Schiedamse
Gemeenschap
70
Bureau: PlantageSchiedamtel68043
Ere-voorzitter: Mr. J. W. Peek, burge
meester van Schiedam.
Dagelijks bestuur:
M. Holl, voorzitter; F. A. de Wolff,
secretaris; A. de Groot, penningmeester;
G. W.van Bergen Walraven, K. J. Heij-
boer, A. L. J. Kunze, Mr. H. A. M.
Roelants, leden.
Bestuursraad:
N. J. J. van Baarle, B. v. d. Berg, J. T.
M. Bertels, A. S. H. A. Blaisse, M. den
Boer-Bijl, C. Brunt, Ir. W. E. Hoek,
Drs. K. W. van Houten, L. Kamp, C.
Landsbergen, E. A. Leenderts, mej. A.
E. D. Noordegraaf, W. C. Oranje, D.
Schwagermann, A. M. Sunderman, B.
Vincent.
Redactie-commissie:
M. Holl, W. 0. Duys, P. Groenendaal, A.
Teenstra en B. Vincent.
Aan dit nummer werkten mee:
W. Duys, Mr. H. A. M. Roelants, Sebas-
tiaan, Luuk Scholten, A. Teenstra en
D. v. d. Zee.
inhoud: Pag.
Schiedam komt in beweging69
Sectie Halt 70
Grutto-grut-o-grutto 71
Een springlevend stofnest 72-73
Nautische Fotowedstrijden 74
Driekwart eeuw Toonkunst 75
Litho 76-77
Jeugdherinneringen van het knusse
Schiedam 78-79
Hermes-D.V.S. werd kampioen 80
Bij de voorplaat 80
De Miniaturenreeks groeit! 81
Burgerdagboek82-83
Wiet je Kwetter 81
Abonnemen ten
f 3,per jaar of f 0,35 per nummer,
voor buiten Schiedam f 3,25 (giro 549934
t.n.v. De Schiedamse Gemeenschap).
A dvertenties:
Kon. Ned. Boekdrukkerij H. A. M.
Roelants, Lange Haven 141, Schiedam,
tel. 69300. Giro 5858.
Vijf jaar geleden werd in onze stad de plaatselijke afdeling van het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling heropgericht. Voor 1940 had ze
ook met veel succes in Schiedam gewerkt, maar de bezetting maakte
daar een einde aan. Nu werkt het Instituut weer vijf jaar en ze doet dat
met toenemend succes. Dat blijkt wel uit het ledental, dat bij de her
oprichting zestig bedroeg en nu al de vierhonderd is gepasseerd. En het
groeit gestaag door, wat vooral een gevolg is van de speciale organisatie-
en werkmethodes die door het bestuur worden gevolgd. Waar deze
speciale methodes precies uit bestaan, is moeilijk in enkele woorden uit
te drukken. Zoals de naam reeds aangeeft, is het doel van het Instituut
de leden te „ontwikkelen". Dat wordt echter ook nagestreefd door talrijke
andere verenigingen, zoals bijvoorbeeld de Maatschappij tot 't Nut van
het Algemeen en de Volksuniversiteit. Maar bij het Instituut gaat men
niet zozeer van het standpunt uit, dat men, om dit doel te bereiken, de
leden iets moet „leren", doch dat het al voldoende is, indien men hun
belangstelling wekt. De voordrachten en lezingen die het houdt, zijn daar
om ook anders gericht dan die men over het algemeen gewend is aan te
horen. Bovendien houdt men die bij voorkeur in kleine groepen bij iemand
thuis. Het grote voordeel van deze „huiskamerbijeenkomsten" is, dat de
aanwezigen er veel gauwer toe komen vragen te stellen of in debat te gaan.
Ze hebben dan niet het gevoel van „het woord te moeten voeren zoals
dat in een zaal het geval is, maar huiselijk mee te doen aan een gesprek.
Ook op het gebied van de kunsten wordt een andere methcde gevolgd dan
door bijvoorbeeld de kunstkringen. Door een deskundige wordt op zo n
avond een bepaald aspect van de kunst behandeld, gezien ook in de sociale
en economische sfeer. Zo werd het vorige jaar ter gelegenheid van de Bali-
tentoonstelling in het Stedelijk Museum een causerie gehouden door de
schrijver Jef Last, die daarbij niet alleen vertelde over de Balinese kunst,
doch ook over het leven op Bali, de sociale verhoudingen, de religie die een
sterke invloed had op de kunst, enzovoorts.
Op deze wijze wordt ook het natuurvriendenwerk opgevat. Men maakt
excursies eventueel voorafgegaan door een gezamenlijke praatavond
onder leiding van een deskundige die eerst een inleiding houdt en heeft
dan alle gelegenheid zijn belangstelling te richten op ieder onderdeel dat
men zelf uitkiest. Wie alleen belangstelling heeft voor bloemen, kan aan
de deskundige leiders alles vragen wat hij wil weten en hetzelfde geldt
voor de liefhebbers van vogels of van insecten. Bovendien wordt altijd
getracht de deelnemers aan zo'n excursie tot een groep goede vrienden en
kennissen te vormen, door gemeenschappelijk onder weg op een mooi
plekje ergens te pleisteren, zelf thee te zetten en samen spelletjes e.d.
te doen.
Voor velen heeft deze werkmethode van het Instituut grote bekoring.
Daar komt nog bij, dat het Instituut een internationale organisatie is,
die zowel in ons land als in het buitenland over een groot aantal clubhuizen
de beschikking heeft, waar men tegen uiterst lage prijzen (zelfs wel voor
dertig cent per overnachting!) kan logeren. Velen maken tijdens hun
vakanties dan ook gebruik van de goedkope gelegenheid die deze club
huizen bieden. In aansluiting daarop worden ook weer cursussen gegeven,
zowel in de moderne talen als over andere landen en volken. Door de
combinatie van deze excursies, praatavonden, lezingen, enz. bereikt men
dan, dat de leden in het buitenland niet alleen meer genieten van de
natuur, maar ook meer opsteken van hetgeen ze zien en ervaren, doordat
ze zich vooraf op dc hoogte hebben gesteld van allerlei bijzonderheden van
land en volk dat ze bezoeken.
Al met al is het werk van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling niet
alleen zeer uitgebreid en veelzijdig, maar ook verbazend belangwekkend,
juist door de gevolgde methodes. Dat deze succes hebben, wordt door het
groeiende ledental wel bewezen.