57 achter de grienden en weiden van het nog onbewoonde Frankenland het hele stoere cordon langs Nieuwe Haven, Noordvest en Broersvest: de Ploeg, de Zuidmolen, de Hoop, de Gaper, de Gekroonde Branders ketel, de Walvisch, de Westmolen, de Drie Korenbloemen, de Star, de Vrijheid, de Noord, de Palmboom, de Kameel, de Witte, de Oost, de Washington, de Eendracht, de Batavier, de Meyboomen hij wist meteen daar ligt Schiedam. Misschien leed ons stadsbeeld nooit droeviger ontluistering, dan toen na de sterke achteruitgang der brandersindustrie in de tweede helft der vorige eeuw, dit unieke gelid van trouwe wachters werd uitgedund, afgetakeld en gesloopt. Wie nu nog oog heeft voor de functie die de Walvis, de Vrijheid en de Drie Korenbloemen in dit stadsbeeld inne men zal dit kunnen begrijpen. Toch zijn het niet meer op de eerste plaats deze drie molens die de aandacht trekken van wie Schiedam voorbij vaart. Omstreeks de laatste eeuwwisseling begon zich langs onze Maasoever een industrie te ontwikke len, die in immer toenemende mate het karakter van onze stad zou gaan bepalen, zoals voorheen de branderijen het hadden gedaan: de scheepsbouwindustrie. Enkele jaren na negentienhonderd werd de grond slag gelegd voor de werf Gusto, even ten westen van het veld, waar een drie-, vier honderd jaar geleden de slachtoffers der Schiedamsc schepenbank hun laatste adem uitbliezen aan de galg en dat sedert 1930 vergraven is voor de aanleg van de Merwe- haven. In 1914 volgde de oprichting van „De Nieuwe Waterweg", in 1916 maakte Wilton het drietal vol. Langs het gehele drie kilometer lange rivierfront houden nu deze werven van wereldnaam een ieder in hun ban met hun geraas en bedrijvigheid, en met de aanblik van hun schcpentorsende dokken, waarboven de machtige armen der portaalkrancn zwenken. Hier heeft indus trieel Schiedam zijn gezicht wel ten volle naar de Maas gekeerd. Een strook van on geveer zeshonderd meter langs de Maas is nog niet aan deze zich nog immer uitbrei dende tak van welvaart ten offer gevallen. Het is het enige stukje grond waar de Schiedamse burger het uitzicht op de rivier waaraan zijn stad haar welvaart dankt, nog niet ontnomen is; het is het open venster van Schiedam op de Maas. En binnenkort zal het, dank zij de bekwaamheid van onze Plantsoenendienst, een lust zijn daarin te zitten en er door naar buiten te kijken en er even rust te zoeken in de aanblik van het altijd rusteloze water. P. Th. J. KUYER. Hel Hoofdplein, zoals alleen de oudere Schiedammers hel zich nog zullen herinneren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 13