lU
STRAKS
C^CVi
8
De oudere generatie Schiedammers kan zich nog maar al
te goed herinneren dat de grote verkeersstroom zich door
de binnenstad bewoog langs de Lange Kerkstraat, over de
Grote Markt, via de Dam, om langs de Vlaardingerdijk het
Westen op te zoeken. De Grote Markt was het stadscentrum,
waaromheen zich het voornaamste gebeuren groepeerde.
Maar het verkeer nam toe, nieuwe industriewijken werden
tot stand gebracht, nieuwe verkeerswegen aangelegd. Zo
hebben wij in betrekkelijk korte tijd een verschuiving van het
stadscentrum zien gebeuren, waarbij de Grote Markt zijn
voorname plaats moest afstaan aan het plein waar Broersvest
en Rotterdamsedijk samenkomen. Ieder is aan die nieuwe si
tuatie alweer gewend, neemt het eigenlijk als vanzelfsprekend
aan, behalve een handjevol mensen in deze stad, de mannen
van de stedebouwkundige sector van Gemeentewerken, die
dagelijks leven in het Schiedam van de toekomst, een stad
met een heel ander aanzien dan het Schiedam van vandaag.
Wanneer inspecteur J. van Marion schreef over verkeers
moeilijkheden in de binnenstad en het traject Rotterdamsedijk-
B.K.Laan-Vlaardingerdijk, dan zijn dat de zorgen van van
daag. Niet dat de stedebouwkundige van de gemeente, de
heer J. M. Horvath, er geen aandacht aan besteedt, maar zijn
interesse ligt toch meer op het toekomstige vlak. Wanneer de
beperkingen van de huidige verkeersmogelijkheden worden
besproken, dan is hij in gedachten reeds tientallen jaren verder
in een stad met een sterk gewijzigde structuur.
Wat. wij thans in Nieuwland zien, is het begin van de af
ronding van het stadsbeeld. Binnen de omarming van de spoor
lijn naar Hoek van Holland worden de laatste stukken weiland
opgeslokt en rijgen straten en woonhuizen zich aaneen. Onder
tussen groeit het oude Kethel uit tot een grootsteeds tuindorp
met een dependence langs de spoorlijn naar Delft, een woon
plaats in het groen voor vele duizenden.
Terzijde van de woonwijken zullen in de komende jaren
ook de industriewijken hun toekomstige vorm aannemen.
Langs de rivier breidt de scheepsindustrie zich nog steeds uit,
in het Noordwesten wordt langzamerhand een grootscheeps
gebied voor de overige industrie gerealiseerd.
Voeg bij al deze uitbreidingen de toenemende verkeers
intensiteit in 1970 verwacht men een verdubbeling van het
gemotoriseerde wegverkeer te hebben bereikt! en het zal
ieder duidelijk zijn dat wij met onze huidige verbindingen
alléén er in de toekomst niet komen.
Nemen ,wij eerst de hoofdverkeersweg door Schiedam onder
de loupe. Een auto die op dit ogenblik uit de richting Vlaar-
dingen of Rotterdam komt om onze stad te passeren, het z.g.
doorgaande verkeer, zal nu onverbiddelijk de route Vlaar
dingerdijk - B. K. Laan - Rotterdamsedijk gaan en dus mede
De Rotterdamsedijk: 400 auto's per uur in beide richtingen