130 DC R Wl/J DJ-fON DCJ^l Daar zwermen ze uit over de we reldzeeën, over de wijde, golvende oceanen met de witte schuimkammen, onder een wijde lucht met enkele grij zige wolkendotten. De scherpe boegen met de uitwaaierende lijnen gooien het water open in brede voren. De witte masten priemen hoog op naar de hemel, de geweldige vrachten van grijswit zeildoek bollen uit aan de lange zwarte raas in de stijve bries. In een zwierige elegante parade schuimen ze voorbij, hun met schegbeelden ver sierde stevens rijzend en dalend op de deining, afschuddend het licht-door- schenen zeewater, dat in kleine, in het zonlicht flonkerende spetters opsproeit tegen de slanke, dofglanzend zwarte rompen met de gouden, witte en rode biezen. Als windhonden vliegen ze voort, de lange boegspriet met de kluiver- en buitenkluiverboom rekkend naar het doel dat in de onbekende verte ligt. Op de spiegels flonkeren de namen in gulden letters, met sierlijke krullen er onder en er boven, krullen als de kammen der golven die achter de schepen weer voortdeinen in ruste loze cadans. Van de toppen der spitse stengen waaien de vlaggen: de blauwe, meterslange naamwimpel, de vierkante rederijvlag met de zwarte letters en het geel en zwart van de Schiedamse vlag. Daar gaat de felle Candati, door bouw meester Dingemans Gips als scherpe racer gebouwd, de grote Soolo, die de eerste koffie uit het verre Indië in een verbazendwekkend snelle overtocht van 71 dagen in Schiedam bracht, de sierlijke Oranje Nassau met zijn uit waaierende lijnen, de slanke driemast schoener Mary Goddard, briesend en voltigerend als een circuspaard, de Heilige Willibrordus, met zijn drei gende geschutspoorten de zeerovers afschrikkend, de torenhoog getuigde De Candati, een clipperbark, op de Nijverheid gebouwd in 1863. Aeolus en de statige Patriarch Sam- hiri. En achter hen nog vele andere, die elkaar de loef trachten af te steken in elegance en snelheid. Zij volgen na hun voltooiing op de Schiedamse wer ven de weg der vaderen en doorsnijden de golven die eens stuk gewalst werden door de plompe klompboegen der schepen van De Houtman, Olivier van Noort en Abel Tasman. Het is de tragische bestemming van al deze snelle zeilers geweest, dat zij het sluitstuk vormden van de grootse periode van vijftienhonderd jaar Ne derlandse zeilvaart. Ondanks dat deze prachtige windhonden der oceanen dikwijls snelheden haalden van 15 tot 16 mijl per uur, konden ze de strijd tegen de stoom niet volhouden en een voor een verdwenen ze voorgoed van de zeeën. In 1890 voeren er nog 14 zeilschepen onder de Schiedamse vlag, vijf jaren later behoorden in onze stad nog een fregat, een bark en een schoener thuis, in 1898 nog alleen een schoener, die het jaar daarop ook werd afgevoerd. Evenals vrijwel overal in ons land had men in Schiedam na de Franse overheersing grote moeilijkheden met het weer op gang brengen van het economische leven. Een groot deel van de export van de brandewijn was weggevallen en er heersten in onze stad grote werkloosheid en armoede. Maar dank zij de Nederlandsche Handel Maatschappij kwam er in de jaren dertig verbetering in, toen verschillen de Schiedamse kooplieden zich ver enigden voor het oprichten van een scheepswerf en een rederij, welke beide van de beschermende maatregelen en de bouwpremie van de N.H.M. wilden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1956 | | pagina 22