Ja? dat was toen
r
Hoofd/se) herinneringen
11
De paardentram
en restaurant van Tol
aan het Hoofd
Schiedam in vroeger jaren.... wie
iceet er nizl boeiend van Ie vertellen
wanneer hij als kind hier opgroeidein
deze stad, met zijn eigen beslotenheid,
zijn ieder een-en-alles-kermende intimi
teit, waar de straatnamen in de oude
stad de vreemdeling vertvonderd bezig
hielden en u aar het leven soms in alle
opzichten gespeend scheen van de bewo
genheid die buiten de begrenzing van
Schiedam werd opgemerkt. Sociale mis
standen en de rook van de branderijen
hebben de stad lange tijd als „Zwart
Schiedamgebrandmerkt, maar dat
heeft aan de liefde van de velen die hier
werkten en streefden niets kunnen af
doen.
„Je staat vaak verwonderd over zoveel
verandering'1'', merkte kortgeleden een
oud-Schiedamse op, toen zij enigszins
verbluft door al het nieuwe dat haar
geboortestad haar liet zien, even op
adem kwam. Maar naast al dat nieuwe
had zij toch nog veel teruggevonden van
hetgeen haar uit vroeger dagen dierbaar
was gebleven om de herinneringen die er
aan vast zaten. Aan al die plekjes uaren
plezante, minder plezante en soms
tragische geschiedenissen verbonden, die
weer namen, soms allang vergeten,
lieten klinken, welke op hun beurt weer
andere, niet minder boeiende histories
opriepen.
Oud-Schiedam, wie zou er beter over
kunnen schrijven dan de mensen die er
in verkeerden en voor wie het nog altijd
ten volle leeft.
Vandaar de introductie van deze
nieuwe rubriek met als auteurs oude
en niet te vergeten oud-Schiedammers.
De eerste te publiceren bijdragen lagen
reeds enige tijd in portefeuille. Voor de
toekomst zullen wij het echter niet kun
nen stellen zonder de hulp van allen
in onze lezerskring die zich in hart en
nieren Schiedammer weten. Het worden
herinneringen in woord en beeld voor
zover de aanwezige historische foto
verzamelingen ons wat betreft de illus
traties ten dienste staan. Daarnaast
houden wij ons natuurlijk ook aanbe
volen voor hetgeen aan oude foto's nog
op onvermoede plaatsen aanwezig is.
Mogen wij op veel bijdragen rekenen
Mijn Schiedamse herinneringen begin
nen op het Hoofd, waar het water een
eeuwige en ons vaak overvallende vijand
was. Bij hoog water schalde langs de
Hoofdstraat de roep: „De vloed komt
op!"
Deuren en ramen werden van vloed
planken voorzien, waarna het dichtsmee-
ren met klei een aanvang nam. Maar zo
goed kon het niet gebeuren, of de vloed
verraste de bewoners nog wel eens. Tot
grote schrik van allen bruiste het water
dan over de schotten, binnen alles door
wekend.
Er was dus „hoog water" op het Hoofd,
maar vaker nog „heet water". De vrou
wen droegen voor huishoudelijke doelein
den warm water aan uit de branderijen.
Op zekere dag was het afgelopen met
deze leverantie. De reacties hierop her
inner ik me nog levendig, vooral omdat
er zo'n aardig Schiedams taalgrapje aan
verbonden is. Een oud vrouwtje hoorden
wij toen in onvervalst Schiedams dialect
opmerken: „(H)ere, (H)ere, op 't (h)ele
(H)oofd geen (h)eet water meer!"
In de branderijen zag ik als kind de
mannen, die er werkten in hun ondergoed
vanwege de constante hitte die er heers
te. „Ouwe tijers" en de zure lucht die er
hing rond de bij de branderijen behorende
gistpakhuizen wie kan er het oude
Schiedam zonder denken?
M'n schooljaren vingen aan bij meester
van der Hout op de hoek van de Warande.
Ernaast was de gevangenis. Als wij voor
de school speelden, was het ons verboden
verder dan een bepaald paaltje te gaan.
Daarachter was het vrije veld. In de
winterdagen ging het over slootjes tussen
velden op de schaats naar school.
Het dempen van de Broersvest was
voor ons kinderen een geweldig evene
ment met als hoogtepunt de dag dat wij
met de oude stadsgracht op de kiek
kwamen.
In de Kreupelstraat woonde de kruide
nier, die zo prachtig dichten kon. Op
Nieuwjaarsdag stond er b.v. op zijn deur:
„Ik ben uit wensen met mijn wijf, gesloten
tot een uur of vijf". Kwam je om een
boodschap, dan kon je soms horen: „En
hier heb ik ook nog vijgen, om de kinderen
zoet naar bed te krijgen". In zijn winkel
stond een grote cacaobus, waaruit idle
(vervolg pag. li)