v__
J
ZJk óprak een boem in 't ^Sterreboó
g even en een bijtje dtui}t
otuijmeel naderbij.
7
3k dprak een boom in 't >Sterrebod,
€e« vriendelijke berk,
c^ie roerlood keek koe laat het wad
&p de iduinakerk
"tDe tijd gaat dnel, wijde/eerde bij,
~De winter debiet al op.
terwijl brak bij een dorre twijg
cD«n zijn verweerde kop.
£J-aja, zei ik, in berketaai
't aat vlug want tyd kodt geld.
ZJk beb vanmorgen, dprak de toom,
my n bladgroen al bedteld.
Strakd dpelen wind en zonnelicht
Öeer in mijn lotenry;
'Loen zei bij nietd meer. ik ging been
Tiet déze zekerheid
5{et leven wordt weer licht en blij,
't ZJd weldra lentetijd
JAN OOMS