MARITIEME
VISIE
119
Kapitein J. Boshoff van het s.s. Rijndam toont de kinderen
van de school, die zijn schip adopteerden, hun mouw-embleem.
In de vorige eeuw werd op de zeilschepen soms een
bitter verhaal verteld. Een heel bitter verhaal, wrang en
spottend. Er was eens, zo luidde dit verhaal, een zeeman
die als enige overlevende na de schipbreuk van zijn boot
meer dood dan levend tegen een Hollandse dijk opklau
terde, waar aandachtig een boer naar hem stond te kijken.
De zeeman vertelde hem wie hij was en vroeg hem om
hulp. Met een ongelovig gezicht keek de man de ander aan
en zei toen: ,,'k Ken hoast neit geleuven dat 'n zeeman er
zo as 'n echt mens uutziet."
Een sterk overdreven verhaal, maar toch met een zekere
kern van waarheid. Want de doorsnee Nederlander heeft
zich door de eeuwen bijna niets van zijn nationale scheep
vaart aangetrokken en beschouwde de zeeman als een
vreemd dierage, dat je beter kon mijden dan opzoeken.
Gelukkig is daarin de laatste jaren wel een beetje ver
andering gekomen. Maar toch weten tienduizenden, zo
geen honderdduizenden Nederlanders nog bitter weinig
van de scheepvaart en van het leven van de zeeman.
Direct na de oorlog leek dat heel anders te worden, want
toen waren we benieuwd naar de belevenissen van onze
marinemensen die gedurende de vijf zware jaren „over-
there" waren geweest en we hadden onze koopvaardij
hard nodig om ons weer alles te brengen wat wij ontbeer
den. De liefde van de mens gaat nu eenmaal vaak via zijn
beurs en om die heel prozaïsche reden stonden onze zeelui
die eerste jaren na de oorlog ook in een uitstekend blaadje.
We raakten evenwel al gauw „in goeie doen", we kregen
een tijd die men met hoogconjunctuur pleegt te bestem
pelen en de belangstelling voor alles wat schip en zee
varende was, nam weer af.
Dat is jammer en het is daarom gelukkig, dat er nog
zoveel propagandisten zijn voor de zeevaart, die door de
eeuwen heen immers ons land heeft groot gemaakt. Zonder
zeevaart zou Nederland tot een onbeduidend landje terug
zakken, want de harde waarheid geldt nog steeds, dat
niet de vlag de handel volgt, maar de handel de vlag.
Tot de beste propagandisten voor onze nationale scheep
vaart moeten ongetwijfeld de medewerkers van de Nevas
gerekend worden. Dat deze vijf letters Nevas de afkorting
vormen voor Nederlandse Vereniging tot Adoptie van
Schepen, behoeft eigenlijk niet meer te worden gezegd,
want de Nevas heeft in de ruim tien jaar van haar bestaan
reeds een algemene bekendheid gekregen. Niet in het
minst onder de leerlingen van de bijna 250 scholen in ons
land die door de bemiddeling van de Nevas een nauw en
trouw contact met Nederlandse koopvaardij- en marine
schepen onderhouden. De leerlingen schrijven brieven
naar de opvarenden der schepen die zij hebben geadop
teerd, ze krijgen op al hun vragen inlichtingen terug, de
correspondent aan boord vertelt hun over het leven van
hem en zijn mede-opvarenden, over de landen die ze be
zoeken en over al dat vele dat een zeeman nu eenmaal
meemaakt en dat voor kinderen boeiend en ook leerzaam
is. Soms is er gelegenheid, dat een groep leerlingen het
schip dat zij adopteert bezoekt en dan is er grote nieuws
gierigheid naar al die fascinerende nieuwe technische
snufjes als decca, radar, echo-dieptelood, enz.
De Nevas die haar wieg in Schiedam had staan en er
steeds haar kantoor heeft gehad en nog heeft, doet op
deze en vele andere manieren zeer veel voor de bevor
dering van de maritieme kennis en belangstelling van
de schooljeugd in het gehele land.
Die jeugd wordt groter, ten slotte volwassen; maar
ongetwijfeld zal de belangstelling voor alles wat met sche
pen en zeevaart te maken heeft, blijven bestaan. En dat
is juist wat we nodig hebben, want een bloeiende scheep
vaart kan alleen dan bestaan als ze gedragen wordt door
de sympathie van duizenden „walrotten". Het is absoluut
niet zo, dat de Nevas, als een soort rattenvanger van
Hameln, alle leerlingen der aangesloten scholen naar zee
wil lokken. Een jongen die naar zee wil, gaat toch wel
ook al heeft hij nooit iets met de Nevas te maken gehad.
Het wekken van de belangstelling, het bijbrengen van een
maritieme visie bij de jeugd, dat is de enige bedoeling. En
dat men daar vanuit het centrale punt in Schiedam reeds
voor een deel in is geslaagd en steeds meer succes mee
oogst, is wel duidelijk voor wie het enthousiasme eens heeft
meegemaakt waarmee de jeugdige en volwassen Nevas-
correspondenten over het werk van deze vereniging spre
ken!
A. T.