Een veelbewogen
vacantie
Verslag an den Gemeenteraad
Vergadering van Vrjjdag, 6 October 1939,
's namiddags 2 nar.
Voo-rzitter: de burgemeester, mr. dr.
F. L, J. van Haareo.
II.
De steunregeling
voor z.g. zeifstandigen
Niet voldoende ingelicht.
De heer mr. Nol et (r.k.) heeft ook
niet oninteressant gevonden, wat de heer
Dinkelaar heeft meegedeeld, maar spr. is
het eeus met den heer Gollé, dat 3/4
van het gesprokene door den wethouder
overbodig was. Het spijt spr. dat het over
blijvende kwart gedeelte niet... op 10 Maart
jj. is meegedeeld. Als we dat allemaal
geweten hadden, hadden we toen waar
schijnlijk het voorstel van B. en W. niet
gesteund en was dit misschien niet eens
in den raad gekomen!
Wat moet nu gedaan worden?
Het is niet alleen een kwestie van pro
cedure, maar ook van prestige! Blijkbaar
is de raad destijds niet goed ingelicht
Spr. voelt er weinig voor het besluit
van 10 Maart in te trekken; hebben G-ed.
Staten bezwaar tegen de regeling, dan
moeten zjj bet besluit van den raad maar
vernietigen, doch dan geschiedt de buiten-
werkingstelhng van de aangenomen rege
ling over spr.'s hoofd heen!
Vervlogen hoop.
De heer Wie ken kamp (a.r.) gelooft
ook niet, dat een poging om de regeling
alsnog toegepast te krijgen, zal slagen.
Het verdient echter alle aanbeveling in
dergelijke gevallen eerst eens te informee-
ren, of een plan kans van slagen heeft
De betrokkenen hebben de hoop ge
koesterd, dat er eenige verbetering in him
lot zou intreden, maar die hoop is thans
de bodem "ingeslagen
Spr. zou wenschen, dat B. en W. in
den vervolge eeast eens goed informeer
den, of een plan kans van slagen heeft
Nu slaan we een mal figuur!
De heer ir. Houtman (lib.): Wel
neen!
Altijd risico.
De heer mr. Van Velzen (r.k.) zegt,
dat de zaak niet zoo eenvoudig is als de
heeren Nolet en Wiebenkamp haar stel
len.
In hun schrijven van 29 September aan
den raad zeggen'B. en W.: „Godep. Staten
deelden daarop evenwel bij schrijven d.d.
7/8 Juni jj. mede, dat naar hun oordeel
de Armenwet de totstandkoming van de
gewenschte regeling welke naar hun
meening inhield een onderscheid tusschen
groepen van armlastigen niet gedoogde,
weshalve zij verzochten de intrekking der
betreffende begrootingswijzigingen te be
vorderen".
Spr. heeft begrepen, dat sommige raads
leden, die het woord voerden den heer
Dinkelaar en het geheele college van B.
en W. er een verwijt van maken, dat zij
zich niet van te voren vergewist heb
ben van goedkeuring van het te nemen
raadsbesluit. Er worden echter altijd be
sluiten genomen door den raad, waaraan
eenig risico is verbonden. Men kan toch
niet altijd vooraf naar Gedep. Staten gaan
en vragen: Keurt u het goed, als we een
dergelijk besluit nemen?
Prineipieele meening.
Gedep. Staten hebben in dit geval een
zeer prineipieele meening kenbaar ge
maakt, ni. dat er een zekere categorie arm
lastigen zou worden geschapen en het is
verbod'en bij de wet verschillende cate
gorieën armlastigen te erkennen. Of dat
juist is, laat spr. in het midden...
'De'heer Collé (comm.): Allemaal
theorie!
De heer mr. Van Velzen (r.k.) ...maar
we zijn na gekomen in de faze, dat B.
en W, aan den raad moeten moedealen:
Gedep. Staten keuren het besluit van 10
Maart jj. niet goed en zouden er de voor
keur aan geven, als dat besluit werd in
getrokken.
De procedure.
Daartegenover kan men een verschillend
standpunt innemen. Onjuist is het te spro
ken van een vernietiging van het besluit
door Gedep. Staten; dat is staatsrechtelijk
uitgesloten. De raad kan zeggen: We gaan
op <Je suggestie niet in en dan zulten
Gedep. Staten hun goedkeuring aan het
besluit van 10 Maart j.l, onthouden. Ver
volgens kan de raad op grond van art
244 der Gemeentewet aan de Rroon oor-
ziening" vragen d.w.z. verzoeken het be
sluit van den raad alsnog goed te keuren.
Zóó is de staatsrechtelijke figuur!
Het eenige dilemma is dus: Acht de
raad het juist op de suggestie van Gedep.
Staten in te gaan en dus het voorstel
in te trekken of weigert hij dat, om het
te laten aankomen op een formeele wei
gering van Gedep. Staten om het besluit
van 10 Maart jJ. goed te keuren, waarna
de raad bij de Kroon voorziening kan
vragen,
Gedep. Staten nemen een zeer princi
pieel standpunt in en spr. gelooft niet,
dat B. en W. met overtuigende argumen
ten zal kunnen aantoonen, dat de opvat
ting van Gedep. Staten onjuist is.
Daarmee is deze zaak tot haar ware
proporties teruggebracht.
De spaarregeling.
De heer Hoogend'am (ar.) vraagt,
of, als ingevolge de Armenwet door de
gemeente meer uitgaven moeten worden
gedaan, de belastingbijdrage niet wordt
verhoogd.
Ei zit aan deze zaak ook nog iets an
ders vast, n.l. de z.g. spaarregeling voor
crisiswerkloozen. Die spaarregeling is in
Rotterdam oorspronkelijk wel ingevoerd
voor gesteunde zelfstandigen. Maar hoe
is dat verder gegaan? Is die regeling in
Rotterdam in stand gebleven?
Niet overdrijven.
De heer Dinkelaar (sd1.) herinnert
er aan, dat de heer Gollé gezegd heeft:
Van de rijkscontroleurs is niets goeds te
verwachten!
Men moet de zaak niet overdrijven!
Inderdaad hebben de rijkscontroleurs wel
De heer Dinkelaar (s.dt): De heer
Gollé heeft beweerd', dat esr gemeenten zijn,
waar een betere regeling voor de zelfs tan
digsa geldt. Daarop heb ik gezegd: Die
zijn niet bekend en zeker is daar
geen regeling van kracht, welke niet ge
baseerd zon zija op de Armenwet. En daar
motiveeren Gedep. Staten hun afwijzend
standpoint ten aanzien van het besluit
van 10 Maart j.l. mee.
Spur regeling.
In Rotterdam is de spaarregeling nog gel
dig voor armlastigen. Het is de vraag of
voor armlastigen geen spaarregeling in el
kaar is te zetten, op grond van do Ar
menwet. B. en W. hebben gedacht, dat een
aparte steunregeling voor z.g. zelfstandi
gen mogelijk was, waarvoor dan ook de
spaarregeling zou gelden.
Het eenige, wat tegen een spaarregeling
voor armlastigen is aan te voeren is, dat
zij zoo ongelijk werkt Er zijn armlasti
gen, die 2 kwartjes of een gulden onder
stand per week genieten.
Mevr. Benthemde Wilde (sd.):
Twee kwartjes
De heer Dinkelaar (sd): Ja, inder
daad. Als er b.v. nog andere inkomsten
zijn.
En die menschen zouden dan een kwartje
extra krachtens de spaarregeling ontvan
gen.
De heer Wiekenkamp (a.r.) voelt
wel wat voor een spaarregeling voor arm
lastigen.
De heer Dinkelaar (sd1.): Maar die
moet Maatschappelijk Hulpbetoon dan or-
ganiseeren.
De heer Wiekenkamp (a.r.): Die re
geling zou in den zelfden geest als do
bestaande moeten werken. Behalve de arm
lastige zou ook de gemeente aan het spaar
fonds moeten bijdragen en de vraag is, of
de gemeente een dergelijke uitgave op dit
oogenblik kan dragen.
Vriendelijk nd\ies.
De voorzitter. In ieder geval is nu
de aandacht op dit vraagstuk gevestigd en
kan dit thans nader bestudeerd worden.
Spr. onderstreept wat de heer Van Vel
zen heeft opgemerkt over het intrekken
van liet besluit van 10 Maart j 1. Als B.
en W. van meening waren: D.; ontworpen
regeling is niet goed
Zou dit getuigen van een zekere on
gedurigheid en van wispelturigheid. Maar
die zijn niet de oorzaak van het voorstel
van het voorstel om het besluit van 10
Maart jl. in te trekken. De reden daar
voor is alleen gelegen in de overweging,
dat Gedep. Staten de regeling niet kunnen
eens geprobeerd bepaalde kosten in ver
band met werkloozenzorg op den rug der goedkeuren en ons vriendelijk geadviseerd
gemeente te schuiven,maar anderzijdshebben.- Trek dat besluit in. Op die ma-
moet men niet vergeten, dat de regeling nier wordt dan langs vriendelijken weg
voor zelfstandigen, die vroeger arbeider een kwestie uit de wereld'geholpen,
waren, welke regeling van 19301939
heeft geduurd, eenig is in haar soort in
NederlandEn daarvan hebben de zelf
standigen in onze gemeente al die jaren
aardig geprofiteerd! Daarom is door Den
Haag gezegd: Maak een einde aan de be
voorrechte positie, waarin een deel der
werkloozen in Schiedam verkeert!
Wat de regeering in deze zal doen,
weel spr. niet Maar wel weet spr., dat
als de regeering het niet doet, er nooit
een goede oplossing komt voor de zg
zelfstandigen, die gesteund moeten wor
den. Een regeling, waarbij de kosten voor
rekening van de gemeente komen, is voor
haar te zwaar. Dat zou extra f20.000 kos
ten en de gemeente moet reeds f 50 000 bij
passen voor deze categorie! Passen we
crisisregeling voor alle z.g. zelfstandigen,
toe, dan is daarvoor 90 a f 100.000 per
jaar noodig en dat kan de gemeente niet
dragen!
De Rotterdamsehe regeling.
Volgens de Rotterdamsche regeling ont
vangen alle armlastigen een gelijke uitkee-
ring als de crisiswerkloozen.
De heer Collé (comm.): Nou breekt
mijn klomp!
C?)
v Na de lunch sprak hij haar weer. Den
heelen morgen had! zij in zijn hoekje ge
zeten en 's middags nestelde zij er zich
weer. Zij leek bed kleintjes en het was
om medelijden me© te krijgen, als men
haar de omstandigheden-in aanmerking
genomen zoo zag zitten, gehuld in haar
dikken mantel en met haar bleeke ge
laatskleur.
-David had zich den boeien morgen, ai
geweld aangedaan, maar nr zwichtte hij
én ging naar haar toe.
J „Zit u te* piekeren?" zei hij.
Zij aarzelde. „Nu, het is ook tamelijk
saai hier, vindt u niet?"
Hg g»ng hij haar zitten. Ze waren al
leen niemand kon hm hooren.
„Heeft u, het niet ontzettend' warm in
die mantel?"
Ze knikte, ,,/a, ontzettend."
David was hiermede niet tevreden.
„Hoor eens," zei hij. „Ik wil niet onbe
scheiden zijn en u liever geen overlast
aandoen, maar is dat nu absoluut noodig
ik bedoel die maskerade?"
Ze keek hem recht in de opgen.
„Ja," zei ze. „Ja, ik vrees van wel.
Praat er als het u belieft niet over."
David aarzelde.
„Ik vraag het alleen," zei hij ten laatste,
„omdat wel, ik vraag mij af of uw-
eh-ziekte noodig zou zijn, als u niet in
Westboume zou zijn. Ziet u," vervolgde
hij haastig, om haar geen gelegenhheid te
geven om te antwoorden. „Ik heb een
auto. Het is wel niet zoo'n mooie, maar ik
dacht er over, dat we naar Sandy Bay, een
vijftien kilometer verderop zouden kun
nen gaan om er wat te zwemmen en
daarna weer terug te komen."
Het meisje keek over het glinsterend©
water. Het was een welkome uitnoodiging.
Op zoo'n dag zouden weinig menschen d©
verlokkingen van het water kunnen weer
staan.
Zij keek hem aan. „Ik ken u eigenlijk
heelemaal niet," zei ze.
„Mijn naam is David Blest," zei hij. „Ik.
ken hier geen sterveling. Ik ben hier zan
der familie of vrienden en ik zou het erg
prettig vinden om n naar Sandy Bay te
rijden."
Het meisje keek nog eens naar bet wa
ter. Dan stond zij op.
„Het is eigenlijk idioot en het onnoozel-
stè wat ik'doen kan;" zei ze, „maar also
wist hoe die mantel Waar is de auto?"
Als B. en W. overtuigd' waren gelijk te
hebben en ook gelijk te zullen krijgen,
als de raad aan de Kroon voorziening zou
vragen, stond de zaak nog anders Maar
de heeren Dinkelaar en Fan Felzen heb
ben reeds uiting gegeven aan de vrees,
dat de raad aan het kortste eind zoui
trekken.
Is het onder deze omstandigheden niet
beter aan de suggestie van Gedep. Staten
te "voldoen en de onaangename kanten,
die aan deze zaak zitten, af te slijpen?
Overbodig.
Het voorstel-ColJé is overbodig.
De raad handhaaft het besluit van 10
Maart j.l. en stemt dus tegen het voorstel
van B. en W. óf hij vo'gt de wenk van
Gedep. Staten op en trekt liet besluit van
10 Maart j.l. in.
Indien de raad tot liet laatste besluit,
doet hij dan ondanks dit tegen haar ge
voelens in gaat en zeker gaarne de aange
nomen regeling toegepast zou zien. De in
trekking geschiedt dan uit overweging, dat
het besluit van 10 Maart j.l. toch niet goed
gekeurd wordt
Er is dus geen apart voorstel-Collè
noodig.
Als de raad mocht weigeren het besluit
m te trekken, wordt dat door Gedep.
Staten vernietigd m cfau kan de raad
tegen dl© beslissing eventueel in beroep
komen.
Spr. vraagt, of een der leden stemming
wenseht
Het principe.
De heer mr. Nolet (r.k.) zegt, dat voor
hem het principe de hoofdzaak is. De
heeren Dinkelaar en Van Velzen hebben
spr. zijn bezwaren niet uit het hoofd ge
praat. Wat de heer Dinkelaar nu heeft ge
zegd, had hij 10 Maart jj. moeten mee-
deel en. Nooit heeft spr. iemand met zooveel
vuur hooren .bestrijden, wat hij eerst heeft
aanbevolen.
Wie de macht heelt.
De voorzitter deelt mee, dat na
10 Maart B. en W. meermalen hun stand
punt hebben verdedigt!. Maar Gedep. Staten
neggen: Wilt gij hukken of gaat anders
naar de Kroon!
Het kan best zijn, dat we op 10 Maart
jj. meenden 90 pCt. kans te hebben, dat
de ontworpen regeling zou worden goed
gekeurd, maar dat men later bezwaren
hoort aangevoeld, die gewicht m de schaal
leggen.
Daarbij is het best mogelijk, dat wij
het onderling eens zijn, maar wie de macht
heeft, wil niet dat gegaan wordt m de
richting als wij zouden wenschen.
Indien wij meenden zooveel kans van
slagen te laebben bij de Kroon als we op
10 Maart j.l. dachten t© hebben bij Gedep.
Staten, zouden tB. en W. thans niet met
het voo re tel komen de regeling in te
trekken.
B. en W. hebben gezien: De raad krijgt
geen gelijk. En als men dat voelt is hei
dan niet beter het besluit terug te nemen
De heer mr. Nolet (r.k.): Die redenee
ring houdt de erkenning in ,dat in Maart
deze zaak niet goed is voorbere'd.
De voorzitter ontkent dit. Indien
waar was, wat de heer Nolet beweert, zou
elk pleidooi zonder een ge waarde zijn.
De hee mr. Nolet (r.k.): Vóór 10
Maart is Let een wikken en wegen ge
weest, of B. en W. met een dergelijke
regeling zouden komen. Zij zijn daarmee
gekomen en nu beroept de lieer Dinkelaar
zich bij zijn pleidooi om het besluit weer
in te trekken op financieel© consequenties.
Die heeft men dus blijkbaar destijds niet
doorzien! -
Te sterk.
De lieer S-la ven burg (c.h.) merkt op,
dat niet elk geschil, dat tusschen den
raad en Gedep. Staten zich voordoet, voor
de Kroon kan worden uitgevochten,
Gedep. Staten zeggenWij kunnen het be
sluit van 10 Maart j.l. niet goedkeuren en
volgens den heer Nolet moet daarop het
antwoord van den raad zijn: Dan gaan we
naar de Kroont
Dat is spr. te sterk.
Er is een steunregeling van Maatschap
pelijk Hulpbetoon en daar naast een rege
ling voor crisiswerkloozen. Er zijn crisis
werkloozen, die eigenlijk vallen onder tie
regeling voor de crisiswerkloozen, maar
(och ondergebracht zijn hij Maatschappelijk
Hulpbetoon. Hoe kunnen we die menschen
Ihelpen? De heer Dinkelaar en wij allen
dragen die menschen een warm hart toe.
Twee manieren.
Er zijn twee manieren om die werkloozen
te helpen:
le. Alle normen van Maatschappelijk
Hulpbetoon t© veöhoogen, maar dat is fi
nancieel niet mogelijk;
2e. een groep door Maatschappelijk Hulp
betoon gesteunden, de z.g. zelfstandigen,
uit te schakelen en voor deze een betere
regeling vast te stellen, b.v. gelijk aan die
voor de crisis-werkloozen.
De raad heeft 10 Maart j.l. tot het laatst©
besloten.
Gedep. Staten gingen niet mee.
B. en W, waren zich bewust, dat Gedep.
Staten tegenwerpingen zouden maken; in-
derdaad is dat ook geschied: zij zijn geko-
De oude Charlie, die zag, hoe David' het
zielige figuurtje behulpzaam was, schudde
zijn hoofd. Volgens zijn meening was David
stapelgek.
's Middags om een uur of half zes, na
de zwempartij, die heel wat tijd! in beslag
genomen had, liet David op verzoek van
zijn gezellin de auto'een kilometer of tien
voor Westboume stilhouden.
„Het spijt mij wel," zei ze, „maar ik kan
mijn niake-up niet verzorgen als wij zoo
heen en weer schudden. Het moet heel
zorgvuldig gebeuren."
David ging er eens makkelijk bij zitten
en keek er bij toe. Hij was belachelijk ge
lukkig. Gedurende drie uren, was hij alle
moorden en misdaden vergeten, wat op
zichzelf al een record was.
Zij hadden met wederzijdsch goedvinden
niet over zaken gesproken en voor het
eerst in zijn leven was David ermee te
vreden geweest, dat een mysterie onopge
lost bleef.
Judy Wellington was heel anders, chin
de meisjes die hij tot nu toe ontmoet had.
Ze was intelligent, ze bezat charme en z»
was neg heel knap ook,' bedacht hij, ter
wijl hij naar haar levendige oogen en naar
haar blozende wangen keek.
Het was eigenijk niet goed onder woor
den te brengen, ho© David* Judy Welling
ton vond. Hij was sinds zijn - veertiende
jaar, toen hij zijn hart verloren had aan
een .sprookjeskoningin ..uit ^eaa - loaned-
stukje) niet meerverliefd geweest èa de
nieuwe en buitengewone gevoelens wer
den door hem niet als zoo-danig herkend.
De middag was voorbijgegaan als een
verrukkelijke droom en hij kwam nu, als
met een schok tot de werkelijkheid terug.
Judy Wellington opende het koffertje
op haar schoot
„Is het noodzakelijk?" vroeg hij. „Wer
kelijk beslist noodzakelijk?"
Een oogenblik betrok haar gezicht en
er kwam iets in haar oogen, dat hij er bij
liun vorige ontmoetingen ook in gezien
had, maar waar hij nu pas op lette. Het
was geen verbazing of angst, maar grim
mige beslistheid, een vastberadenheid om
iets, ten koste van wat ook, door te zet
ten.
„Ja," zei ze. „Ik vrees van wel," ver
volgde zij iets zachter. „Mijn ziekte wordt
een beetje lapwerk. Ik ben bang, dat bet
goedje na het zeewater niet erg goed
houdt."
„Wat is het voor spui?" vroeg hij.
Ze glimlachte. „Om het precies te zeg
gen, het wordt schoonheidsmasker ge
noemd'. Een goedje, dat je eigenlijk
's nachts op je gezicht moet doen, om het
er dan 's morgens weer af te wasschen,
Ik ontdekte het al heel lang geleden.
Het laat mg erg ziekelijk uitzien vindt u
niet?"
„Afgrijselijk," zei hjj en voegde er
bruusk aan toe: „Zeg eens, ik zou willen,
dat u het niet meer deed" y
Ze keek ©ogenblikkelijk weer ernstig. s
men met wettelijke tegenwerpingen. Zfj zeg.
gen tot het gemeentebestuur van Schiedam:
De Armenwet schrijft voor dat indivio'u-eeel
gesteund moet worden en gij gaat personen
groepsgewijs steunen.
Met deze redeneering staan GeJ»p. Sta-
ten liecl sterk!
De heer mr. Nolet (r.k.): Dat hadden
B. en W. vroeger moeten zien!
De heer Slavenburg (c.h,): Dat heb-
hen we gedaan. Het is tenslotte een kwestie
van interpretatie. De mogelijkheid bestond'
dat Gedep. Staten met ons zouden meegaan,
maar Gedep. Staten doen dat niet!
Nu kan de raad van deze zaak ©en
prestige-kwestie maken en zeggen: Als Ged.
Staten hun goedkeuring aan ons besluit
untihouden,, gaan wij naar de Kroon.
Maar daar krijgen we geen gelijk, want
het geldt hier een wets-inteipretatie.
Als dat vast staat, waarom zouden we
dan een beslissing nemen, die ons op
voet van ©odog brengt met Gedep. Sta-
ten, die wij ook in de toekomst nog
noodig zuilen hebben!
Daarom adviseert spr.Trek het be
sluit, dat niet op de wet steunt, int
Dat is ook in het belang van de be
trokkenen!
De heer Dinkelaar (s.d.) herinnert
er aan bij de beliandeling voor het voor
stel in Maart te hebben gezegd: Laat de
raad niet zooveel over deze aangelegen-
beid praten. Daarmee heeft spr. bedoeld
te zeggen: Het is beter te trachten binnen
kamers met Gedep. Staten tot overeen
stemming zien te komen. Maar Gedep. Sta
ten hebben zich op het principieel© stand
punt geplaatst en daardoor staan zij sterk.
De voorzitter: Verlangt men stem
ming over het voorstel van B. en W.
De heer Collé (comm.) antwoordt be
vestigend.
Het voorstel van B. en W. om het raads
besluit van 10 Maart j.S. ten aanzien van
de z.g. zelfstandigen in te trekken, wordt
de z.g. zelfstandigen in te trekken, wordt
in stemming gebracht en aangenomen met
28 tegen 2 stemmen.
Voor stemden de heeren Schefters, Van
Pelt, Bergman, Mak, Van Duinhoven, Hoo-
gendam, P. A. v. d. Berg, Van Lith, Scheur
kogel, v. d. Kraan, Smit, Wiekenkamp,
Etman, mevr. Benthemde Wilde, de
heeren Blazer, Hoek, ir. Houtman, mr.
Van Velzen, Slavenburg, Dinkelaar, De
Wagenaar, Hartkoom, Kramers, Van Op
pen, mr. Bochove, Jamse, Meijer en De
Bruin.
Tegen stemden de heeren Collé en mr.
Nolet.
Gemengd Nieuws
Motorrijder tegen auto gebotst.
GisterocLuena om 7 uur is de motor
rijder Oostweg uit Exloo te Meppel tegen
een passeerende auto, bestuurd door een.
tandarts uit Veendam, gebotst.
In bewusteloozen toestand is het slacht
offer naar het Ned1. Herv. Diakonessenhuis
te Meppel vervoerd Zijn toestand baart
zorg.
Storm aan de Spaansehe kust
Sedert gisteren woedt een zw are storm
aan de kust van Cantabne. De vis-
schersbooien keeren ijlings naar de ha
ven terug Er zijn verscheidene ongeluk
ken gebeüTd. Twee mannen zijn van een
treiler ge,:! a sen en verdronken. Bijna alle
schepen, ■«"elke in den storm geraakten,
hebben averij bekomen.
Ontploffing in New-York.
lu een ververij op Madison Square te
New-York zijn door een onlploEfing twee
peTsonen om het leven gekomen en mem:
dan twintig gewond. De muur van een
belendende bioscoop stortte in, waarvan
een korte paniek het gevolg was.
„Ik wilde ook dat het niet hoefde," zei
ze. „Maar ik vrees, dat het wel moet. En
hoort u eens, ik wilde u meteen voor alles
bedanken, want ik veronderstel, dat wij
elkaar na vandaag niet meer zullen zien.
„0 en waarom niet?"
In weerwil van zichzelf klonk zijn stem
erg verlangend.
Zij schudde haar hoofd.
„Ik kan het niet uitleggen. En u be
loofde, dat u niet meer zoudt vragen.
Hij voelde zich diep ellendag. De zomer
avond' was erg koel en mooi na d© liilte
van dien dag. Zij scheen erdoor onder
den indruk te komen, want zij pauzeerde
een oogenblik met een. zalfpotje in haar
hand!.
„ik weet wel, dat het u erg vreemd meet
ijken, waf ik af©© maar ik kan u er niet
alles van vertellen. Eén ding, ocuk ik. zaï
ik u moeten uitleggen. Ik - bon naar het
Arcadian-hotel gekomen, om den man te
ontmoeten, met wien ik zal trouwen."
Hij staarde haar totaal onthutst aan.
„Kent u hem?" zei hij ten laatste.
„Neen," zei ze. „Nog niet. Mij» voog-i
brengt hem vandaag of morgen bij me.'
Inspecteur Biest voelde zich plotseling
terneergeslagen, zóó erg, dat hij bang
was zich belachelijk te maken, en daaroiA
probeerde hij zijn gemoedsstemming ach-^
ter luchthartigheid te verbergen:
(Wordt vervolgd).
1Vaar hel EngeUch van
Maxwell March
Geen oorlog!
(Wordt cerooiqd).