De Schiedam Gemeenschap Niet pruten9 muur doen! ORGAAN VAN DE STICHTING „DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP", 5e JAARGANG No. 5, OCTOBER 1953 Toen de afdeling Schiedam van V.V.V., waaraan dat mogen we u nu wel verklappen een hele tijd gedokterd is, eindelijk het levenslicht was ingeblazen, toen hebben wij ons nog wel eens afgevraagd wat onze goede stad de met verleidelijke folders hierheen gelokte toeristen zoal te bieden heeft. Daarmee bedoelen we niets denigrerends aan het adres van de stad, die ons lief is: Schiedam heeft inderdaad mooie grachten, indrukwekkende gebouwen, pittoreske hoekjes en een klein maar aantrekkelijk, goed geleid museum. Maar mag dat voldoende worden geacht voor de gemiddelde toerist en vooral voor de buitenlander, die Amsterdam en Delft reeds bezocht, wellicht ook Brug ge en Gent of, waar dan ook, goed bewaard steden schoon heeft bewonderd? Wij geloven van niet! We hebben toen eerst gedacht aan het combineren van een bezoek aan Schiedam met een attractie elders om aldus toch tot een volledig en aantrekkelijk dagprogramma te komen, doch dit is alleen te bereiken, voor zover reis- bureaux en touringcar-exploitanten in onze stad worden geïnteresseerd. Immers individueel reizenden, per auto of anderszins, zijn veel minder gemakkelijk te benaderen, laat staan te beïnvloeden. En zo zijn wij aan het peinzen geslagen of het tekort van Schiedam aan bezienswaardigheden wellicht niet op andere wijze zou zijn aan te vullen. Via de mooie, ruime Beurs, gelegen op één der meest karakteristieke plaatsen, die Schiedam te bieden heeft, is toen het denkbeeld van het gedistilleerdmuseum gerezen, toevallig tezelfder tijd doch geheel los hiervan waar op Lucas Bols bezig was de receptie van zijn vele binnen- en buitenlandse bezoekers van Amsterdam naar Schiedam te verplaatsen, niet omdat Schiedam zich wat stedenschoon betreft ook maar in de verste verte kan meten met Am sterdam, maar omdat Schiedam nu eenmaal Schiedam is, d.w.z. de plaats, waar de jenever gemaakt wordt en dat weet men in de binnenlanden van Afrika net even goed als in het puntje van Zuid-Amerika of waar ter wereld ook. Zou dit initiatief van Bols niet als een goede aanwijzing zijn te beschouwen, dat er, als dit museum tot stand komt, aan een regelmatig druk bezoek niet behoeft te worden getwijfeld? Wanneer Bols volgens de dagbladen zegt: „Dat er nog steeds grote belangstelling blijkt te bestaan voor het oude, romantische en nog volledige handwerk van het mouten en branden, dat deze firma voor de vervaardiging van haar oude jenever toepast" en we realiseren ons dat de jenever-industrie nog zoveel andere, niet minder inte ressante, zelfs fascinerende facetten heeft, dan zijn wij de overtuiging toegedaan dat van een dergelijk museum iets unieks te maken is, dat ver over onze grenzen een grote trekkracht zal uitoefenen. En dan voegen wij hieraan toe, dat het een schande zou zijn, wanneer Schiedam niet het vermogen zou kunnen opbrengen dit thans te stichten, vooral nu een hiervoor uitermate geschikt gebouw om een bestemming roept. Nogmaals: waar zijn de mannen, die met ons deze voor Schiedam zo uitermate belangrijke en daar bij uitstek passende trekpleister helpen tot stand te brengen en wie stelt de eerste gift ter beschikking voor het fonds, dat hiervoor nodig zal zijn? Niet praten, maar doen en ter stond! R- BIJ BE VOORPLAAT Het historische Centrum van Schiedam ligt rond de Grote Markt, waar in dat vroege begin Stadhuis en Kerk een plaats kregen. Maar het moderne verkeer stoort zich weinig aan wat ons dierbaar mocht zijn. De Oost-West verbinding tussen Rotterdam-Schiedam- Vlaardingen-Hoek van Holland vroeg een andere weg dan de nauwe doorgang van vroeger. Rond de tramcirkel aan Broersvest en Rotterdamsedijk met het daarbinnen gelegen gazon slingert zich nu dagelijks die lange rij van voertuigen in rusteloze vaart. Iets van die nieuwe doorbraak, ge zien in de richting Vlaar- dingen, legde onze fotograaf vast toen hij de flat „Singel- wijck" had beklommen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 5