klompen. Niet zulke
-klompen als wy kennen. Deze zoccolis. zoals
zij ze noemen en die je vroyk.op de straat
stenen hoort kepperen, zijn niet anders dan
een paar houten zolen met Meppen van
verschillende Meuren leer gemaakt en met
banden dichtgebonden.
Door de week wordt er hard gewerkt in
de dorpen en ook de vrouwen moeten mee
helpen om geld te verdienen. Velen doen
<iat door thuis te weven of docr fyne doos-
es te maken van palmtakken of ook wel
netvlechten. Vooral de manden en matten
van prachtige Meuren riet gevlochten vin
den bij de bezoekers grote aftrek. In de ber
gen, die in hun hardheid sterk afsteken te
gen de liefelijke merenstreek, dragen de
bewoners Meren van zelfgeweven linnen
en ze eten kastanjes, maisbrood en polenta
het goedkope Italiaanse volksvoedsel. Hun
Meren wassen ze op verschillende plaatsen
nog in de bergstromen. Ze trappen dan met
hun voeten op de was en maken ze zo, door
heen en weer te schuifelen, schoon. Op de
ze manier deden hun voorvaders het ook
al.
Tessino is een prachtig land en elke dag
ontdekt de reiziger nieuwe bijzonderheden,
zodat zelfs een lang verblijf in deze streek
nog heel kort lijkt. -
Velen van jullie zullen wel weten, wat
een stereoskoop is en zullen er zelfs wel
eens door gekeken hebben. Een stereoskoop
is een Mjker, waardoor je een bepaald
beeld niet vlak ziet, zoals op een foto, maar
werkelijk in de echte vorm, die het heeft,
dus met een bepaalde dikte. Je kijkt door
een stereoskoop niet naar één beeld, maar
twee beelden, die een beetje van elkaar
verschillen. Als je de foto's, die in een ste
reoskoop geschoven worden, eens goed be
kijkt, zal je zien, dat ze niet precies aan
elkaar gelijk zijn. En dat komt zo.
Fig. 1. Het hulpstatief van voren gezien.
Als je naar één voorwerp kijkt met je
linkeroog, terwijl je je rechteroog dicht
houdt en daarna met je rechteroog, terwijl
je het linker dicht houdt, krijg je niet pre
cies hetzelfde beeld te zien. Dat komt na
tuurlijk omdat je met je linkeroog delen
ziet, die je met je rechter niet kon zien en
omgekeerd. Deze twee verschillende in
drukken worden door onze hersenen tot
één bepaald beeld verenigd, zodat we een
juiste voorstelling van het voorwerp heb
ben. Hierop is de stereoskoop nu gericht.
De pupillen van volwassen mensen lig
gen ongeveer zeven tot acht c.M. uit el
kaar. Dat is dus ook de afstand, die de bei
de foto's, die we voor de stereoskoop ma
ken, hebben moeten. Mef andere woorden,
we moeten van een voorwerp twee foto's
maken en wel van de zelfde afstand af,
maar de ene 7 tot c.M. meer naar rechts
of naar links genomen, dan de andere. Door
de lenzen, die in de stereoskoop zitten, zien
we deze twee foto's later tot één verenigd
en krijgen we een indruk van het beeld,
zoals het in werkelijkheid ook is.
Het is te begrijpen, dat het niet eenvou
dig is om dergelijke foto's te maken en als
je zou proberen het statief, waarop je foto
toestel staat, een eindje opzij te schuiven,
zou je merken, dat er niet veel van de fo
to's terecht kwam. Daarom zullen we nu
pen statief maken, waardoor het heel ge
makkelijk is om twee foto's voor een ste
reoskoop te maken.
Om te beginnen maken we een stevige
balk van ongeveer 35 c.M. lengte, die, in
doorsnede, van boven breder is aan van
onderen. De doorsede zie je bij fig. 2. Aan
de onderkant maken we hjer een gat in,
zodat we de balk goed aan het statief kun
nen vastschroeven. Nu maken we van een
stevig stuk hout een verschuifbaar blok (zie
doorsnede). Links en rechts staan op dit
blok twee slingertjes, zoals jullie allemaal
wel een gezien hebt bij een statief en
waarop je gemakkelijk een hulptoestel
kunt vastdraaien.
Nu schuiven we dit blok precies naar het
midden van de onderste balk en slaan op
S c.M. afstand ervan aan beide kanten twee
pennen in de balk. Deze pennen dienen om
]het blok tegen te houden, als we het ver
schuiven. Hiermee is ons hulptoestel al
Maar, want als je nu een foto hebt ge
maakt van een bepaald beeld en je wilt er
nog een foto van maken, zodat het geschikt
is voor een stereoskoop, dan hoef je het
blok, waar het toestel op vast zit, alleen
maar naar links of naar rechts te verschui
ven, tot het tegen de pin in de balk stoot.
De tweede foto is dan van precies dezelfde
afstand, dezelfde hoogte en dezelfde instel
ling genomen.
Hans begreep plotseling, dat hü in een
gevaarlijke positie was en omdat hu toch
niet langer ij Canada wilde blijven en het
nieuwe avontuur in Japan hem lokte, nam
hij het geld 'aan, en verdween. Eerst had
de beambte hem nog verzekerd, dat hij den
consul in Tokio vast zou waarschuwen.
Maar toen Hans in Tokio kwam, wist de
consul van niets en hu' lachte hem zelfs
hartelijk uit; „Begrijp je niet, dat je lelijk
in de knel zat! Die beambte was natuurlijk
ook een handlanger en door de smokke
laars omgekocht. Daarom wilde hij jou zo
gauw mogelijk uit het land hebben. Want
als hij werkelijk een politiebeambte was
geweest, zou hjj je vastgehouden hebben,
zodat je later bij de rechtszaak had kun
nen getuigen. En natuurlijk kon hij je dan
wel beschermen. Het schijnt daar een mooi
boeltje te zijn, dat zelfs de agenten al wor
den omgekocht! Maar als je ervoor voelt
om hier te blijven, heb ik misschien wel
werk voor je!"
En zo kwam het, dat Hans in Tokio
bleef. Hij heeft nooit gehoord, hoe het met
die smokkelpartij is afgelopen, maar hij
begreep wel, dat hij er nog goed was af
gekomen. De boeven hadden uit angst, dat
hij iets zou verMappen, wel ergere dingen
kunnen doen!
Fig. 2. Doorsnede van het hulpstatief.
Je moet eraan denken, dat ook de belich
tingstijd gelijk moet zijn, zodat je niet de
ene foto in de zon moet nemen en de an
dere iets later, als de zon juist achter een
paar wolken is gekropen. Bovendien moet
je er natuurlijk voor zorgen, dat er niets
„bewegelijks" op de foto komt, bijvoor
beeld iemand, die wegloopt, een vogel, die
juist langs vliegt of wat ook. Als de foto's
Maar zijn en opgeplakt moeten worden,
moet je er nog aan denken, dat ze omge
wisseld moeten worden, dus dat het beeld,
dat aan de rechterkant werd genomen links
komt te liggen en omgekeerd. Als je goed
op al deze dingen let, zal je zien, dat je een
heel duidelijk beeld in je stereoskoop krijgt!
De uitvinders te vroeg geboren.
Er is een spreekwoord: Een profeet wordt
nooit in zijn eigen land geëerd. Het waren
door alle eeuwen heen vooral de uitvin
ders, die om hun nieuwe plannen.en uit
vindingen bespot en uitgelachen-«werden,
tot er eindelijk iemand anders kwam,
meestal pas jaren later, met dezelfde uit
vinding en daardoor dan plotseling be
roemd werd.
De stoomboot werd b.v. al meer dan 400
jaar geleden uitgevonden. In de 16de eeuw
beweerde een Spanjaard Garay, die op de
eerste ontdekkingstochten van Columbus
was meegegaan, dat men waterdamp kon
gebruiken om een schip of een machine in
beweging te brengen. Hij zei, dat het mo
gelijk was om een groot rad in een schip
door middel van waterdamp in beweging
te brengen en daardoor het schip zelfs zo
hard te laten varen, dat het niet langer af
hankelijk was Van dé Wind. Garay*was al
bijna 70 jaar en hij werd door .iedereen
hartelijk uitgelachen.
Maar eindelijk lukte het hem om keizer
Karei V voor zijn uitvinding te interesse
ren en deze stond hem toe het eens te pro
beren. In een* paar dagen tijd bouwde de
uitvinder een zeilschip, de „Trinidad" voor
zijn doel, om. Hij legde een grote as over
het dek en maakte aan de einden daarvan
een paar schroeven vast, waaronder een
stang op en neer ging. Die stang was met
riemen aan de as verbonden.
Nu kwam de keizer ook aan boord en de
proef lukte werkelijk! Het schip legde in 2
uur 8 zeemijlen af. De uitvinder kreeg een
grote beloning van den keizer, maar daar
na werd noch van. den uitvinder noch van
de uitvinding ooit meer iets gehoord.
Een nieuw luchtschip.
In het jaar 1844 werd een verzoekschrift
bij het Engelse parlement ingediend, waar
in een maatschappij toestemming vroeg om
een nieuw plan te mogen uitvoeren, dat be
trekking had op de luchtvaart. Ze waren
namelijk door de „Vliegende Walvis" van
Nurnberg op het idee gekomen om een
geweldig grote vliegmachine te bouwen,
die, naar ze beweerden, de afstand Londen
—Bombay in twee dagen zou kunnen af
leggen. Deze vliegmachine zou twee reus
achtige grote vleugels krijgen van 450 voet
in het vierkant en een staart van 50 voet
lengte, die door een machine met een
sterkte van 4 p.k. in beweging gezet zou
worden. Er konden 12 reizigers mee en
bovendien nog eten en bagage. Bij het star
ten zou de machine van een grote stellage
van 500 voet hoogte, langzaam langs een
schuin aflopende baan glijden, totdat de
vleugels en de staart door de kracht van de
stoommachine in beweging gezet zouden
worden. Ook van deze uitvinding werd
nooit meer iets gehoord, maar nog jaren
later heeft men diezelfde gegevens weer ge
bruikt en omgewerkt.
Dit de steppen van Zuid-Rusland
bij ons gekomen.
De tijd is alweer bijna voorbij, dat we
overal in de tuinen, tussen het gras en tus
sen de aarde, de fijne, Meurige crocussen
zagen staan. Deze voorjaarsboden komen
bij de eerste warme zonnestralen al voor
zichtig uit de grond en elke dag zien we
dan de groene, spitse blaadjes verder bo
ven de aarde uitsteken, tot er plotseling
een paar mooie bloemblaadjes te zien zijn.
Onze tuincrocussen stammen hoofdzake-
en de regen profiteren, snel tot hun volle
bloei komen en voorraden opnemen om het
volgend jaar weer genoeg te hebben, zodat
ze dan weer bij de eerste warme stralen te
voorschijn kunnen komen.
Onder deze omstandigheden zijn de cro
cussen gegroeid. Zo heeft de crocus ook
veel moeten leren. Ook heeft hij geleerd
zijn prachtige bloemkelk te sluiten, als er
wolken aan de hemel komen, zodat regen
of sneeuw in het hartje kunnen vallen. De
bloemblaadjes en ook de groene bladeren
zijn heel spits, zodat het niet moeilijk is
om zelfs door een sneeuwdek door te drin
gen.
Dikwijls worden de bladeren met de
grasmachine afgemaaid, maar het is veel
lijk af van de crocus vernus, die in de Al
pen in het wild groeit en wit en violet en
ook wel gestreept van kleur is. Nog maar
nauwelijks is de sneeuw weg of deze cro
cussen steken hun kopjes al boven de grond
uit, zodat het kan gebeuren, dat een alpen-
weitje bezaaid is met crocussen, terwijl een
paar meter verder nog sneeuw ligt.
Heel vroeger zijn de crocussen uit Azie
hier gekomen, en uit de droge steppenge-
bieden van Zuid-Rusland. Daar zijn de
weersomstandigheden en het klimaat heel
moeilijk voor planten. Er is maar een kort
voorjaar met vrij veel regen, maar daarna
komt een lange, droge zomer, waarin alle
planten gevaar lopen te verdrogen. De
planten moeten dus heel gauw van de zon
beter en het staat bovendien veel mooier
om ze te laten staan. Het is een heel mooi
gezicht, zo'n groot, glad geschoren gras
veld bezaaid met crocussen, maar het is
bfjna onmogelijk om het grasveld glad te
maaien, zonder de bloemen te beschadigen.
In Engeland gebruikt men dikwijls schapen
als grasmachine. Men laat ze op de gras
velden grazen en zij denken er met over
om de groene crocusbladeren op te eten,
want in sommige bladeren zit vergif en
dat weten de dieren maar al te goed.
Wie geen schapen heeft en toch zijn gras
veld wil maaien, doet het beste de crocus
sen in groepjes van 20 tot 30 bollen bu el
kaar te zetten en dan om die plekken heen
te gaan met de grasmachine.