-J
Het Podium
V.
64
cn schoolbesturen dan ook plaatselijk
over tot de Stichting Schooltandver-
zorging Schiedam, die tweeërlei doel
kent, nl. het zo vroeg mogelijk con
serveren van de tanden en kiezen van
de opgroeiende jeugd en deze door het
regelmatige onderzoek door de school-
tandarts tevens te wennen aan het zo
belangrijke onderdeel van de lichaams-
hygiënede verzorging van een ge
zond gebit.
Begonnen werd direct op zes en
dertig scholen, waar in de eerste klasse
in totaal 1262 kinderen onder behan
deling kwamen bij de schooltandarts,
die met één assistente het werk aan
ving. Na de overgang naar de tweede
klasse bleven deze kinderen onder
controle, tezamen met de nieuwste
schoollichting, die het in dienst treden
van een tweede tandarts noodzakelijk
maakte. Er waren toen, d.w.z. in 1950,
2364 kinderen, welk aantal vorig jaar
opklom tot 3503, toen ook de derde
klasse van de lagere scholen bij het
werk werd getrokken. In September
kwam de vierde klasse erbij, zodat een
aantal van 4770 jongens en meisjes
door vier tandartsen en twee assisten
tes moet worden behandeld. Wanneer
er na de grote vacantie nog eens 1800
leerlingen zijn bijgekomen de kin
deren uit de vijfde klasse zijn dan van
het begin van hun schooltijd al onder
behandeling wordt als sluitstuk in
1953 de hoogste klasse bijgevoegd,
waarmee het maximum van ca. 8000
gecontroleerde kinderen van de Stich
ting Schooltandverzorging zal zijn
bereikt.
Nadat begin van dit jaar de Gerefor
meerde scholen hun afwijzende hou
ding hadden laten schieten en ook
waren toegetreden, zag het lijstje van
de deelnemende scholen er als volgt
uit: 16 openbare, 13 katholieke en 10
prot. christelijke scholen.
Zowel in het gebouw van de
G.G.G.D. aan de Tuinlaan, waar
zich een vaste installatie bevindt,
als in de dental-car vindt de be
handeling van die kinderen plaats,
bij wie aantasting van het blijvend
gebit werd geconstateerd tijdens het
onderzoek, dat tweemaal per jaar
plaatsvindt.
Voor de ouders zelf is de taak
weggelegd om het eventueel advies
van de schooltandarts t.a.v. van
het melkgebit op te volgen door de
hulp van de eigen tandarts in te
roepen.
Van alle door de Stichting School
tandverzorging behandelde kinde
ren valt niet minder dan 88 procent
onder de bepalingen van het zieken
fonds en dragen dus verder niets
bij in de kosten van het onderzoek
en de behandeling. Voor de over
blijvende 12 procent, waarvan het
gezinsinkomen boven de loongrens
is gelegen, geldt een deelnemings-
prijs van f 3,50 per jaar, die zeker
niet te hoog mag worden geacht.
Natuurlijk kan een instituut als
dit het niet zonder steun van de
overheid doen. Voor het lopende
jaar wordt dan ook een bijdrage
van f 6600 uit de gemeente-kas
gegarandeerd.
Aan de Tuinlaan en in die voortref
felijke en ingenieus ingerichte dental-
car, waar alles precies in past en waarin
de tandarts een installatie vindt, die
in niets afwijkt van hetgeen de vaste
behandelkamer biedt, kan ieder kwar
tier een kind, waarbij iets aan het
gebit werd geconstateerd, worden ge
holpen, terwijl de volgende patiëntjes
alvast worden ingeschreven door de
assistente. Met die mobiele installatie
vooral zijn ze bij het onderwijs, waar
de grootst mogelijke medewerking
wordt gegeven, bijzonder in hun nop
jes en bij de Schooltandverzorging
niet minder. Er gaat minder schooltijd
mee verloren en er kunnen op een
ochtend veertien patiëntjes in worden
geholpen inplaats van tien aan de
Tuinlaan, waar de leerlingen van de
dichtstbijzijnde scholen nu alleen nog
op visite komen.
In de tijd dat onze grootvaders in
mollige kuitbroekjes achter ijzeren
hoepels draafden en onze grootmoe
ders kokette vlechtjes droegen en
achter poppenivagentjes liepen, toen
er een paardentram door de Lange
Nieuwstraat reed en gaslantaarns
„verschrikkelijk modernwaren, de
dokter met een hoge hoed in zijn
koetsje zat en een badpak dat de
helft van een onderarm vrij liet als
„brutaal uitdagendgoldin
die lang, lang vergeten mottenballen-
tijd verrees in de Plantage onze
muziektent.
Hoeveel lieve voorouders, die wij
alleen maar kennen van de bord
kartonnen fotografieën uit moeders
linnenkast-la, hebben daar op zoele
zomeravonden statig gewandeld
rond die muziektent? Hoeveel schuch
tere meisjes hebben stil gebloosd als
uw of mijn grootvader opvallend
beleefd zijn hoofddeksel hief en
„Goeden avond Mejuffrouw" zei in
de pauze van het harmonie-concert?
Hoeveel avonden en hoeveel hoed-
afnemen waren er in die dagen
nodig voor men zo ver was als wij
met ons „Ga je mee naar de bios,
Cato
O, als die ouwe muziektent eens
kon spreken! Maar dat kan die
muziektent niet. Die muziektent
heeft al haar energie nodig om steu
nend overeind te blijven. Wat eens
gold als de „tempel der muze", als
een vrolijke zomer-avond-plaats
voor ontluikende jonge liefdes, een
rendez-vous in lommer en maan
licht. is nu een aftands, versle
ten ding, een hoopje vermolmde
plankeneen sta-in-de-weg,
ontdaan van alle romantiek, van
alle charme, zielig.Ruim het
op!
Welnu, het wordt opgeruimd en
er komt een podium. Een fris, breed,
stoer, solide podium van 150 vier
kante meter.
Straks zullen wij daar rond dat
podium staan, in windjacks, nylon-
gekoust, kortgeknipt, mensen van
techniek en vooruitgang, snelle, on
geduldige mensen. Wij zullen luiste
ren naar de geluiden van onze tijd,
naar muziek van 1952.
Elke tijd heeft zijn eigen rhythme.
De plechtige ivandelpas is vervan
gen door de bromfiets, Grootvaders
hoofse groet is een kort „Hallo!"
geivorden, de stadsbus kivam in de
plaats van de paardentram, na-
triumbuizen, microfoons, straal
jagers, podiums.
Dag goeie, ouwe muziektent.
dag ouverture van Wilhelm Teil,
dag branderijen„voltooid ver
leden tijd" leerden wij in de taalles.
Wij leven in een hardstikke nieuive
tijd.en daarom bouwen wij ons
een hardstikke nieutv podium.
SEBASTIAAN.