Het groen
in onze stad
J
t
i
In 1767 kreeg Schiedam
z'n eerste stadspark
csr/sm
ii'xsin
Kirjlo U
öl»
256
In onze tijd, waarin het individu steeds meer opgaat
in de massa en ons doen en laten steeds meer op die massa
wordt afgestemd, valt het nauwelijks meer op hoeveel
zorg eigenlijk wel wordt besteed aan onze verstrooiing,
die we met een gevleugeld woord „recreatie" plegen te
noemen. In Kethel wordt een gigantisch project uitgewerkt
voor een geheel nieuw stadspark, dat verscheidene hectaren
zal omvatten en deel uitmaakt van een grote groengordel
rond de stad. Op zijn beurt is deze weer een klein stukje
van de groenstrook, die zich in de toekomst zal uitstrekken
van Rotterdam tot de zee. Hoe kort is het eigenlijk nog
maar geleden dat Schiedam z'n eerste stadspark, dat be
stemd was ter verpozing van de gehele bevolking, zag
aanplanten. Het was de nu nog bestaande Plantage, die
in 1767 tot stand kwam.
De Gouden Eeuw waS* een belangrijke periode in onze
geschiedenis, ook in cultureel opzicht, o.m. ten aanzien
van bouw- en tuinkunst.
Zoals in een voorgaand artikel reeds werd opgemerkt,
stichtten tal van kooplieden buitenplaatsen, waar zij des
zomers verblijf hielden, terwijl zij de wintermaanden in
hun woningen in de stad doorbrachten.
Veel buitenplaatsen waren een sieraad in het landschap,
waarvan de aanschouwer volop kon genieten.
Overigens had het „gemeene volk" weinig deel aan het
„vermakelijke lantlcven" en ook in de meeste steden was
voor hen weinig openbaar groen ter recreatie.
De Overheden der steden begonnen te beseffen dat hier
een taak voor hen was weggelegd.
A.D. 10 November 1766.
Een gure wind waait door de Schiedamse straten.
Degenen die buiten zijn, spoeden zich voort teneinde zich
thuis te kunnen waimen bij de schouw. Het loopt tegen
t -*<:t-
tAii IL4..1
<Z?-ei