EEN SPRINGEEVEND „STOFNEST"
72
De stadsarchi
varisde heer
P. Th. J. Kuyer
(staande), met
twee zijner amb
tenaren bezig
met het bestu
deren der levende
stedelijke
geschiedenis.
Het is nu eenmaal het noodlot van in een raadsvergadering er op wees, Maar daar bleef het ook bij. Het
alles wat onder het hoofd „Geschiede- dat de algemene begraafplaats en het stadsarchief was vrijwel onbereikbaar
nis" wordt gerangschikt, dat het weinig archief samen één gemeentelijke dienst opgeslagen op de zolders van het raad-
belangstelling trekt. Men kan zich vormden, hetgeen aan één kant vol- huis en er was dan ook geen sprake
bezighouden met de vraag wat de gens hem ook wel juist was, want in van, dat met een zo noodzakelijke
oorzaak daarvan is, maar belangrijker beide gevallen speelden de wormen inventarisatie kon worden begonnen,
is het na te gaan, hoe men die geringe en ander ongedierte een belangrijke Langzaam maar zeker werd de zaak
belangstelling kan verruimen. Want rol.... Deze Dr. Maas is het geweest, echter beter geregeld. In 1898 ver-
het is toch altijd zo, dat men door de die zolang op verzorging van het huisde het gymnasium van het Oude
geschiedenis te kennen het hoe en archief aandrong, dat er in 1863 een Kerkhof uit het gebouw waar daar-
waarom van het heden beter leert be- voorstel werd ingediend bij de raad voor een pandjeshuis in gevestigd was
grijpen. Om een goed inzicht te krijgen om een ambtenaar als archivaris aan geweest en de raad besloot hier het
in de hedendaagse samenleving met te stellen. Het zou wel een erebaan archief onder te brengen op de boven-
zijn vele vraagstukken op economisch, worden zonder tractement, maar de verdieping, terwijl de benedenver-
sociaal en bestuurorganisatorisch ge- eerste stap zou dan toch worden gezet, dieping tot bureau van de Burgerlijke
bied is het beslist noodzakelijk hiervan De raad hield het voorstel echter aan, Stand werd ingericht,
een goed inzicht te hebben in de histo- daarna nog eens en nog eens en zeker Met de mventansatie kon toen een
rische ontwikkeling. uitgaande van het standpunt, dat een begin worden gemaakt, maar het ging
Maar zoals reeds gezegd, ondanks voorstel betreffende een archief ook nog maar uiterst langzaam, daar in
dat is de geschiedenis nog dikwijls het eerst flink historisch moest worden 1899 werd besloten een vaste archivaris
lelijke onaanzienlijke eendje dat men voor het kon worden aangenomen, aan te stellen voor slechts twee mid-
een beetje schouderophalend bekijkt werd het eerst 34 jaar na het indienen dagen per week. Hiertoe werd ber
en alleen maar accepteert omdat er nu verwerkelijkt. Schiedam had uiteinde- noemd Dr. Heeringa, die tevens leraa-
eenmaal mensen zijn die er wel belang- lijk een officieel archivaris, zij het dan in de klassieke talen aan het gymna-
stelling voor hebben. dat die de titel kreeg van commies- sium was. Dr. Heeringa heeft zeer veel
Vroeger was dat zeker nog een graad- redacteur en het archiefwerk naast zijn voor het archief gedaan gedurende de
je erger. Zo kon het gebeuren, dat het verdere ambtelijke arbeid moest ver- 12 jaar die hij er aan heeft gewerkt, o.a.
Schiedamse raadslid Dr. A. Maas, een richten tegen een extra-toelage van door inventarisatie van het oud
enthousiast amateur-historicus, in 1861 ongeveer f 200,— per jaar. administratief gedeelte. Hij werd op-