Willem van der Does I¥TIJD, fris, gezond zijn de schilderijen van Willem van 1 der Does. Zij stellen de beschouwer niet voor proble men, zij redeneren niet, zij getuigen. Zij getuigen van Gods grootheid, die Zijn weerspiegeling vindt in de stil- makende schoonheid van de natuur. Zeegezichten vooral, enorme golven onder een massaal wolkenveld, de onweerstaanbare pracht van het oerwoud, een sneeuw-landschap. Meditaties zijn het, overwegingen van de kleine mens die zijn Schepper erkent, die Hem terug vindt in de wereld die niet door mensenhanden werd gemaakt. Willem van der Does is een zwerver. Als jongen van zes nam een zeekapitein, vriend van zijn vader, hem mee op zijn schip naar Portugal en Noord Afrika. Toen hij acht was wandelde hij met zijn oudere zuster van Rotter dam naar Aken. Met een Noorse expeditie voer hij naar de Zuidpool een jaar duurde die tocht Indië heeft hij doorkruist, China gezien. „In Parijs ben ik nooit geweest, daar gaan ze allemaal naar toe," lacht hij. Parijs is niets voor Willem van der Does. Hij moet ruimte hebben, licht en water, tropen- maan, het Zuiderlicht over ijsvlakten. Zien wil hij, zich open stellen voor het wonder van de natuur. Van al zijn tochten bracht hij herinneringen mee, hele pakketten vluchtige aantekeningen, krabbeltjes met wat woorden: „bepoederd, open lucht, wazig groen". Thuis, in zijn atelier, heeft hij geschilderd.... uit het geheugen. Als hij éénmaal een beeld in zich heeft opgeno men kan hij het nooit meer vergeten. Jaren, soms véle jaren, later, geeft hij er vorm aan..inééns. Omdat hij begreep dat „zien" alleen niet voldoende is, dat een schil derij maken tenslotte toch ook „eén vak" is, dat je het moet „kunnen" (vandaar het woord „Kunst", lieve lezer) heeft hij zich laten inschrijven als leerling van de Rotter damse Kunst-academie. V. d. Does in een saai leslokaal, potjes tekenen, een ben- zineblik of een oude kruik.... langer dan „een blauwe maandag" kim dat niet duren. Daarom heeft hij zich-zèlf het vak maar geleerd, proberend, volhoudend.... Nu spéélt hij met zijn palet, volgen zijn vingers als vanzelf de gedachten die hij overweegt, automatisch bijna. .Geen leslokaal, niet potjes tekenen, geen benzineblik en geen oude kruik.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 12