Hoe Alfred een goede daad verrichtte Geschiedenis zonder woorden Om zelf te maken JOKE-EN HAAR LIEVELING Kruiswoordraadsel WASDAG Een wandeling in de Herfst Wie was „Uricie Sam?" HOE KUN JE GLAS DOOR DE TAFEL LATEN LOPEN? voor haar kopen! Maar zijn boek dan? Dat zou hij dan niet kunnen kopen! Alfred wei felde. Hij liep een paar passen vooruit, maarineens draaide hij zich om, rende naar het meisje toe, pakte haar bij de hand en zei: „Kom maar mee!" Toen holde hij met haar naar de banketbakkerij en kocht het brood. De tranen van het meisje waren he lemaal gedroogd. Ze scheen het eerst niet te kunnen geloven. Samen liepen ze naar huis. Eerst kwa men zij bij het huis, waar het meisje woon de, maar toen Alfred wilde weggaan, zei ze: „Nee, je moet boven komen, bij moe der!" den kruidenier en haal daar een pond rijst; ik zie dat we niets meer hebben. Als de wind stoof Alfred weg. Eerst ging hij naar den kruidenier en deed zijn bood schap. Toen ging hij op weg naar de boek winkel. Hij floot van plezier, want straks zou hij met een groot pak onder zijn arm terug komen. En in dat pak zou het boek zitten. Plotseling zag hij een klein meisje, dat voor een banketbakkerswinkel stond te huilen. Alfred was een aardige jongen en hij trok 't zich altijd aan als iemand ver driet had. „Waarom huil je?" vroeg hij op den man af aan het meisje. Het meisje keek hem even aan en begon nog harder te huilen. „Toe", zei Alfred nog eens, „waarom huil Nog eens telde Alfredje zijn opgespaar de centen na. Hoera! Nu had hij drie gul den bij elkaar. Zijn lang gekoesterde wens ikon nu in vervulling gaan. Nu kon hij dat prachtige boek over schepen kopen, dat hij in de étalage bij Van den Broek had gezien. Het was een boek met een mooie rood met Toen begon het meisje snikkend te ver tellen en Alfred begreep uit haar droevig verhaal dat haar moeder ziek was en dat ze brood moest kopen, maar dat ze haar geld verloren had. Direct hielp Alfred haar zoeken. Vier keer liepen ze de straat op en neer, want daar moest ze het verloren hebben, zei ze, maar ze vonden niets. Alfred besloot toen Dat deed Alfred en even later stonden ze met z'n tweeën voor het bed, waar de moeder van het meisje ziek lag. Alfred werd een beetje verlegen, toen mevrouw hem vriendelijk toeknikte en hem een hand gaf. Lang bleef Alfred niet. Nadat het meisje en haar moeder hem hadden be dankt, liep hij de trap af en ging naar huis. Aan het boek dacht hij niet eens, zo ge lukkig voelde hij zich. Stel je voor, dat hij dat meisje eens niet geholpen had! Wie weet had haar moeder honger moe ten lijden.' Erg rijk schenen ze niet te zijn. Toen hij thuis kwam, zei moeder: „En waar is je boek?" „Dat heb ik niet", zei Alfred vrolijk en toen moeder hem met grote ogen aankeek, vertelde hij wat er gebeurd was. Zodra hij uitgesproken was, drukte moe der haar jongen tegen zich aan en zei: „Wat ben ik -blij dat je dat gedaan hebt!" En 's middags gaf vader hem een kwartje, zodat hij.weer drie gulden bij elkaar had en het boek kon kopen. goud bewerkte kaft en toen Alfred een keer in de winkel was gelopen, had hij het ■ééns doorgebladerd en gezien dat er schit terende, gekleurde platen in stonden. En ,^at boek kostte precies drie gulden. We kenlang had Alfred gespaard. Zo nu en "êan kreeg hij een paar centen van vader en 'snoedër en toen tante laatst op bezoek was, had hjj zelfs twee kwartjes gekregen! Nu was het zo ver. Vrolijk liep Alfred de keuken binnen om het nieuws aan moeder te vertellen. „Dat is fijn, jongen", zei moeder. „Zie je .wel dat ik gelijk gehad heb? Wie maar ge- Suld heeft, komt er wel! Jij dacht dat je '$ie drie gulden nooit bij elkaar kreeg." 3?oen trok ze haar zoontje naar zich toe en (kuste hem op z'n wangen. Alfred straalde, •pat moeder ook blij was, vond hij nog fij- tner. Maar lang kon moeder zich niet met hem bemoeien, want ze had het druk. „Zeg Alfred", zei moeder, ,als je naar de boekwinkel gaat, ga dan eerst even langs Vroeger toen er nog geen „eetwagens" en dergelijke dingen bestonden, kookten de soldaten hun potje zelf. Ze maakten een vuur, zetten- drie stokken tegen elkaar en hingen daaronder een ketel. Ik wed dat jullie zoiets best voor je tinnen soldaatjes of andere popjes zoudt willen hebben. Je hoeft er helemaal geen geld voor uit te geven, want je kunt het heel gemakkelijk zelf maken. maar door te lopen. Wat moest hij nog lan ger bij het meisje doen? Hij kon haar toch niet helpen? Kon hij dat heus niet? Ineens schoot het door zijn hoofd dat hij drie gul den op zak had. Als hij wilde, kon hij haar wel helpen. Als hij wilde kon hij dat brood „Wie houdt er niet van wandelen?" vroeg juffrouw van Looy aan de klas. „Ik wel, als het zomer is!" riep Wim Breskens hard dQor de klas.. „Jij bent .me er ook een", zei de juffrouw. Waarom alleen als het zomer is? Heb'je nog nooit in de herfst of in de winter een wandeling gemaakt?" „O, nee! Bah! Veel te koud ea te saai!" zei Wim. „Nu", zei de juffrouw weer, „ik wilde juist- voorstellen om een beetje te gaan wandelen. Het is zulk prachtig herfstweer". I Even later liep de hele klas druk pra tend door het park. Je kon goed merken dat de zomer voorbij was en dat de herfst al ingezet had. De grond lag vol met afge vallen bladeren, die de storm er had afge rukt. De jongens vonden het heerlijk om door die laag van bladeren heen te schop pen en de meisjes vonden het geluid van het geschuifel van hun voeten door de bla deren zo leuk. „Kijk eens", zei juffrouw van Looy, ,kijk eens naar die prachtige kleuren daar!" en ze wees op een heuvel waar een paar beu ken stonden. De kinderen waren even stil. Dat was werkelijk prachtig. Overal rood bruine bladeren, met hier en daar iets don kerbruins, er tussen. Zelfs Wim was er stil van. „Nu, Wim", zei de juffrouw, toen ze weer thuis waren. „Vond je het een saaie wan deling, of heb je het koud gehad?" ,Nee", zei Wim. „De zon scheen zo heer lijk en de lucht was zo lekker fris. En dan die mooie kleuren!" Als er onder jullie ook Wimmen zijn, moeten ze juffrouw van Looy's raad maar gauw opvolgen en een herfstwandeling gaan maken. Horizontaal: 1 raken. 4 bepaalde tekens voortelegramver- keer 6 afvoerbuis 7 plant (soort sélderie) 8 straat langs haven, kanaal enz. .9 deel van het oor 10 dom 12 getij 14 salaris - .15 plan, eindpunt 17 groot gebouw waar machines of an dere dingen gemaakt worden Vertikaal: 1 menigte 2 muzieknoot 3 richting (van de wind b.v.) 5 man van adel 6 aangekleed 11 term bij bridgespel 13 wit, licht 16 bepaald soort slede Ten eerste knip, jé een vierkant stuk karton voor de ondergrond. Daarop plak je drie houten stokjes,-die je van boven met een dun ijzerdraadje aan elkaar maakt. Het ijzerdraadje laat je naar beneden hangen en aan het eind ervan maak je een haak (door het om te buigen). Aan die haak komt de ketel te hangen. De ketel bestaat uit een uitgeholde kastanje en om het ge heel echter te doen lijken, maak je de on derkant van de ketel zwart. Het stuk kar ton verf je groen en daarop plak je hout spaanders, die je met lak bestrijkt, zodat het lijkt alsof ze gloeien. Dat is alles. Je ziet wel wat een leuk en gemakkelijk werkje het is. Het is niet al leen voor jongens leuk, maar ook voor meisjes, die hun poppetjes uit de poppen- kamer misschien wel eens laten kamperen. Als het Maandagmorgen is Heeft Miekelies het druk Dan-haalt ze uit de kast haar pop En badje met een ruk. Geduldig schrobt en boent ze maar Ja mensen, pop is vuil De helé week heeft ze gespeeld Buiten in een kuil. Het duurt wel eens een halve "dag Voordat het popje schoon is Dan wordt het popje aangekleed Nee maar, dat is niet mis. Een heel rood jurkje krijgt ze aan En witte kousjes kort Zo loopt ze rond een hele week Tot ze weer gewassen wordt TINY. Laat aan de toeschouwers van dit kunst stuk een gewoon glas en een stuk kranten papier zien. Zet het glas op tafel en leg het papier er- over heen. Druk het papier goed aan, zodat er van het glas niets meer te zien is. Til, het geheel nog eens in: de hoogte en klop er nog eens mee tegen de rand van de tafel, zodat een ieder weet dat je een glas met krantenpapier bedekt, in De boerin zoekt al een hele tijd naar jjïaiar zoon, maar ze ziet hem niet, hoewel ;hij vlakbij is. Wie van jullie kan de boerin nelpen? •ut •aeoq ap jseeu uooz ap jufnps.iaA.uBp 'uaA S&qajszapao afjeeid jaq irëjp :2arsso{do SPINNEN DIE VOGELS ETEN. Er zijn veel mensen die bang voor spinnen zijn, maar onze spinnetjes zijn engeltjes vergeleken bij andere, b.v. de V0:i gelspin. De vogelspin is een gevaarlijk ea-; griezelig heerschap, die zelfs een meM j dood kan bijten, ómdat zijn beet vergiftig' is. Sommige van die spinnen zijn zwart en hebben rose poten, andere zijn bruin, maar ze zijn allemaal sterk behaard. Aan hun, voeten zitten zuigbuisjes,- zodat ze gemak-; kelijk. langs een loodrechte glazen muur kunnen lopen. Ze leven in bomen en. in. oude huizen en hutten en voeden zich met allerlei insecten en vogels. Je weet dat Amerika dikwijls „Uncle Sam" genoemd wordt. Hoe komen ze aan die naam? Amerikaanse geschiedkundigen hebben onlangs ontdekt dat uncle Sam, een zekere Samuel Wilson uit de plaats Troy in New Jersey was, die in le oorlog van 1812 de troepen van vlees voorzag. Lang zamerhand begonnen de soldaten van „Un cle Sam's vlees" te spreken. Die naam bleef bestaan. Al gauw werd alles dat met de regering te maken had, „uncle Sam's" genoemd. Plaatjes van Uncle Sam, zoals je ze nu ziet, verschenen pas na de dood van Sa muel Wilson in 1854. Maar men kan on mogelijk met zekerheid zeggen of Samuel er werkelijk zo uitzag. In elk geval is de bekende bakkebaard er later bij gemaakt. EEN GRAPJE VAN JOSEPH H je hand houdt en zet het dan weer op ta fel. Nu geef je, tot grote ontzetting van de toeschouwers natuurlijk, een flinke vuist slag op het glasen.-.-.het krantenpapier zal plat op tafel vallen, terwijl jij met je andere hand het glas omgekeerd van onder de tafel te voorschijn haalt. De truc bestaat uit het volgende: Als je met hét glas tegen de rand van de tafel klopt, laat je het stiekum onder het papier in - je schoot rollen. Het lege krantenomhulsel wordt nü op tafel gezet; je slaat er met je'vuist op en haalt het glas handig van onder de tafel te voor schijn. Even proberen en je bent een volleerde tovenaar. Meester op school: „Willem, in welk jaar deed Karei de Vijfde afstand van de rege ring?" - Willem: -„Weet ik niet meester; moeder .zegt: zulke dingen hoef je niet te weten, want. we wonen overal zo ver van af!" Jan: Ik dacht dat de "dokter gezegd dat je elke avond direct na het eten bed moest; wat doe je nu vanavond. Piet: „Ik ga op de divan slapen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 8