f/om, kuvST NAAR STAAL We vonden hem op het bovendek van de in aanbouw zijnde „Purfina 29" op de scheepswerf „De Hoop", de baas-ijzerwerker Piet Kloosterman en zijn overall zat dik onder de roest Ijzer is nu eenmaal ander materiaal dan karton en je kunt het de kerels aanzien, die het ijzer verwerken. Een taai, sterk ras is het, dat niet opziet tegen eelt en vuile handen. Het zijn de ijzerwerkers deze benaming opgevat in de ruimste betekenis van het woord die onze stad tot een begrip maken bij ieder, die de zeeën bevaart. Zij bouwen de schepen, die ons land en onze stad de naam hebben gegeven kwaliteitswerk te leveren. Maar al denkt men bij het horen van het woord „scheepsbouw" als vanzelfspre kend aan Gusto en Wilton, er wordt ook op andere, meer bescheiden wijze scheepsbouw bedreven in onze van be drijvigheid gonzende stad. Denkt u maar eens aan de jachten, die langs de Schie en elders op verschillende kleinere werven worden gemaakt. De oudste werf in Schiedam is ongetwijfeld „De Hoop", waar we baas Kloosterman troffen. Het is een „klein" bedrijf, er werken maar 52 man personeel, maar dat is nog veel vergeleken bij vroeger, zo'n 38 jaar geleden. Toen bouwde de vader van de huidige eigenaar, de heer KleinHesselink, uitsluitend houten spoeling- en mestschouwen. Nu wordt er in het bedrijf geen hout meer gebruikt, althans niet voor de scheepsrompen. En van de vijf of zes man, die toen het bedrijf vormden, is er nu niet één meer over. Lange jaren was „De Hoop" de enige werf langs de Schie. Maar het is er nu een drukte van belang, Wilton in het klein. Het vorig jaar liepen er vijf nieuwe schepen van stapel met een totaal tonnage van 710 ton. Bovendien kwamen er nog 152 voor reparatie en onderhoud op de helling of voor de kant. Met baas Kloosterman hebben we het hele bedrijf be keken en merkten daarbij op, dat er in zo'n betrekkelijk klein bedrijf een totaal andere geest heerst dan bij de grote werven. De oude baas Kloosterman hij is van 1897 is trots op het bedrijf waar hij werkt en dezelfde trots constateerden we bij verschillende andere arbeiders. Dit vindt misschien zijn oorzaak in het feit, dat men stuk voor stuk hier veel directer bij de bouw van het complete schip is betrokken dan op de grote werven. Daar komt men vaak aan boord van een schip om er een bepaald karwei te verrichten, zeer gespecialiseerd, en trekt na gedane arbeid weer naar een volgend karwei op een andere helling of in een ander dok. Maar „De Hoop" heeft maar één helling en men werkt gezamenlijk aan het schip tot het klaar is. Kloosterman vertelt ons over de toestanden vroeger en hij kan er van meepraten, want hij kwam in 1912 al in het vak, nadat hij eerst een tijdje zijn vader in diens kuipe- rijtje geholpen had. „Als jongen werkte je van 's morgens 6 tot 's avonds 8 en 's zaterdags tot vijf uur. Je deed natuurlijk alles met

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1956 | | pagina 28