Het llaai-parkgfebied
utuinarchitectonisch oogpunt
60
Wanneer we het uitbreidingsplan van Schiedam bekijken,
dan blijkt dat de strook grond bij het Hoofd in Westelijke richting
langs de rivier tot groenstrook is bestemd. In 1940, toen het uit
breidingsplan werd ontworpen, kon men in de verste verte niet
bevroeden, wanneer deze groenstrook zou worden gerealiseerd.
Wel stond vast, dat dit toekomstige recreatiegebied eerlang zou
moeten dienen ter vervanging van de in het Sterrebos gelegen en
bij de Schiedamse bevolking zo geliefde Maaskant, wanneer deze
gronden aan de uitbreiding der industrieterreinen de oorspron
kelijke bestemming ten offer zouden vallen. Dit tijdstip brak
spoediger aan dan werd verwacht. In December 1950 werd een
belangrijk deel van het Sterrebos aan Wilton-Feijenoord ver
kocht en tengevolge daarvan werd de aanleg van het parkgebicd
aan de Nieuwe Maas urgent.
Veel voorbereidend werk moest worden verricht. Allereerst
kwam de onteigening van de betreffende terreinen, die niet in
het bezit van de gemeente waren, aan de orde. Voorts moesten
de plannen voor de aanleg van het gehele complex worden ont
worpen, die uiteindelijk het karakter en het aanzien van dit
stadsdeel, van de rivier gezien een representatie van de stad
Schiedam bepalen.
Het ontwerp van het betreffende stadsdeel is een typisch voor
beeld van samenwerking van Stedebouwkundige, Bouw-archi-
tect en Tuin-arohitect. In het verleden was het dikwijls zo gesteld,
dat degenen, die zulk een plan creëerden, onafhankelijk van elkaar
voortwerktcn, met alle nadelen daaraan verbonden. Dit plan
is een stukje groepswerk, waarbij de eisen die stedebouwkundige,
bouw- en tuinarchitect ieder voor zich zelf stellen, tot een eenheid
zijn gecomponeerd. De stedebouwkundige opzet van het plan,
de plaatsing van de bouwblokken langs de Havendijk, de tra
cering van de nieuwe waterkerende dijk, zuidelijk voor de hui
zenblokken langs, is elders in dit blad uiteengezet.
Ten aanzien van het karakter dat het rivierpark zou moeten
hebben, zijn wij tot de conclusie gekomen, dat het grootse
karakter dat de rivier kenmerkt en de openheid van het omgevende
landschap zouden moeten doorwerken in het parkplan. Voorts
moest rekening worden gehouden met de bedrijvigheid op en
aan de oevers van de rivier, de levensader van deze gebieden.
Dit alles eist een ruime, royale opzet van het gehele plan;
fors moet het zijn, geen versnippering of pietepeuterig gedoe.
Voorts moet, en dit is wel één van de belangrijkste eisen, het
parkgebied aan de hedendaagse recreatieve eisen voldoen.
Beginnende bij het Hoofd is langs de rivier een smalle gras
strook geprojecteerd met daarbij aansluitend een breed, geas-
phalteerd wandelpad. Vervolgens is er een iets bredere grasstrook,
dan een geasphalteerde rijbaan met aansluitend wandelpad, dat
aansluit bij de ruime ligweiden.
In de beide grasstroken langs de rivier zijn op bepaalde plaat
sen boomgroepen geplant, waaronder banken zijn aangebracht,
die tot rusten noden en tot het genieten van de steeds weer inte
ressante bedrijvigheid op de rivier. De wandelweg langs de rivier,
die een lengte heeft van ongeveer 400 meter, voert naar dc ter-