,,Een Kind des Rust, eenvoud, trouw Dr. H. J I IS MORGEN 1 7o JAAR OUD Dat is zijn aller grootste eeretitel TWEEDE BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT f door J Prof. dr. C. GERRETSON V.a Gemengd Nieuws Verduistering te Gouda Een 70 jarige, wakker en kloek, houdt, saevis tranquiilus in undis, het roer van den Staat. - - 1 Eerbiedwaardig Maar waarom golft hem, op dezen kroondag, een zooveel warmer ge voel, dan enkel eerbied, tegen? Hoe komt het, dat hij in breeder volkskring, dan een onzer vroegere staatkundige leiders, erkend'wordt als een nationale figuur? Onmogelijk, Colijn te denken los van de phase van onze staatkun dige ontwikkeling, waarin zijn loopbaan viel en naar den prijs gedongen heeft: het tijdperk van de volle ontwikkeling onzer democratische instellingen, „üolijn", pochte een ontoonbaar manne tje tijdens liet jongste bezoek van den minister-president aan de stad van het Instructiebataljon, „Colijn is mijn slaapje op de, chambrée geweest". Men lachte; maar onbewust had de brave ex-brigges den juisten maat aangegeven, waarmede wij allen bewust of onbe wust, Colijn meten, hij heeft geen andere of betere kansen gehad, dan de geringste onzer. Colijn, en dat is zijn grootste eeretitel/ is ©en kind des volks. Toen, in 1813, na de wederkomst van Oranje en het herstel van den staat, de vraag te berde kwam, hoedanig-de samenstelling moest zijn „van de volks- vertegenwoordiging, d'.i. welke volks groep als pays légal, als de „natie" zou worden aangemerkt, stond men voor de keuze tusschen drie oplossin gen. Men kon het actieve staatsbur gerschap bij uitsluiting toekennen aan den kring der oude regenten; men kon het kiezerscorps uitbreiden tot do ge goede bourgeoisie, die de revolutie tot staatkundig aanzien had gebracht; en men kon, ten slotte, steunen op de gemeente, de „kleine luyden". Het was Hogendorp, die den eersten weg opdrong; het was Kemper, die waar schuwde, dat die weg doodliep en die aanried den staat te vestigen op het „eigen lijke volk". Dfoch Kemper's raad werd, he laas, in den wind geslagen: d'e monarchie werd gevestigd op de smalle basis van de honderden der geconsolideerde aristocratie. En het heeft geduurd tot 1848 eer tot het pays légal ook_jverd§n dpigelateau^te/duj- zenden vain de besté, ;*van cte gegoedbtë, van de braafste ingezetenen", de „werk zame middenstand, die het meest aan den Staat toebrengt". Maar wat beduidde, zelfs na 1848, het „volk achter de kiezers?" Een Colijn zou onder die bedeeling, zijn kans niet heb ben gehad. Eerst de verlaging van den den census heeft den broederen volkskring aandeel aan, en daardoor belang in dien staat geschonken. Elk dier achtereenvolgens tot staatkun dig leven gewekte volksgroepen beeft haar verbeelder gehadGroen vertegenwoordig de de oud'e aristrooratie; Thorbecke d!e groote burgerij; Kuyper de kleine luyden. Keen der natie. Uit die kleine luyden, den bneedian kring van kleine doch zelfstandige boeren en burgers, die van oudsher d'e kern dier na tie hebben 'gevormd, 'is ook Colijn voort gekomen. Zij hadden trouwmis' niet op de toekenning van het staatsburgerschap ge wacht, om zich als burgers van een. nog vrije samenleving in kerk en school in maatschappelijk zelfbestuur te oefenen. En toen ook zij eindelijk begonnen uit te trek ken, om hun aandeel in den staat te ver overen, vonden zij, dank zij Tharbecke's onderwijsorganisatie, de deuren van alle middelbare en hoogeTe scholen, van alle vakinstituten, die tot de militaire en ci viele bedieningen leiddden, wijd open. Het liberale stelsel van volksonderwijs heeft zijn nadoelen gehad; maar zijn on miskenbare voordeel is geweesdat het juist den kleinen luyden de toegang ge opend heeft tot de hoogste staatsamb ten. Maar een toegang, die alleen te beurt viel aan wie het, door eigen bekwaam heid en karakter, verdiende. En de oude ren onder ons, die de chambrée, in haar klassieken vorm, nog hebben gekend, we ten, dat er ook karakter noodig was, om „door den troep" heen omhoog te komen. Cob Colijn heeft den ladder van den ondersten sport op moeten beklimmen. Engelsohe mannen van be teekenis, die tij dens zijn Londenscbe periode met hem m aanraking kwamen, stonden wel eens verbaasd over het alronde van zijn ken nis omtrent alles wat aan de Nederiand- scïie belangen raakte. En inderdaad is the kennis, m vergelijking met die van do grootste politieke leiders uit vroegere tpperken, van -een wonderbaarlijke veel zijdigheid. Dat is te danken juist aan dien loopbaan van onder op. Zijn loopbaan, merkwaardige loopbaan. Begonnen m de volksschool als ondermeester: wei nigen kunnen „uitleggen" als hij. Daarna door de Kampensdhe chambrée en de At- jehsehe troep naar den staf van Van Heuitsz: daar leerde hij bevelen. Met Van Heutez als adviseur mee naar Buitenzorg waar hij werd ingewijd in de geheimen der ar mimstratie. In die vertrouwenspositie leerde hij een groot deel van de Oost de jisu kennen. Op en zijner tochten in de 'Buitenbe zittingen ontving hij, in een inlandsch prauwtje, de rivier van Palembang af zakkend, het telegrafisch bericht van zijn verkiezing tot Tweede Kamerlid. Het par lement opende hem den weg tot zijn eer ste ministerschap. Daarop volgde zijn betrekking tot de Koninklijke, zijn leiderschap van de Asia tic te Londen, een der hoogtepunten van zijn carrière. Hier was hij een leerling in de hoogeschool der wereldfinancien. Zr o heeft hij alle kringen van het na tionale leven: onderwijs, leger, adminïstra- trie en handel moeten doorloopen eer het premierschap hem te beuirt viel. Hoeveel rijker was de sdhat van erva ring, die hij daartoe meebracht, dan die Van Hall en Thorbecke, Heemskerk Sr. en Kuyper, zich hadden kunnen verwer ven! „Al doende"heef-t hij zich zoo tot zijn hooge taak, de leiding des volks, ge vormd. En „al doende" heeft, het volk Lem ieeren kennen en waardeerm Na- D tuurlijkis hij .in de kringen ^vau__^öJ rpajn. inogehjk ^en-jajet mogelijk js. Het is /waarde' geschat. Maar-zijn populariteit onder de massa is eerst langzaam gegroeid. Die populariteit woedt dan ook dieper, dan in instemming niet zijn politiek, die, in een overgangstijdperk als het onze, uit den aard der zaak geen dunrzamen alger rneenen bijval kan vinden. De warmte, vaarm© ie zijn feest wordt meegevierd, straalt dan ook uit van een anderen haard, dan die waarin de politieke partijganger- schap haar vuurtje stookt. Zij komt voort uit de waardeering voor zijn karakter, waarin het volk enkele der beste deugden lief heeft, waardoor het zelf uitblinkt: zijn rust, zijn. eenvoud, zijn trouw. Rust. Zijn rust. Zij is de uitdrukking van een rotsvaste religieuze overtuig ng, die zich zelden uitspreekt, maar die den grond slag is van zijn geheele wezen. Zij open baart zich in zijn sterke beheerschïng van persoonlijke effecten, zij a breede mensche- lfklieid, zijn weldadige objectiviteit in de beöórdeeling" van-personen "en ztakeh'. Die innerlijke rust straalt van hem uit en bebeerscht zijn geheele omgeving. -Het meest .wellicht in bewogen oogeribUkkpn'. Zoo stond hij, de organisator der mo bilisatie, midden in het zenuwachtig ge draaf van hoogen en lagen, op dien ge- denkvaardigen Augustusmiddag 1914, mid den in de groote" zaal der Witte, een weinig wijdbeens, de handen op den sag, met een genoegelijken glimlach op het ge laat: „het loopt". Zoo klonk ook zijn vaderlijk woord tij dens de Tsjechische crisis, toen hij na een kort exposé van den toestand, het volk maande om rustig naar bed te gaan. „Zoo iets'j' merkte een vreemdeling op, „kan toch alleen in Holland." „Maar," luidde het antwoord, „ook in Holland al leen Colijn." Eenvoud, Zijn eenvoud. Ik weet niet, of ik met dit woord mijn meening juist tref. Ik bedoel eigenlijk, niet zoozeer zijn een voud in optreden en omgang, de gelijk matigheid van zijn stemming, de eenpa righeid''van zijn werkwijzen. Bij hem be hoeft men nooit te vreezen, dat hij mor gen anders zal zijn dan gisterenmen weet volkomen wat men aan hem heeft en kan elke reactie vooruit berekenen. Dat maakt, ondanks zijn veeleischendheid, het dienen onder hem tot een dageüjksch feest. „Ik weet niet hoe het komt," hoorde ik eens een zijner secretarissen zeggen bij het verlaten van. zijn werkkamer, „maar bij hem komt men altijd big vandaan." Doch ik bedoelde vooral zijn intellec tueel© structuur, en beter had ik wellicht het wogtg. „klaarheid" gebezigd. Colijn is allerminst^ een gecompliceerde geest i ook de ingewikkeldste vraagstukken worden, door hem hekeken, simple comme bon jour. De quintessens van een balans of eeln budget in drie getallen op een snippier par pier; een beslissing lapidair als een ge- vechfsbevelziedaar het geheim van die onbegrijpelijke werkkracht, die toch altoos zoo noodig, nog tijd en rust weet te vinden, om zich, met volle aandacht te wijden aan een detail. Zijn brein gelijkt een raffina derij. De „intake" kan zoo troebel niet zijn, of na korten tijd komt het er, als door een filter gezeefd; kristalhelder weer uit. Trouw. Zijn trouw. Over zijn hechte trouw in persoonlijke verhoudingen, spreek ik niet In het openbare leven openbaart zij zich, vooral in beproefde trouw aan zijn politiek beginsel. Sommigen zal deze uitspraak ver wonderen. De staatsman Colijn, zullen zij zeggen, is een opportunist. En zonder twijfel is hij dat óók, zooals alle staatslieden van he- "teekenis dat zijn. Staai'feunde is nu eenmaal de leer van het mogelijke, en het is daar door dat de politiek' zoo gevaarlijk is voor onvaste karakters, voor welke zoo spoedig het mogelijke, in den zin van het krachtens beginsel geoorloofde, geïdentificeerd wordt met al wat tot het uiterlijk; succes- dient. Maar Colijn's opportunisme is bepaald door een onverzettelijke norm, die de gren zen markeert tusschen wat hem als staats- Slaande op het platform van deu koninklijken trein wuiven de koningin en de koning van Engeland bij Unn vertrek uit New York naar Canada ten hartelijken groet naar president Roosevelt en zijn echtgenoot©, die hen uitgeleide deden. Rrcsident Roosevelt en zijn echtgenoot© wuiven den koning en de koningin van Engeland een laatst vaarwel toe bij het vertrek van het Britst he koningspaar uit Hyde Park, New York, naar Canada voor hun thuisreis. niet zoo' gemakkelijk:, die norm te"-omschrij ven. Zij ligt, naar 't aati-revolutiónnair be gin se!, op de grens vaaaA'cEe ge-bf-xten van. gezag en vrijheid. Colijn is een man van gezag. Twijfel aan de rechtmatigheid van het gezag waarvan Hij de drager is, is wel nooit bij ihem 'opge komen. Hij kende geen aarzeling in 1918; ihij zou ook thans nog, was er nood, geen aarzeling kennen. Maar Colijn is tevens een man der vrij heid. Hoe weinig moeten zij hem gekend hebben, die aanhangers van on-Nederland- sche beginselen een oogenMik hebben ge meend, dat hij, „in bepaalde omstandighe den", hun man zon kunnen worden. Yrij van doctrinaire afgoderij voor de letter der Grondwet, is zijn constitutioneele gezind heid onlosmakelijk verhonden aan zijn his- torisdh-relïgieuse overtuiging. Het „ik kan ook anders", is voor hem, op deze materie niet toepasselijk. De, zónder twijfel onopzettelijke,'misken ning van zijn onwankelbare begïnseltrouw is, mi. ook de diepere oorzaak van de on tijdige verbreking van de nationale unie, die in het vorig kabinet, niet zonder be zwaar, maar ook niet zonder aanzienlijk voordeel was verwezenlijkt. Tegenstelling? In veler oogen is Colijn als nationale figuur een tegenstelling met Colijn als anti revolutionair staatsman. Colrjn is, rede neert men, nu wel voortgekomen uit dien hekrompen kring der kleine luydten, maar Lij is vroeg in de groote wereld) gekomen en door zijn levensloop en zijn levenserva ring ver boven zijn oorspronkelijk socia«J en geestelijk milieu uitgegroeid^ Hij is een nationale persoonlijkheid ondanks zijn an ti-revolutionair partijleiderschap. Die zoo spreken begrijpen niets van het primum movens van Coign's persoonlijk heid. Naar mijn overtuiging ïs het tegen overgestelde het geval. Colijn is, naar mate hij hooger steeg, met de kleine luyden innerlijk steed's in-, nïger een- gewonden. Hij is geen nationaal staatsman, on danks, maar omdat hij een anti-revo lutionair staatsman is. In zijn markante persoonlijkheid heeft d© kleine minoriteit, die aan onze geschiedenis haar stempel heeft opgedrukt, nog eens van het gansch© volk de erkenning van haar nationale ka rakter en beteekenls afgedwongen. Er zullen, bij dit feest, zonder twijfel veel loftuitingen worden vernomen, die ïn de geschiedenis geen weerklank zullen vin den, De waardeering van levenden ïs ©en Tijdens de herdenking van het feit, dat 310 jaar geleden Piet Hein in den zee slag tegen de Duinkerker kapers sneuvelde, werd gisteren op het admiraalschip van de in de Blaak te Rotterdam liggende ,,Piet Hein-vloot" een krans gehecht door mr. O. Verdoorn, voorzitter der aid. Rotterdam van het N.J.V.B. Tijdens do plechtigheid. DER WOENSDAG 21 JUNI 1939. No. 8220L teedere en moeilijke zaak. De Tijd' oordeelt soms genadeloos over het oordeel d'er tijdi- genooten. Nuchterheid in de waaïrifeering voegt vooral aan die hem genegen zijn. Doch welk oordeel de historie ook over den staatsman, d'en soldaat, d'en econoom, den financier ten slotte zal vellenop één punt voel ik mij verzekerd, dat zij geen afbreuk zal doen aan de gemeen© overtuiging van wie hem na mochten staan In Colijn heeft ons volk een groot karak ter voortgebracht. a GERRETSON. Burgemeester Oud over dr. Colijn. Mr. P. J. Oud, burgemeester van Rot terdam, zal morgenavond omstreeks 8.10 uur voor de A.V.R.0.-microfoon spreken over de beteekenis van de figuur van den minister-president, dr. H. Gohjn, voor ons land en ons volk. Ten nadccle van de gemeente lichtfabrieken. Sedert ©enigen tijd was de Goudsche po litie op het spoor gekomen van diefstallen vah goederen uit de magazijnen van de gemeente-lichtfabriek. Deze stonden on- "voeten gesteld. der beheer mn een magazijnmeester, die tevens chef-monteur der lichtfabrieken is. Op vermoeden dat deze chef-monteur sinds langen lijd materialen uit de fabriek meenam naar huis, stelde de politie een onderzoek in te zijnen huize, waar zij tot do verrassende ontdekking kwam, dat op zolder een groote voorraad' materialen en goederen lag opgestapeld'. Daar wer den aangetroffen talrijke bussen olie en benzine, straatlampen, vijlen, een partijtje schuurpapier, een winkel-inventaris gelijk, waarvan de waaide op circa 8QQ gulden wordt geschat. De politie liet een vrachtauto en een grooten wagen van de gemeentereinigiug requiresren, om alles naar het politie bureau te laten vervoeren. j De 52-jarige chef-monteur, K., werd aan gehouden en heeft een volledige beken tenis afgelegd. Het is gebleken, dat de diefstallen zich hebben uitgestrekt over een perido van tien jaren. Van het gestolene is blijkbaar niets verkocht geworden. Ook heeft de politie door dit onderzeek ontdekt, dat een andere monteur zich heeft schuldig gemaakt aan verduistering van een twaalf tal lampen voor de straatverlichting. Ook deze monteur werd' aangehouden en na dat hg bij zijn verhoor een volledige be kentenis heeft afgelegd', werd' hij op vrije

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 5