Een veelbewogen vacantie Verslag an den Gemeenteraad Vergadering van Vrjjdag, 6 October 1939, 's namiddags 2 nar. Voo-rzitter: de burgemeester, mr. dr. F. L, J. van Haareo. II. De steunregeling voor z.g. zeifstandigen Niet voldoende ingelicht. De heer mr. Nol et (r.k.) heeft ook niet oninteressant gevonden, wat de heer Dinkelaar heeft meegedeeld, maar spr. is het eeus met den heer Gollé, dat 3/4 van het gesprokene door den wethouder overbodig was. Het spijt spr. dat het over blijvende kwart gedeelte niet... op 10 Maart jj. is meegedeeld. Als we dat allemaal geweten hadden, hadden we toen waar schijnlijk het voorstel van B. en W. niet gesteund en was dit misschien niet eens in den raad gekomen! Wat moet nu gedaan worden? Het is niet alleen een kwestie van pro cedure, maar ook van prestige! Blijkbaar is de raad destijds niet goed ingelicht Spr. voelt er weinig voor het besluit van 10 Maart in te trekken; hebben G-ed. Staten bezwaar tegen de regeling, dan moeten zjj bet besluit van den raad maar vernietigen, doch dan geschiedt de buiten- werkingstelhng van de aangenomen rege ling over spr.'s hoofd heen! Vervlogen hoop. De heer Wie ken kamp (a.r.) gelooft ook niet, dat een poging om de regeling alsnog toegepast te krijgen, zal slagen. Het verdient echter alle aanbeveling in dergelijke gevallen eerst eens te informee- ren, of een plan kans van slagen heeft De betrokkenen hebben de hoop ge koesterd, dat er eenige verbetering in him lot zou intreden, maar die hoop is thans de bodem "ingeslagen Spr. zou wenschen, dat B. en W. in den vervolge eeast eens goed informeer den, of een plan kans van slagen heeft Nu slaan we een mal figuur! De heer ir. Houtman (lib.): Wel neen! Altijd risico. De heer mr. Van Velzen (r.k.) zegt, dat de zaak niet zoo eenvoudig is als de heeren Nolet en Wiebenkamp haar stel len. In hun schrijven van 29 September aan den raad zeggen'B. en W.: „Godep. Staten deelden daarop evenwel bij schrijven d.d. 7/8 Juni jj. mede, dat naar hun oordeel de Armenwet de totstandkoming van de gewenschte regeling welke naar hun meening inhield een onderscheid tusschen groepen van armlastigen niet gedoogde, weshalve zij verzochten de intrekking der betreffende begrootingswijzigingen te be vorderen". Spr. heeft begrepen, dat sommige raads leden, die het woord voerden den heer Dinkelaar en het geheele college van B. en W. er een verwijt van maken, dat zij zich niet van te voren vergewist heb ben van goedkeuring van het te nemen raadsbesluit. Er worden echter altijd be sluiten genomen door den raad, waaraan eenig risico is verbonden. Men kan toch niet altijd vooraf naar Gedep. Staten gaan en vragen: Keurt u het goed, als we een dergelijk besluit nemen? Prineipieele meening. Gedep. Staten hebben in dit geval een zeer prineipieele meening kenbaar ge maakt, ni. dat er een zekere categorie arm lastigen zou worden geschapen en het is verbod'en bij de wet verschillende cate gorieën armlastigen te erkennen. Of dat juist is, laat spr. in het midden... 'De'heer Collé (comm.): Allemaal theorie! De heer mr. Van Velzen (r.k.) ...maar we zijn na gekomen in de faze, dat B. en W, aan den raad moeten moedealen: Gedep. Staten keuren het besluit van 10 Maart jj. niet goed en zouden er de voor keur aan geven, als dat besluit werd in getrokken. De procedure. Daartegenover kan men een verschillend standpunt innemen. Onjuist is het te spro ken van een vernietiging van het besluit door Gedep. Staten; dat is staatsrechtelijk uitgesloten. De raad kan zeggen: We gaan op <Je suggestie niet in en dan zulten Gedep. Staten hun goedkeuring aan het besluit van 10 Maart j.l, onthouden. Ver volgens kan de raad op grond van art 244 der Gemeentewet aan de Rroon oor- ziening" vragen d.w.z. verzoeken het be sluit van den raad alsnog goed te keuren. Zóó is de staatsrechtelijke figuur! Het eenige dilemma is dus: Acht de raad het juist op de suggestie van Gedep. Staten in te gaan en dus het voorstel in te trekken of weigert hij dat, om het te laten aankomen op een formeele wei gering van Gedep. Staten om het besluit van 10 Maart jJ. goed te keuren, waarna de raad bij de Kroon voorziening kan vragen, Gedep. Staten nemen een zeer princi pieel standpunt in en spr. gelooft niet, dat B. en W. met overtuigende argumen ten zal kunnen aantoonen, dat de opvat ting van Gedep. Staten onjuist is. Daarmee is deze zaak tot haar ware proporties teruggebracht. De spaarregeling. De heer Hoogend'am (ar.) vraagt, of, als ingevolge de Armenwet door de gemeente meer uitgaven moeten worden gedaan, de belastingbijdrage niet wordt verhoogd. Ei zit aan deze zaak ook nog iets an ders vast, n.l. de z.g. spaarregeling voor crisiswerkloozen. Die spaarregeling is in Rotterdam oorspronkelijk wel ingevoerd voor gesteunde zelfstandigen. Maar hoe is dat verder gegaan? Is die regeling in Rotterdam in stand gebleven? Niet overdrijven. De heer Dinkelaar (sd1.) herinnert er aan, dat de heer Gollé gezegd heeft: Van de rijkscontroleurs is niets goeds te verwachten! Men moet de zaak niet overdrijven! Inderdaad hebben de rijkscontroleurs wel De heer Dinkelaar (s.dt): De heer Gollé heeft beweerd', dat esr gemeenten zijn, waar een betere regeling voor de zelfs tan digsa geldt. Daarop heb ik gezegd: Die zijn niet bekend en zeker is daar geen regeling van kracht, welke niet ge baseerd zon zija op de Armenwet. En daar motiveeren Gedep. Staten hun afwijzend standpoint ten aanzien van het besluit van 10 Maart j.l. mee. Spur regeling. In Rotterdam is de spaarregeling nog gel dig voor armlastigen. Het is de vraag of voor armlastigen geen spaarregeling in el kaar is te zetten, op grond van do Ar menwet. B. en W. hebben gedacht, dat een aparte steunregeling voor z.g. zelfstandi gen mogelijk was, waarvoor dan ook de spaarregeling zou gelden. Het eenige, wat tegen een spaarregeling voor armlastigen is aan te voeren is, dat zij zoo ongelijk werkt Er zijn armlasti gen, die 2 kwartjes of een gulden onder stand per week genieten. Mevr. Benthemde Wilde (sd.): Twee kwartjes De heer Dinkelaar (sd): Ja, inder daad. Als er b.v. nog andere inkomsten zijn. En die menschen zouden dan een kwartje extra krachtens de spaarregeling ontvan gen. De heer Wiekenkamp (a.r.) voelt wel wat voor een spaarregeling voor arm lastigen. De heer Dinkelaar (sd1.): Maar die moet Maatschappelijk Hulpbetoon dan or- ganiseeren. De heer Wiekenkamp (a.r.): Die re geling zou in den zelfden geest als do bestaande moeten werken. Behalve de arm lastige zou ook de gemeente aan het spaar fonds moeten bijdragen en de vraag is, of de gemeente een dergelijke uitgave op dit oogenblik kan dragen. Vriendelijk nd\ies. De voorzitter. In ieder geval is nu de aandacht op dit vraagstuk gevestigd en kan dit thans nader bestudeerd worden. Spr. onderstreept wat de heer Van Vel zen heeft opgemerkt over het intrekken van liet besluit van 10 Maart j 1. Als B. en W. van meening waren: D.; ontworpen regeling is niet goed Zou dit getuigen van een zekere on gedurigheid en van wispelturigheid. Maar die zijn niet de oorzaak van het voorstel van het voorstel om het besluit van 10 Maart jl. in te trekken. De reden daar voor is alleen gelegen in de overweging, dat Gedep. Staten de regeling niet kunnen eens geprobeerd bepaalde kosten in ver band met werkloozenzorg op den rug der goedkeuren en ons vriendelijk geadviseerd gemeente te schuiven,maar anderzijdshebben.- Trek dat besluit in. Op die ma- moet men niet vergeten, dat de regeling nier wordt dan langs vriendelijken weg voor zelfstandigen, die vroeger arbeider een kwestie uit de wereld'geholpen, waren, welke regeling van 19301939 heeft geduurd, eenig is in haar soort in NederlandEn daarvan hebben de zelf standigen in onze gemeente al die jaren aardig geprofiteerd! Daarom is door Den Haag gezegd: Maak een einde aan de be voorrechte positie, waarin een deel der werkloozen in Schiedam verkeert! Wat de regeering in deze zal doen, weel spr. niet Maar wel weet spr., dat als de regeering het niet doet, er nooit een goede oplossing komt voor de zg zelfstandigen, die gesteund moeten wor den. Een regeling, waarbij de kosten voor rekening van de gemeente komen, is voor haar te zwaar. Dat zou extra f20.000 kos ten en de gemeente moet reeds f 50 000 bij passen voor deze categorie! Passen we crisisregeling voor alle z.g. zelfstandigen, toe, dan is daarvoor 90 a f 100.000 per jaar noodig en dat kan de gemeente niet dragen! De Rotterdamsehe regeling. Volgens de Rotterdamsche regeling ont vangen alle armlastigen een gelijke uitkee- ring als de crisiswerkloozen. De heer Collé (comm.): Nou breekt mijn klomp! C?) v Na de lunch sprak hij haar weer. Den heelen morgen had! zij in zijn hoekje ge zeten en 's middags nestelde zij er zich weer. Zij leek bed kleintjes en het was om medelijden me© te krijgen, als men haar de omstandigheden-in aanmerking genomen zoo zag zitten, gehuld in haar dikken mantel en met haar bleeke ge laatskleur. -David had zich den boeien morgen, ai geweld aangedaan, maar nr zwichtte hij én ging naar haar toe. J „Zit u te* piekeren?" zei hij. Zij aarzelde. „Nu, het is ook tamelijk saai hier, vindt u niet?" Hg g»ng hij haar zitten. Ze waren al leen niemand kon hm hooren. „Heeft u, het niet ontzettend' warm in die mantel?" Ze knikte, ,,/a, ontzettend." David was hiermede niet tevreden. „Hoor eens," zei hij. „Ik wil niet onbe scheiden zijn en u liever geen overlast aandoen, maar is dat nu absoluut noodig ik bedoel die maskerade?" Ze keek hem recht in de opgen. „Ja," zei ze. „Ja, ik vrees van wel. Praat er als het u belieft niet over." David aarzelde. „Ik vraag het alleen," zei hij ten laatste, „omdat wel, ik vraag mij af of uw- eh-ziekte noodig zou zijn, als u niet in Westboume zou zijn. Ziet u," vervolgde hij haastig, om haar geen gelegenhheid te geven om te antwoorden. „Ik heb een auto. Het is wel niet zoo'n mooie, maar ik dacht er over, dat we naar Sandy Bay, een vijftien kilometer verderop zouden kun nen gaan om er wat te zwemmen en daarna weer terug te komen." Het meisje keek over het glinsterend© water. Het was een welkome uitnoodiging. Op zoo'n dag zouden weinig menschen d© verlokkingen van het water kunnen weer staan. Zij keek hem aan. „Ik ken u eigenlijk heelemaal niet," zei ze. „Mijn naam is David Blest," zei hij. „Ik. ken hier geen sterveling. Ik ben hier zan der familie of vrienden en ik zou het erg prettig vinden om n naar Sandy Bay te rijden." Het meisje keek nog eens naar bet wa ter. Dan stond zij op. „Het is eigenlijk idioot en het onnoozel- stè wat ik'doen kan;" zei ze, „maar also wist hoe die mantel Waar is de auto?" Als B. en W. overtuigd' waren gelijk te hebben en ook gelijk te zullen krijgen, als de raad aan de Kroon voorziening zou vragen, stond de zaak nog anders Maar de heeren Dinkelaar en Fan Felzen heb ben reeds uiting gegeven aan de vrees, dat de raad aan het kortste eind zoui trekken. Is het onder deze omstandigheden niet beter aan de suggestie van Gedep. Staten te "voldoen en de onaangename kanten, die aan deze zaak zitten, af te slijpen? Overbodig. Het voorstel-ColJé is overbodig. De raad handhaaft het besluit van 10 Maart j.l. en stemt dus tegen het voorstel van B. en W. óf hij vo'gt de wenk van Gedep. Staten op en trekt liet besluit van 10 Maart j.l. in. Indien de raad tot liet laatste besluit, doet hij dan ondanks dit tegen haar ge voelens in gaat en zeker gaarne de aange nomen regeling toegepast zou zien. De in trekking geschiedt dan uit overweging, dat het besluit van 10 Maart j.l. toch niet goed gekeurd wordt Er is dus geen apart voorstel-Collè noodig. Als de raad mocht weigeren het besluit m te trekken, wordt dat door Gedep. Staten vernietigd m cfau kan de raad tegen dl© beslissing eventueel in beroep komen. Spr. vraagt, of een der leden stemming wenseht Het principe. De heer mr. Nolet (r.k.) zegt, dat voor hem het principe de hoofdzaak is. De heeren Dinkelaar en Van Velzen hebben spr. zijn bezwaren niet uit het hoofd ge praat. Wat de heer Dinkelaar nu heeft ge zegd, had hij 10 Maart jj. moeten mee- deel en. Nooit heeft spr. iemand met zooveel vuur hooren .bestrijden, wat hij eerst heeft aanbevolen. Wie de macht heelt. De voorzitter deelt mee, dat na 10 Maart B. en W. meermalen hun stand punt hebben verdedigt!. Maar Gedep. Staten neggen: Wilt gij hukken of gaat anders naar de Kroon! Het kan best zijn, dat we op 10 Maart jj. meenden 90 pCt. kans te hebben, dat de ontworpen regeling zou worden goed gekeurd, maar dat men later bezwaren hoort aangevoeld, die gewicht m de schaal leggen. Daarbij is het best mogelijk, dat wij het onderling eens zijn, maar wie de macht heeft, wil niet dat gegaan wordt m de richting als wij zouden wenschen. Indien wij meenden zooveel kans van slagen te laebben bij de Kroon als we op 10 Maart j.l. dachten t© hebben bij Gedep. Staten, zouden tB. en W. thans niet met het voo re tel komen de regeling in te trekken. B. en W. hebben gezien: De raad krijgt geen gelijk. En als men dat voelt is hei dan niet beter het besluit terug te nemen De heer mr. Nolet (r.k.): Die redenee ring houdt de erkenning in ,dat in Maart deze zaak niet goed is voorbere'd. De voorzitter ontkent dit. Indien waar was, wat de heer Nolet beweert, zou elk pleidooi zonder een ge waarde zijn. De hee mr. Nolet (r.k.): Vóór 10 Maart is Let een wikken en wegen ge weest, of B. en W. met een dergelijke regeling zouden komen. Zij zijn daarmee gekomen en nu beroept de lieer Dinkelaar zich bij zijn pleidooi om het besluit weer in te trekken op financieel© consequenties. Die heeft men dus blijkbaar destijds niet doorzien! - Te sterk. De lieer S-la ven burg (c.h.) merkt op, dat niet elk geschil, dat tusschen den raad en Gedep. Staten zich voordoet, voor de Kroon kan worden uitgevochten, Gedep. Staten zeggenWij kunnen het be sluit van 10 Maart j.l. niet goedkeuren en volgens den heer Nolet moet daarop het antwoord van den raad zijn: Dan gaan we naar de Kroont Dat is spr. te sterk. Er is een steunregeling van Maatschap pelijk Hulpbetoon en daar naast een rege ling voor crisiswerkloozen. Er zijn crisis werkloozen, die eigenlijk vallen onder tie regeling voor de crisiswerkloozen, maar (och ondergebracht zijn hij Maatschappelijk Hulpbetoon. Hoe kunnen we die menschen Ihelpen? De heer Dinkelaar en wij allen dragen die menschen een warm hart toe. Twee manieren. Er zijn twee manieren om die werkloozen te helpen: le. Alle normen van Maatschappelijk Hulpbetoon t© veöhoogen, maar dat is fi nancieel niet mogelijk; 2e. een groep door Maatschappelijk Hulp betoon gesteunden, de z.g. zelfstandigen, uit te schakelen en voor deze een betere regeling vast te stellen, b.v. gelijk aan die voor de crisis-werkloozen. De raad heeft 10 Maart j.l. tot het laatst© besloten. Gedep. Staten gingen niet mee. B. en W, waren zich bewust, dat Gedep. Staten tegenwerpingen zouden maken; in- derdaad is dat ook geschied: zij zijn geko- De oude Charlie, die zag, hoe David' het zielige figuurtje behulpzaam was, schudde zijn hoofd. Volgens zijn meening was David stapelgek. 's Middags om een uur of half zes, na de zwempartij, die heel wat tijd! in beslag genomen had, liet David op verzoek van zijn gezellin de auto'een kilometer of tien voor Westboume stilhouden. „Het spijt mij wel," zei ze, „maar ik kan mijn niake-up niet verzorgen als wij zoo heen en weer schudden. Het moet heel zorgvuldig gebeuren." David ging er eens makkelijk bij zitten en keek er bij toe. Hij was belachelijk ge lukkig. Gedurende drie uren, was hij alle moorden en misdaden vergeten, wat op zichzelf al een record was. Zij hadden met wederzijdsch goedvinden niet over zaken gesproken en voor het eerst in zijn leven was David ermee te vreden geweest, dat een mysterie onopge lost bleef. Judy Wellington was heel anders, chin de meisjes die hij tot nu toe ontmoet had. Ze was intelligent, ze bezat charme en z» was neg heel knap ook,' bedacht hij, ter wijl hij naar haar levendige oogen en naar haar blozende wangen keek. Het was eigenijk niet goed onder woor den te brengen, ho© David* Judy Welling ton vond. Hij was sinds zijn - veertiende jaar, toen hij zijn hart verloren had aan een .sprookjeskoningin ..uit ^eaa - loaned- stukje) niet meerverliefd geweest èa de nieuwe en buitengewone gevoelens wer den door hem niet als zoo-danig herkend. De middag was voorbijgegaan als een verrukkelijke droom en hij kwam nu, als met een schok tot de werkelijkheid terug. Judy Wellington opende het koffertje op haar schoot „Is het noodzakelijk?" vroeg hij. „Wer kelijk beslist noodzakelijk?" Een oogenblik betrok haar gezicht en er kwam iets in haar oogen, dat hij er bij liun vorige ontmoetingen ook in gezien had, maar waar hij nu pas op lette. Het was geen verbazing of angst, maar grim mige beslistheid, een vastberadenheid om iets, ten koste van wat ook, door te zet ten. „Ja," zei ze. „Ik vrees van wel," ver volgde zij iets zachter. „Mijn ziekte wordt een beetje lapwerk. Ik ben bang, dat bet goedje na het zeewater niet erg goed houdt." „Wat is het voor spui?" vroeg hij. Ze glimlachte. „Om het precies te zeg gen, het wordt schoonheidsmasker ge noemd'. Een goedje, dat je eigenlijk 's nachts op je gezicht moet doen, om het er dan 's morgens weer af te wasschen, Ik ontdekte het al heel lang geleden. Het laat mg erg ziekelijk uitzien vindt u niet?" „Afgrijselijk," zei hjj en voegde er bruusk aan toe: „Zeg eens, ik zou willen, dat u het niet meer deed" y Ze keek ©ogenblikkelijk weer ernstig. s men met wettelijke tegenwerpingen. Zfj zeg. gen tot het gemeentebestuur van Schiedam: De Armenwet schrijft voor dat indivio'u-eeel gesteund moet worden en gij gaat personen groepsgewijs steunen. Met deze redeneering staan GeJ»p. Sta- ten liecl sterk! De heer mr. Nolet (r.k.): Dat hadden B. en W. vroeger moeten zien! De heer Slavenburg (c.h,): Dat heb- hen we gedaan. Het is tenslotte een kwestie van interpretatie. De mogelijkheid bestond' dat Gedep. Staten met ons zouden meegaan, maar Gedep. Staten doen dat niet! Nu kan de raad van deze zaak ©en prestige-kwestie maken en zeggen: Als Ged. Staten hun goedkeuring aan ons besluit untihouden,, gaan wij naar de Kroon. Maar daar krijgen we geen gelijk, want het geldt hier een wets-inteipretatie. Als dat vast staat, waarom zouden we dan een beslissing nemen, die ons op voet van ©odog brengt met Gedep. Sta- ten, die wij ook in de toekomst nog noodig zuilen hebben! Daarom adviseert spr.Trek het be sluit, dat niet op de wet steunt, int Dat is ook in het belang van de be trokkenen! De heer Dinkelaar (s.d.) herinnert er aan bij de beliandeling voor het voor stel in Maart te hebben gezegd: Laat de raad niet zooveel over deze aangelegen- beid praten. Daarmee heeft spr. bedoeld te zeggen: Het is beter te trachten binnen kamers met Gedep. Staten tot overeen stemming zien te komen. Maar Gedep. Sta ten hebben zich op het principieel© stand punt geplaatst en daardoor staan zij sterk. De voorzitter: Verlangt men stem ming over het voorstel van B. en W. De heer Collé (comm.) antwoordt be vestigend. Het voorstel van B. en W. om het raads besluit van 10 Maart j.S. ten aanzien van de z.g. zelfstandigen in te trekken, wordt de z.g. zelfstandigen in te trekken, wordt in stemming gebracht en aangenomen met 28 tegen 2 stemmen. Voor stemden de heeren Schefters, Van Pelt, Bergman, Mak, Van Duinhoven, Hoo- gendam, P. A. v. d. Berg, Van Lith, Scheur kogel, v. d. Kraan, Smit, Wiekenkamp, Etman, mevr. Benthemde Wilde, de heeren Blazer, Hoek, ir. Houtman, mr. Van Velzen, Slavenburg, Dinkelaar, De Wagenaar, Hartkoom, Kramers, Van Op pen, mr. Bochove, Jamse, Meijer en De Bruin. Tegen stemden de heeren Collé en mr. Nolet. Gemengd Nieuws Motorrijder tegen auto gebotst. GisterocLuena om 7 uur is de motor rijder Oostweg uit Exloo te Meppel tegen een passeerende auto, bestuurd door een. tandarts uit Veendam, gebotst. In bewusteloozen toestand is het slacht offer naar het Ned1. Herv. Diakonessenhuis te Meppel vervoerd Zijn toestand baart zorg. Storm aan de Spaansehe kust Sedert gisteren woedt een zw are storm aan de kust van Cantabne. De vis- schersbooien keeren ijlings naar de ha ven terug Er zijn verscheidene ongeluk ken gebeüTd. Twee mannen zijn van een treiler ge,:! a sen en verdronken. Bijna alle schepen, ■«"elke in den storm geraakten, hebben averij bekomen. Ontploffing in New-York. lu een ververij op Madison Square te New-York zijn door een onlploEfing twee peTsonen om het leven gekomen en mem: dan twintig gewond. De muur van een belendende bioscoop stortte in, waarvan een korte paniek het gevolg was. „Ik wilde ook dat het niet hoefde," zei ze. „Maar ik vrees, dat het wel moet. En hoort u eens, ik wilde u meteen voor alles bedanken, want ik veronderstel, dat wij elkaar na vandaag niet meer zullen zien. „0 en waarom niet?" In weerwil van zichzelf klonk zijn stem erg verlangend. Zij schudde haar hoofd. „Ik kan het niet uitleggen. En u be loofde, dat u niet meer zoudt vragen. Hij voelde zich diep ellendag. De zomer avond' was erg koel en mooi na d© liilte van dien dag. Zij scheen erdoor onder den indruk te komen, want zij pauzeerde een oogenblik met een. zalfpotje in haar hand!. „ik weet wel, dat het u erg vreemd meet ijken, waf ik af©© maar ik kan u er niet alles van vertellen. Eén ding, ocuk ik. zaï ik u moeten uitleggen. Ik - bon naar het Arcadian-hotel gekomen, om den man te ontmoeten, met wien ik zal trouwen." Hij staarde haar totaal onthutst aan. „Kent u hem?" zei hij ten laatste. „Neen," zei ze. „Nog niet. Mij» voog-i brengt hem vandaag of morgen bij me.' Inspecteur Biest voelde zich plotseling terneergeslagen, zóó erg, dat hij bang was zich belachelijk te maken, en daaroiA probeerde hij zijn gemoedsstemming ach-^ ter luchthartigheid te verbergen: (Wordt vervolgd). 1Vaar hel EngeUch van Maxwell March Geen oorlog! (Wordt cerooiqd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 6