N.V. ROTTERDAMSCHE TRAMWEG MAATSCHAPPIJ
N.V. STOOMBOOTREEDERIJ FOP SMIT CO
De kleine man van Ootmarsum
3Caleidoscoop
Rooken of vuuK
per R.T.M.
NAAR RUSTIG
OOSTVOORNE
la de sneltreinen van 8.en 9.20 v.m. verkrijgbaar
Niet op 3 en 10 September,
Op de beide Pinksterdagen, op 4, 11, M, 21. 26 en 88 Juni;
te «li en Augusta dagelps behalve op Zaterdag en op H te
10 en 18 September.
Vertrek van Rotterdam Rosestraat8.20 v.m.
Vertrek van Oostvoorne Strand te5Ö nan.
Op de beide Pinksterdagen en op Zondag 3b Juni, Juli eö
Augustus BOVENDIEN
Vertrek van Rotterdam (Rosestraat)8.v.m.
De sneltreinen stoppen te Gillesiuis en Katendrechtsche Lagedijk.
Dagretour t 0.80 le klasse, en t 0.60 2e klasse.
Rotterdam-Oostvoomeaan Ze«
Rondvaarten door de Rotter-
damsche Zeehavens.
Qp Zaterdag 27 Mei, op de beide Pinksterdagen,
op Zaterdag en Zondag in Juni en van 26 Juni 8 Sept. dagelijks.
ertrek RotterdamBoompjes9,80 v.m.
'ertrek Oostvoorne Strand 6.o.m.
Op Zaterdag bovendien van Oostvoorne strand 12.00 's m.
en van Rotterdam-Boompjes 8.n.m.
Botoor le klasse f 0,75; Kinderen 612 jaar I 0.40.
Betour 2e klasse t 0.50; kinderen 612 jaar t 0.25.
Op de beide Pinksterdagen en van 18 Juni t/m.
3Sept. dagelijks 9.30 en 11.v.m. en 1.30, 3,4.80 en 6.n.m.
Campagnedek 50 et. Kinderen 6—18 jaar 25 et.
Gewoon dek 85 et Kinderen 612 jaar 20 ck
De havenrondvaartboot vaart niet meer af van de ponton Oosterkade, doch van de aanlegplaats Boompjes
tegenover No. 48.
Nog geen meter groot en 69 jaar. De ver
leiding van het circus weerstaan. Doen als
een „gewoon" mensch.
..Er is nn eenmaal niets aan te doen,
ik ben niet groot er en als ik! er over
zon klagen dan maakte ik het leven voor
me zelf en voor mijn omgeving maar on
aangenaam."
Dit zegt ons de kleinste man van Ne
derland, die, wie zou het vermoeden
in het landelijke plaatsje Ootmarsum.
woont. Het is Jan Wilbers, geboren in
Maart 1869, dus eerlang 70 jaar. Maar
men ziet hem dezen leeftijd geenszins aan.
We kijken eens van onzen hoogen ze
tel, welke trouwens een stoe1 ran gewone
afmetingen is, maar die naast dezen klei
nen man toch zoo geweldig hoog lijkt, op
den dreumes neer, die in zijn „volle leng
te" naast «ns staal
Jan Wilbers heeft de pretentie absoluut
de kleinste man van de wereld te zijn en
hij daagt iedereen uit naar Ootmarsum te
komen en het tegendeel te bewijzen. Wat
laatst gezegd is voor de radio waar zooge
naamd de kleinste man voorkwam, is ab
soluut onjuist beweert hij. Laten ze het
maar nameten.
„Hij had scliatrijk kunnen zijn, valt een
der familieleven in, want ze zijn hier
vaak genoeg geweest, o.a. reuzencircus-
sen om met Jan de wereld door te trek
ken en hem voor geld te laten zien. Maar
hij wou nooit. Daar voelt hij zich nog te
„groot" voor. Hoe groot schat u hem?"
We zeggen: ruim 1 Meter, doch onmid
dellijk komt de reactie van Jan.
Nee hoor, 1 Meter heb ik nooit kun
nen halen, ik ben* -wel grooter geweest,
dan thans, maar 100 centimeter heb ik
nooit gehaald.
'k Zal 't u maar zeggen, ik meet precies
96 c3f. on als u die beide cijfers om
draait hebt u mijn leeftijd'.
En nu het interview met den kleinen
onder de kleinen.
Brekende botten.
Laten we bij het begin beginnen, zegt
hij, dat wil in dit geval zeggen btj mijn
vijfde jaar.
Tot dien tijd was alles normaal, ik was
geheel gelijk aan andere kinderen en in
niets viel ik dan ook óp
JAN WILBERS,
de kleine man van Ootmarsum.
nen. Hij laat het zich goed smaken en als
■wij „smakelijk" zeggen, dan wil hij zich
verontschuldigen door op te merken: Ik
eet niet veel hoor, dat zult u wel kunnen
denken, een klein lichaam heeft niet veel
noodig. Zijn kostjuffrouw noemt ons de
hoeveelheden op en wij krijgen den in
druk, dat wij daarmee zelf op 6-jarigen
leeftijd nog geen genoegen, zouden hebben
genomen.
Als het eten gedaan is wordt de groo
ts leunstoel bij geschoven en als onze
kleine man hierin heeft plaats genomen,
zien we dat zijn kleine voetjes juist even
over den rand komen. Een gewone stoel
eis viei üv uoji wa. vp. j is dus voor hem tevens een ligstoel. Wij
Toen openbaarden zich verscli ijnselen j rresenieeren een sigaar en dan gaat het
van Engelsche ziekte. gesprek weer verder.
Als ik met mijn kameraadjes ging spelen
en we stoeiden, zoodat wij kwamen te
vallen, dan stonden mijn vriendjes weer
en die aangediend weid als de allerklein-
man van Nederland.
Ja meneer, zegt ons de Ootmafsumsche
kleine man, die foto heb ik ook gezien
maar dat was bedriegerij, want ik ben
absoluut kleiner, dat kunt u zelf toch
ook wel zien.
Niet zonder eeuigen trots wordt dit ge
zegd en zoo ziet men, dat bet mogelijk
is om op zijn kleinheid groot te gaan.
Op, doch ik had een gebroken been. Her
baalde malen heb ik dan ook gebroken
beenen gehad en hoe vaak 'r ze met ge
kneusd heb, dat is niet te tellen. Ik werd
tenslotte zoo bang, dat ik niet meer durf
de te loopen.
En hoe ging het dan met de school?
Ik ben er wel eens geweest, maar uat
is de moeite niet waard. Lezen en schrij
ven kan ik wel, doch dat heb ik rruj groo
tendeels met behulp van mijn broer zelf
geleerd.
Toen ik ongeveer 10 jaar was, was de
groei er geheel uit. Tusseben de dertig
en veertig bereikte ik den top n.l. 99 cM
doch nu ben ik er al weer 3 c.M. op ach
teruit gegaan.
Ik heb er anders ondanks nnjn kleine
gestalte heel wat afgetïppeld, en u moet
vooral niet denken, dat ik niets te doen
had. Mijn groote liefhebberij was het ver
zorgen van dieren. Tal van vogels heb
ik gehad en als je daar hart voor hebt,
dan brengt dat heel wat werk met zich
mee. Ook houd ik van muziek, den Iaatsten
tijd doe ik er niet meer aan, doch tot
voor eenige jaren heb ik vlijtig accordeon
gespeeld.
Een slechte dokterskla-nt.
En uw gezondheid?
Die heeft nooit iets le wenschen over
gelaten. In den afgeloopen winter ben
ik verkouden geweest, die in oen lichte
longontsteking ontaardde, doch overigens
weet ik niet wat ziekte is. De dokters heb
ben niet veel aan mij verdiend.
Wij kijken bet mannetje nog eens goed
aan. Zes en negentig centimeter, inder
daad het is niet veel.
Hij loopt naar de tafel, waar een be
schuit met rookvleesch op hem staat te
wachten. Zijn hoofd komt amper hoven
het tafelblad uit en hij moet het voedsel
dan ook van de tafel naar een stoel over
brengen om er naar behoorpn.bij te kun-
gesprek weer verder.
Een groot geluk!
Ik heb een3 in mijn leven groot geluk
gehad, zegt hij. Dat zal ik u eens vertel
len.
Herhaalde malen kreeg ik vroeger be
zoek van vertegenwoordigers van circussen,
die mij mee wilden nemen om me te laten
kijken. Ik voelde daar nooit veel voor Op
zekeren dag kwam een mijnbeer van het
groote destijds wereldberoemde circus Bai-
nura en Baily. Deze noemde mij zulke fabel
achtige bedragen, dat het wel zeer moei
lijk was om er niet op in te gaan.
Eus u had schatrijk kunnen zijn?
Als ik toen toegestemd had, dan zou
u mij nu hier niet zien zitten, is het ant
woord.
Het circus speelde toondertijd in Ne
derland en vertrok het jaar daarop naar
Amerika. Zooals u zult weten, is het toen
met man en muis vergaan.
Gelukkig hebt u zich niet door bet geld
laten verblinden.
Nee, want anders zou ik geen 69 jaar
geworden zijn.
Wij praten zoo nog een tijdje door en
vragen of er geen speciale meubels voor
hem in huis zijn, zooals een klein stoeltje
of een tafeltje.
Nee, dat heb ik nooit willen hebben,
ik doe gewoon met de andere merischen.
mee. Je went tenslotte overal aan, en
ik zit net zoo gauw op mijn stoel als u
op de uwe. Ik slaap ook in een echt lied,
dus niet zooals u misschien zou denken
in een kindo Icdikantje.
Dan hebt u de ruimte wel, merken we
op. Ja, ik hoef met bang te zijn, dat ik
mijn teenen aan bet voeteinde stoot.
Hoe Iaat gaat u naar bed?
In dat opzicht ben ik nog een Hein©
jongen. Om 9 uur 'lig ik er boog en droog
in, boor, dan ben ik voor niemand meer
ta spreken.
Wij spreken tenslotte nog even over
dien andeTen Heinen man, die voor ©eni
gen tijd op bijna alle fotopagina's van
alle Nederlandsche kranten heeft geprijkt
Examentijd
We zijn weer in den meest zenuwsloo-
penden trjd van het jaar aangekomen, den.
ongelukzaligen tijd waarop de eene helft
van ons volk de andere helft examineert.
Geen familie of er is een slachtoffer
dat er aan gelooven moet. Oma is van
streek en heeft hoofdpijn vanwege den
stamhouder; opa tobt over zijn klein
dochter; tante doet een schietgebedje voor
haar naamgenoot, waar ze toch altijd een
zwak voor heeft al wil ze het niet weten,
en oom informeert iederen dag bezorgd
hoe het met zijn nicht-lief gaat. De vele
vaders en moeders leven al weken lang
in de examen-sfeer, ze zijn. er vol van
en kunnen bijna over niets anders meer
praten.
De slachtoffers zelf die er aan moeien
gelooven zien bleek om den. neus van al
het werken en blokken, want ze denken
allemaal, dat het van de laatste drie we
ken moet komen. Ze zwoegen dag na
dag op wiskundige problemen en tot in
hun slaap worden ze achtervolgd' door
algebra-puzzles.
Ze repeteeren uur na uur met pijnlijke
ernst, lijsten moeilijke vreemd,.- woordjes
tot ze er tenslotte süf bij neervallen.
De meest heldhaftige branie, die tot
Y-ooi kort vol zekerheid en zelfbewustzijn,
het -hoogste woord roerde, is plotseling
stil geworden en met een zorgelijk ge
rimpeld voorhoofd wacht hij de dingen
die komen zullen en overweegt angstig
de kansen van het grillige noodlot.
De weifelmoedigen, -die het heele jaar
als een berg tegen dit laatste oordeel
hebben opgezien, loopen al weken met
buikpijn rond. Ze kunnen, niet meer eten
of drinken, ze zien groen ran narigheid
en slikken als laatste redmiddel Hoffmann-
druppels en zenuwpillen om daarmee bet
laatste restje wat ze nog wisten, te ver
doezelen.
Zelfs de leeraren, die anders toch zoo
zelfbewust en zeker van hun zaken wa
ren, raken de kluts een beetje kwijt. Ze
drinken véél glaasjes water en stellen
ran louter alteratie zulke ingewikkelde
vragen, dat ze er zelf niet moer uit wijs
kunnen wonden, laat staan het bleek en
ontdaan proefkonijn, dat gedoemd is te
antwoorden.
En dan de examen-commissie' In wer
kelijkheid zijn het waarschijnlijk louter
goedhartige huisvaders, misschien zelfs al
grootvaders met een hart vol genegenheid1
voor hun kleinkinderen en voor alles wat
jong is, doch in de oogen van de gepij
nigde examinandi lijken ze daar achter
de groene tafel een groep onverbiddelijke
rechters, die genadeloos richten over le
ven en dood. Iedere vraag die ze stellen
Hinkt als een valstrik, ieder woord, dat
ze spreken, als een genadeslag. En wie
weet hoeveel moeite ze zich geven om
een helpende hand uit te steken.
Wat is het leven moeilijk en ingewik
keld in den gezegenden voor-zomer'
Maar ook dit zal voorbij gaanl
Misschien gelukkig en tevreden over bet
behaalde succes, misschien teleurgesteld;
en verdrietig, maar in ieder geval, we zul
len weer rustig' ademhalen cn ongestoord1
kunnen slapen.
Gemengd Nieuws
Het ,,vrooweneil*nd" bij de Dalmafisthe
kust.
In de groote, blauwe Adriatische Ze© lig
gen talrijke kleine eilanden, waarvan Zla-
rin, wel een der schilderachtigste is en
op den vluchtiger, bezoeker den indruk
maakt, dat de bevolking slechts uit vrou
wen bestaat. Wanneer men de reeks ©iland-
jes van de kust af aanschouwt komt on
willekeurig de gedachte naar boven, dat
het er veel van weg beeft, als had de gril
lige hand van een reus al deze Hein©
eilandjes in de zee gestrooid. Vooral in
de morgen- en avondschemering is het als
of zij schakels zijn van één groote keten,
die aan het Dalmatische landschap een
zoo'n bizondere bekoring verleent.
Inderdaad schijnt Zlaxin een eilandje,
waar uitsluitend vrouwen wonen! Wan
neer men zich te Sibenïk in „il trabaccoli"
begeeft een soort zwaar zeilschip, dat
echter door een oliemotor in beweging
gebracht wordt dan valt het aanstonds
op gedurende de korte vaart naar het
kleine rotsachtige Zlarin, dat er behalve
den kapitein en zijn matrozen enkel vrou
wen aan boord zijn.
Levendig onderhouden zij zich met el
kander, terwijl de Hikkende breinaalden,
vlug door haar vingers gaan. Ieder oogen-
blskje, dat zij vrij hebben, omdat ze, be
halve haar plichten als huisvrouw en moe
der, tevens gedurende een groot deel van
het jaar het landwerk moeten verrichten.
Ieder komt onwillekeurig onder de be
koring dezer nijvere vrouwen in haar ty
pische landsdracht met de wijde zwarte
rokken, die onder het gaan zoo grappig
op en neer wippen. Flatteus zijn de bont
gekleurde en donkere hoofddoek, waar
tegen de goudfiligrain-oorringen zoo goed
uitkomen.
Wanneer men wat langer dan enkele - o- a- -
uren op Zlarin vertoeft, dan merkt men haar mannen, die tem. gevaarlijk beroep
op. dat de bevolking, zoodra. de dagen, ver van- huis en baard uitoefenen, ten'
langs de kade bij de haven op en neer
wandelen. De wijde, op bizondere wijze ge
plooide rokken, die zij dragen, wekken on
willekeurig herinneringen op aan de „queue
de Paris" die meer dan vijftig jaren terug
het modebeeld beheerschte. Eng aanslui
tend zijn de bovealyven, waardoor de taille-
lijn nog sierlijker en slanker werkt dan zjj
reeds is. Sterk steken de eigengebreide
witte kousen af tegen de zwarte rokken,
terwijl de in zwarte schoenen gestoken
voetjes elegante pasjes maken. Ziet, hoe
met heimelijk verlangen haar blik zweeft
over de donkere keten van eilandjes aan
den horizon, waarachter zich de boot moet
bevinden, /waarmede haar liefste is uitge
varen I
Waar zal hij thans zijn? Zal de zee ach
rustig houden en de man barer droomeni
een terugkeer mogelijk maken ofzul
len de woedende elementen hem als offer
opeischen
Wachten, geduldig wachten is het pa
rool, al wordt het dezen moedigen vrou
wen en meisjes vaak bang om het harte...
Inderdaad bedreigen zeer vele gevaren
de koraalvisschers en mengeem moet zijn
moeizamea ar bed met den dood1 bekoopen.
Het oude dorpskerkje is vertrouwd ge
raakt met de snikken en zuchten en tra
nen der vrouwen en weet hoeveel gebe
den uit menig angstig en overvol gemoed
opstijgen in uren van vertwijfeling. Angst
om den echtgenoot, den vader, zoon broe
der of verloofde. Het beeld van Maria, de
Moeder der Smarte, stemt de biddende
vrouwen rustig en het is alsof het haar
toefluistert: „Pazienzal" geduld, ge
duld! Slechts in het bedehuis geven zij
uiting aan ihaar bezorgdheid over desa
geliefden man, buiten gekomen toonen zij
weder een zonnig gelaat aan de wereld.
Van generatie op generatie hebben de
vrouwen van dit eiland zich reeds loeren!
aanpassen aan de lange afwezigheid van
eldt hHJjl
ook in Ödscr
aanzien van
warmer wo~'en, hoofdzakelijk uit vrou
wen, kinderen en oude, afgewerkte man
nen bestaat. Een deel dezer Iaatsten kan
zich onledig houden met vischvangst langs
de kust, doch de stoere, krachtige man
nen verlaten aan het einde der lente hun
eiland om in de Adriatische Zee de zeld
zame, rozenroode koralen te visschen, die
zich vasthechten op den bodem. Vele we
ken blijven de koraalvisschers van Zlarin
onderweg, met onbekende l>estemming,
want alleen zij weten, waar deze koralen
te vinden zijn. Ieder jaar opnieuw trekken
zij er met him Heine, gebrekkige vaartui
gen op uit, die gedurende de zomermaan
Sen hun eenige behuizing uitmaken tot
de herfst weer aanbreekt.
Op den morgen van vertrek verzamelen
alle bewoners zich bij de haven, als ware
het een feestdag; daar verschijnt ten slotte:
ook de priester met liet kruis in de hand
om de booten te zegenen.
Zijn alle booten eindelijk vertrokken, dan
wordt bet stil in de smalle, hoekige straat
jes van het oude dorpje en de dagen ver
loop en, de een na den ander, gevuld met
wei ken in huis en op het land. De eerste
voorbereidselen hebben de mannen getrof
fen, doch thans rust op do vrouwen de
plicht om te zorgen, dat de relden be
hoorlijk bewerkt worden, opdat de oogst
voor den winter toereikend zal zijn-
Het lykt wel alsof de vrouwen van Zla
rin nooit klaar zijn met het doen der
wasch, want van 's morgens vroeg tot
's avonds ziet men haar bezig aan de
groote steenen spoelbakken bij de haven,
terwijl haar mond, evenmin als haar han
den een oogenblik stil staat!
Ilel is een ongelooflijk boeiend schouw
spel om deze vrouwen „en masse'" bezig
te zien met de wasch, waartoe de ge
heele omgeving medewerkt.
Boven haar hoofden welft zich de Zui
delijkc hemel in azuur-blauwe kleur en
wedijvert met het kleurenspel van de Adria
tische Zee. De weerschijn der Dalmatische
zon spiegelt zich af op de vroolijk lachen
de gezichten.
Een feit is, dat de bevolking der Zuide
lijke landen een veel opgewekter natuur
bezit en de zorgen zich veel minder op
haar gelaat afteekenen, dan bij de bewo
ners der Noordelijke landen. Men ervaart
het steeds weer ,als men in deze zonnige!
landen vertoeft, dat het is alsof iets druk
kends van de schouders wordt genomen
en de zorgen veel minder zijn en men
in staat is het leven veel meer door een
rose bril te bekijken.
's Avonds na afloop van een welbeste-
den dag, rusten de vrouwen uit, zitten op
de Steenen stoepen en banken voor haar
huisjes, terwijl de jonge meisjes in rijen
van drie of vier of soms nog veel meer.
einde in de lie boetten van hun gezin te
kunnen voorzien. Moedig en met lachend)
gelaat, zonder dat één bange Hachi over
haar lippen komt, nemen zij afscheid eni
wuiven hen na; en eerst als zwarte stipe
jes te zien zijn, keeren zij huiswaarts
De tijd schijnt stil te staan op dit Heine
eiland. Evenals de wijzers van de Hok
op den toren van het raadhuis met on
verbiddelijke nauwgezetheid de seconden,
minuten en uren. aanwijzen, houden zij
zich aan de tradities van de vele geslachr
ten, die vóór haar leefden. Zij volgen de
zeden en gebruiken der oude koraalvis-
schersgezinnen en zouden niet gaarne af
stand doen van de schilderachtige Uee
derdracht, die een harmonisch geheel
vormt met haar persoonlijkheid en om
geving. Alles op dit eiland draagt er toe
bij, om de vrouwen van Zlarin moedig
en hoopvol te doen wachten totdat de
warme zomermaanden verstreken zijn en
de visschers weer op hun eiland terug)
zullen keeren.
Kind verdronken.
Gistermiddag is het drie jarig dochter
tje van de familie P. v. d. Gulik, te Zwaag-
dyk bij Hoorn in een onbewaakt oogenblik
in een sloot gevallen. Even later wérd
het ongeluk ontdekt, en het kind uit het
water gehaald. De levensgeesten waren ech
ter reeds geweken.
Kerk en School
Ned. Herv, Kerk.
Beroepen te Idaart, ds. J. O. A. Nijen-
huis Ockhuysen te Sappemeer; te Opheus-
den, ds. R. W, Steur te Oud-Albias
Aangenomen naar Oosterwolde, ds. G.
Cadée te Arum.
Gerei. Kerken.
Aangenomen naar Rrjnsburg ds. H, t ost
te Ambt-VoUenhove, St. Jansklooster (0v.),
Beroepen te Hafdenberg R. J. W. bij
kamp, hulppred. aldaar.
Hersteld Ev. Luth. Kerk.
Aangenomen naar Enkhuizen, ds. £J. u
c. Visser Jr. te Harlingen.
Faillissementen.
Opgegeven door afd. Handelsinformaties
v, d. Graaf en Co. N.V., Amsterdam.
Uitgesproken:
N. V Mafaver, Maatschappij voor Alge-
meene Fabricatie en Vervoer, statuaïr ge
vestigd te Den Haag, hoofdkantoor houden
de te Rotterdam, Matblenessertaan 211. R.-c.
mr. H. M. B. ter Haiar Romeny. Cur. wr.
W. Huijser, Rotterdam-
Opgeheven wegens gebrek! aan actief;
J C. Peters. Rotterdam-
Ve
m
i
1 J 1. .1»n« \xti-rt Itann fa
vc
e wreWaanzien van
Tl V'