&«iiiKr«rfliii.Ant iv <1*1111/,
5Fj
1
176
IavWj*.
schikbare ruimte binnen de muren
moest spaarzaam worden omgegaan.
Uit miniaturen uit de riddertijd kan
worden afgeleid, dat binnen de om
muring van burcht of kasteel slechts
een kleine ruimte kon worden inge
ruimd voor het tuintje van de burcht-
vrouwe. Een geliefd onderdeel van
zulk een kastecltuintje vormde de zo-
denbank, die ook later, toen burchten
en kastelen ruimer van opzet werden,
eveneens voorkwamen. Een afbeel
ding van zulk een zodenbank toont
ons Dierik Bouts, bekend schilder, die
omstreeks het midden van de 15e eeuw
te Haarlem werd geboren.
Na de kruistochten komt er ook ten
aanzien van het kasteeltuintje ver
andering. Buiten het kasteel, in de
toen genoemde buitenhof, werden naast
moes- en kruidentuin, de siertuin en
de boomgaard of vergier (van het
Franse vergier wijngaard) aange
troffen. De buitenhof was dikwijls door
een muur omsloten.
Enig idee, hoe dergelijke kasteel
tuinen er destijds uitgezien kunnen
hebben, geven meerdere .miniaturen in
de „Roman de la Rose", een verzame
ling Franse gedichten uit de 13e eeuw.
Heeft het Huys te Riviere eertijds
een kasteeltuin bezeten? Wij weten
het niet. Wel is bekend, dat Graaf
Willem IV in 1339 het Huys te Ri
viere met bijbehorende singels en
boomgaarden in leen gaf aan Heer
Diederik van Matenesse.
In een volgend artikel zullen wij
bespreken, hoe het met het „groen" in
Schiedam in de 16e eeuw en daarna
was gesteld.
fiurtiir
d/J niiti/ifdhv
l«' \(<vnttiy
I' «Vl't'lV (i'iVlir Willi itl'll'
<l< uimi: V»(, l'IliVfhtt,'
Ou; %ftou ivniUit
ï-TOtfi'tan OU'wnvhnt Mti"
i -lilt pfiithïiffoviiin ivnlli'u
'tyittKliiifiiitfsitmiWiifnt
SoitluW'/l Ih/liVt Ulf lVUê
Aiurturii/fi'.muiii1]) kii/ju,-
b'iutiiK i'tijtfixn
v/ifivm fitii/ovu
ï^VufiVti («mii'i'iir ,y
liiivflïiiidii' it ,'»iilii(ir,vf
Liilvmls iv tirr ,i nnVAir,
c -tiii!i/i,'ur,u»Vn.
VI
venter, daterende uit ca. 1550, zijn
afgebeeld
1. het St. Ursulaklooster, dat ge
staan heeft in de omgeving van de
Breedstraat,
2. het St. Annazusterklooster in de
omgeving van de St. Annazusterstraat,
3. het Kruisbroederenconvent, eer
tijds gevestigd tussen Broersvest en
Broersveld en
4. het klooster Leliëndael, dat in
de omgeving van de Lange Achterweg
stond.
Uit vondsten van beenderen ter
plaatse zou kunnen worden afgeleid,
dat in de hoven van de betreffende
kloosters begraafruimten aanwezig zijn
geweest.
Bij de burchten en kastelen kon
aanvankelijk van tuinaanleg van enige
omvang geen sprake zijn. Immers, deze
bouwwerken waren op de eerste plaats
ingesteld op verdediging. Met de be-
Boven: Kasteeltuin in
de Middeleeuwen
Rechts: De zodenbank