MENS VOOR ELK DIE MENS WAS
A A
98
Over Francois Haverschmidt
(18351894) is zowel als predi
kant als als dichter Piet Paal-
tjensreeds veel gepubliceerd.
Wij plaatsen hierbij evenwel een
artikel van de hand van onze
medewerker B. Kedde waarin
een geheel nieuiv gezichtspunt
over het dramatische leven van
deze melancholicus ivordt bekeken
n.l. de invloed op de predikant-
dichter van de neerdrukkende
sfeer van het Schiedam van de
laatste kwart der vorige eeatv. De
illustraties bij dit artikel zijn
deels uit de heruitgave van
Snikken en Grimlachjesvan
Piet Paaltjensverschenen bij
Van Holkema en Warendorf
met tekeningen van J. F. Docve
SCHIEDAMS INVLOED OP FRANCOIS HAVERSCHMIDT
Rond een open groeve op de Alge
mene Begraafplaats had zich op dins
dag 23 januari 1894 een grote menigte
geschaard. Vooraan, als een erewacht,
honderden kinderen en jongeren. Daar
naast vele verpleegden uit het Diaco-
nessenhuis. De bodem van het graf
was rijk bezaaid met bloemen, langs
de wanden slingerden zich ranken van
klimop.
Onderweg reeds naar die laatste rust
plaats was gebleken, welk een voor
name plaats de overledene in de harten
van de Schiedamse bevolking had in
genomen. Overal waar de lijkstoet pas
seerde, hadden de bewoners in hun wo
ningen de gordijnen gesloten.
Groot was de ontroering. Zij gold
niet uitsluitend en zelfs niet in de
eerste plaats een geliefde predikant
of een vereerde dichter. In die ont
roering openbaarde zich de droefheid
van velen om een verlies, om een ver
broken band van mens met mens,
hoezeer ongetwijfeld in die grote be
langstelling ook sentiment, medelijden
en zelfs verfoeilijke nieuwsgierigheid
meespeelden.
De mens Haverschmidt. Was niet
het grondthema van diens leven ge
weest: gewóón mens en gewoon méns
zijn met en onder de mensen?
Het geloof in God, het dienen van
God immers moest volgens hem daarin
resulteren en niet voor bijzondere
gelegenheden opgepoetst in een apart
vakje worden bewaard.
Hij had daarbij niet een „confectie-
mens" op het oog die, omhangen met
een moraal, een reeks goede deugden
beoefent, hoe belangrijk dat overigens
op zichzelf ook moge zijn. Het moest
„maatwerk" zijn, waarbij de eigen
persoonlijkheid volkomen tot haar
recht kon en moest komen. Niet dus
/V V;
- - V -
-