m
fc
De
Schotse
poort
173
Hoe komt Schiedam aan zijn straatnamen?
Wanneer wij u leiden naar de Schot
sepoort, dan verzeilt u in een brokje
romantisch Schiedam.
Romantisch Schiedam?
Bestaat dat nog?
Ja, inderdaad. Dat bestaat nog in
de stad,, die ligt onder de rook van
Rotterdam, daarmee practisch gespro
ken is samengesmolten en uitgegroeid
van een klein vissersdorpje tot een
stad van bijna 75.000 inwoners.
Alleenvelen weten dat roman
tisch Schiedam niet te vinden. Wie
er niets te zoeken heeft, komt er niet
en wiens weg er bij toeval heen voert,
ziet er veelal de schoonheid niet van.
Het is naar één van die brokjes ro
mantisch Schiedam, schilderachtig
mooi, zo te gebruiken als achtergrond,
als décor voor een film, waarin een
ietwat naargeestige, sombere sfeer een
integrerend deel moet zijn, dat wij
u willen brengen. En met ons, zult
ge er vele resten vinden van een ro
mantiek uit een lang vervlogen tijd,
die een tekenaar, een schilder, een
fotograaf met gevoel voor het schone,
zo zou willen vastleggen, pronkstukjes
van oud-Schiedam, van Zwart Naza
reth, zoals destijds onze stad wel werd
geheten met haar woonbuurtjes tussen
de branderijen en jeneverstokerijen,
begrensd door vesten met hoge molens.
Men kan er zich terug wanen in de tijd
van de Camera Obscura, de tijd van
de trekschuit en de diligence. Dit
brokje herinnert aan een reeds ver
verleden, toen zich achter de Schie
nog een primitieve faubourg ontwik
kelde van een buiten haar oudste
grenzen uitdijende stad. Let op die
poppenhuisjes, die zo knus aandoen
en die toch liefst zo spoedig mogelijk
dienen te verdwijnen, omdat de woon
toestanden niet voldoen aan de sim
pelste eisen van deze moderne tijd.
Onderga, met ons, eens de sfeer van
een welhaast vergeten verleden, dat
gedachten opwekt aan een tijd, minder
schokkend dan die, waarin wij thans
leven, een tijd, waarin weinig hoge
eisen aan woningbouw werden ge
steld, waar de naam: stedebouwkün-
dige, nog een onbekende klank was;
waarin men niet wist, wat een wel
stands- en een schoonheidscommissie
waren.
Een gelukkige tijd?
Misschien wel voor degenen, die
toen leefden en die medelijden met
ons zouden hebben, als zij ons in ons
jachtende leven van vandaag zouden
kunnen gadeslaan. En met wie wij,
met onze moderne begrippen, mede
lijden hebben omdat zij niets be
leefden", toen zij leefden.
Waar dan wel dat brokje roman
tisch Schiedam, dat wij op het oog
hebben ligt?
Och, ge behoeft niet -eens ver te
zoeken. Ge wandelt de Lange Kerk
straat in van de Broersvest-zijde en
aan uw rechterhand zult ge, even voor
bij de Kreupelstraat, de „Schotse
poort" vinden, een poort, die toegang
geeft tot een uitgebreid hofje met de
zo even genoemde poppenhuisjes.
Schotsepoort?
Wij duiken in oude archiefstukken,
die ons op het goede spoor brengen
en wij gaan in de geschiedenis onzer
stad terug tot het begin van de zeven
tiende eeuw. Schiedam was toen gar-
nizoens-stad. Was Jan van Riebeeck's
vader, Anthonie, niet chirurgijn ge
weest van de troepen van kolonel
Morgan, troepen, die bestonden uit
Engelse en Schotse soldatrn? Als zij
genoeg hadden van het leger, kozen
zij een burgerberoep. Zo is het bekend,
dat Engelse ex-soldaten de eerste
„pijpmakers" van Schiedam waren in
een tijd, waarin het „suygen en roocken
van taback" voor vele beroepen bij
verordening was verboden. Een van
die pijpmakers was een zekere Thomas
(Zie volgende pagina 9)