Contact
met de cultuur
in het centrum
334
Het uithangbord aan de gevel van het oude huisje in de
Lange Kerkstraat 34 wiegelt zachtjes in de wind. „C.C.C."
staat er in sierlijke letters op geschilderd, in de gehaaste
tijd een vloeiende afkorting van Cultureel Contact Centrum.
De tweelingdeurtjes staan meestal wagenwijd open en
wie vrijmoedig naar binnen stapt, vindt zichzelf al gauw
in geanimeerd gesprek met de heer H. van Dijk, aan
wiens brein de naam en het streven van dit Cultureel
Contact Centrum ontsproten zijn. De heer Van Dijk is
een donkere stijlvol geklede, besnorde jonge man, wiens
hobby, het verzamelen van kunstvoorwerpen, de aanloop
heeft gevormd tot de stichting van dit C.C.C.
Hij heeft de klapdeurtjes nu ruim twee maanden open
staan en aan belangstelling ontbreekt het hem geenszins.
Het is allemaal begonnen, zo vertelt hij ons, met een
„vroeg" beeldje van Jules Vermeire, dat bij als kleine
jongen via een voorschot van z'n moeder mocht kopen. jjjj trof het, ,jat Arno Zoetmulder, wiens naam jaren-
Bij dat eerste beeldje is het niet gebleven. Er volgden lang aan het pandje in de Lange Kerkstraat verbonden
andere, er kwamen schilderijen bij, sierlijk gebakken potten wa8i zjjn antiquariaat wilde verkopen en toen de prijs be
en vazen, zelfs kunstige weefwerken werden aan de ver- taalbaar bleek, hapte Van Dijk gretig toe. Er volgden
zameling toegevoegd. weken van voorbereiding, het interieur onderging een grote
Inmiddels had Van Dijk zich een bestaan verzekerd in verandering, onderdelen van de verzameling werden over-
de textielbranche, maar z'n liefde voor de kunst liet hem gebracht en toen inviteerde de enthousiaste initiatiefnemer
niet los en samen met z'n vrouw ontwierp hij de plannen gans Schiedam om op 1 September eens kennis te komen
voor wat nu het C.C.C. is geworden. maken. Men heeft aan zijn invitatie grif gehoor gegeven.
Over het doel van dit C.C.C. zegt Van Dijk het volgende:
„De schilders kunnen hier vrij exposeren en ik wil het
werk voor hen wel verkopen, maar alleen dan, wanneer ik
het zelf mooi vind. Het woord Centrum vraagt geen uitleg
en wat het Contact betreft, ik ben van plan met geregelde
tussenpozen exposities in te richten. Het lijkt me leuk om
een pottenbakker te laten komen en waarschijnlijk kan
ik een uitwisseling verzorgen met de Amsterdamse ver
zamelaar Hans Roduin. Men zal hier veel modern werk
aantreffen, symbolisch en abstract en ik vraag de bezoekers
niet om het w erk per se mooi te vinden, maar wèl hoop ik
hun een beetje begrip voor de nog te veel verguisde uitings
vormen bij te brengen."
Dat zegt Van Dijk, die allerminst museumdirecteur wil
spelen, die persoonlijk alle gasten rondleidt en inlicht en
die van een groter geloof in zijn C.C.C. vervuld is, dan
Schiedam misschien kan rechtvaardigen.
Vast staat in elk geval, dat het smalle pand, een pijpenla
is het eigenlijk, bijzonder smakelijk is ingericht, dat de
Van Dijk's met hart en ziel achter hun opzet staan en dat
de belangstelling tot op heden weinig te wensen overlaat,
al is er weinig meer gekocht dan wat potterie.
Dit C.C.C. is heel iets anders dan het Cultureel Centrum,
waaraan de stad zo'n behoefte heeft. Maar de grondge
dachte getuigt in uitvoering van pioniersgeest en het moge
in dat vlak symbolisch heten, dat de pionier Jan van
Riebceck, stichter van de Kaapkolonie, zijn prille jeugd
doorbracht in het pand pal naast dit C.C.C