VAKLIEDEN GEVRAAGD!
125
De Hopperzuiger, M.O.P224-Cgebouwd voor het Argentijnse gouvernement door Gusto". Dit grote schip, meer een drijvende fabriek,
is ongeveer honderd meter lang, behaalt een snelheid van 12,5 mijl per uur en heeft een machinekamer met vier dieselmotoren van ieder 1090 pk
Zaken doen is in deze tijd van hoog
conjunctuur een klein kunstje. Dat
wordt tenminste wel eens beweerd.
Door mensen die zelf met zaken doen
niets te maken hebben. Maar de werke
lijkheid is wel een beetje anders. Iedere
tijd brengt voor iedereen in welke
branche hij of zij ook werkt, zijn eigen
moeilijkheden. De ene keer is het ge
brek aan opdrachten of kopers, de
volgende keer moeilijk te krijgen mate
rialen of allerlei zwarigheden in ver
band met invoer- of uitvoerbepalingen.
Ook deze tijd van hoogconjunctuur
heeft zijn eigen moeilijkheden voor de
zakenman en het valt voor hem ook nu
zeer zeker niet mee alles te laten ver
lopen zoals hij het wenst.
Eén van die moeilijkheden is het
grote gebrek aan geschoold personeel,
waar vrijwel ieder bedrijf mee heeft
te kampen. Ook de Schiedamse scheeps
werven, die overstelpt worden met
aanvragen voor de bouw of reparatie
van schepen, maar „nee" moeten ver
kopen omdat ze geen mensen hebben
die het werk kunnen uitvoeren. De
toestand is dan ook zo, dat iemand die
op het ogenblik bij een der werven
komt met de adressen van een paar
jongens die er tot vakman willen wor
den opgeleid bij wijze van spreken
welkomer is dan de buitenlander die
de opdracht tot de bouw van een groot
schip in zijn aktetas meedraagt
Natuurlijk laten de werven dan ook
niets onbeproefd om werklieden, speci
aal jongens, aan te trekken. Dit is
trouwens niet alleen van deze tijd,
want ook voor de oorlog bezaten vele
bedrijven een eigen school waar jongens
werden opgeleid, teneinde daardoor
een keur van vaklui te vormen. Een
der oudste bedrijfsscholen op dit gebied
is die van de Schiedamse scheepswerf
Wilton-Fijenoord, welke door het
Ministerie van O. K. en W. erkende
school reeds een dertigtal jaren bestaat.
De bedrijfsschool van W.-F., die
plaats biedt aan 200 jongens en opleidt
voor tien beroepen, is geen ambachts
school waar jongens zonder enige
vakkennis worden klaar „gestoomd",
maar in de eerste plaats een voortge
zette technische school voor jongens die
reeds eindexamen aan een ambachts
school hebben gedaan. Wat niet
uitsluit dat ook zij die van een lagere
school komen, er kunnen worden ge
plaatst.
De school is geheel losstaand van het
bedrijf, tenminste zo, dat de leerlingen
uitsluitend in de schoolwerkplaatsen
en niet op de werf worden opgeleid.
Wel wordt natuurlijk getracht hen
werkstukken te laten maken die in het
bedrijf kunnen worden gebruikt.
De praktijk vormt in deze opleiding
wel de hoofdschotel. Hiervoor zijn
grote en ruime werkzalen beschikbaar
met de nieuwste gereedschappen en
instrumenten voor plaatwerkers, frai-
sers, koperslagers, afschrijvers, tim
merlieden, scheepsschilders, enz. Daar
naast wordt één dag per week theore
tisch onderwijs gegeven.
Gelukkig bestaat er een flinke be
langstelling voor deze school onder de