161 WETHOUDER VISSER Den Haag. We konden het samen uitstekend vinden en nog altijd denk ik dankbaar aan onze samenwerking terug. Van de gemeenteraadsleden zou ik tal van namen kunnen noemen, maar meer dan namen waren het niet voor mij. Men kan deze namen gemakkelijk terug vinden in oude ge meenteverslagen. Ook al telde de gemeenteraad vertegen woordigers van verschillende partijen, de liberalen hadden het heft in handen en Schiedam gold als een liberale ge meente. G E M E E N T E I! 0 D E K O O Y M A N Naar mijn bescheiden verblijfplaats, gelegen aan de linkerzijde van de zijdeur, die op de Markt uitkomt, kan ik eerst afdalen na ook het aanhangsel van het gemeente bestuur te hebben vermeld. Dat waren de twee boden. Over deze figuren moet men vooral niet licht denken want het waren verschijningen van een geweldige allure. De hoofdbode A. Kooyman verscheen buiten nimmer zonder zijn geklede jas en zijn hoge hoed, terwijl een geweldig plakkaat met het gemeentewapen op zijn borst bengelde. En de tweede bode, Willem Overweel, ofschoon hij een uniform met een daarbij behorende uniformpet droeg, maakte eveneens een geweldige indruk. Die beiden samen, in hun kamertje boven bij de trap, werden steeds met een zekere eerbiedigheid genaderd door bezoekers, die zich bij de burgemeester lieten aandienen. Was het waarlijk niet een knusse wereld, die wereld van het oude Schiedam? Mijn directe chef was de lange heer J. F. Schop. Door zijn lengte, niet ver van de twee meter vandaan, was hij een bekende figuur in het toenmalige Schiedam. Eens heeft hij zich zelfs gemeten met een beroeps-lange-man op de kermis, die toen in de eerste week van juli in de Warande werd gehouden. Maar hij was geen man voor de kermis, want als diaken ging hij 's zondags met het collectezakje aan een hengel langs de banken en de stoelen in de Grote Kerk. Hij was een in de praktijk gevormd ambtenaar zoals vrijwel alle ambtenaren uit die dagen. Te voren was hij chef geweest van de gemeentesecretarie in Gorinchem, de zelfde functie, die mij later zou toevallen. De tweede secretarie-afdeling bestond slechts uit een klein personeel. Behalve de heer Schop en ik was er nog een adjunct-commies, H. Bras, een routinewerker, die zijn maarschalksstaf reeds gevonden had, en de eerste klerk Edward Maltha, die zijn ambtelijk leven zou eindigen op de secretarie van Rotterdam. In twee heel ouderwetse lokaaltjes, waarvan het ene het heiligdom was van de chef, werkten we met elkaar en bleven we even vreemd voor elkaar als mensen, die in een treincoupé toevallig dezelfde reis maken. Er waren nog hoge lessenaars met schuin aflopende vlakken bij mijn aankomst. Ik moest een kan toorkruk bestijgen, die blijkbaar voor mijn lange chef was gemaakt. Die kruk had twee treden. En als ik boven was dan had ik mijn eerste troon bereikt, die van een Olympus nog wel iets verschilde. Ik kan verder volstaan met het noemen van mijn collega's uit de andere afdelingen. De eerste afdeling, die van al gemene zaken, stond onder leiding van de reeds genoemde heer Van Luyk. Zijn rechterhand was de heer N. de Vringer. Dan waren er nog de adjunct-commies Q. Rovers, die ik later zou terugvinden als chef van een Haagse secretarie afdeling toen ik lid van de gemeenteraad was geworden. Ook de eerste klerk G. Schuurman, die wij Schuur noemden, de zoon van de kantonrechter. Slechts kort hebben op deze afdeling ook gewerkt L. Vliegenthart, die al spoedig met promotie naar Leiden vertrok, en D. F. J. van Walsum, die burgemeester werd van Wijk bij Duurstede. De derde afdeling, die van financiën, was boven gevestigd. Daar voerde de kleine heer G. Montfoort zijn scepter, bijgestaan door A. Koper, die later gemeente-ontvanger werd. Voorts vond in de kleine ruimte nog de deurwaarder Eckenhausen zijn plaats. De reconstructie van de bevolking van het oude stadhuis moge weinig interessant lijken omdat zij hoofdzakelijk neerkomt op een opsomming van namen, men kan er in tussen van verzekerd zijn dat die ambtenarij daar haar plicht deed, al ging alles veel knusser toe dan in de ge jaagde moderne tijd met zijn moderne machines en zijn op moderne wijze werkende mensen. (Slot volgt). DAAN VAN DER ZEE. GEMEENTE-SECRETARIS S. A. VERXÈDE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1956 | | pagina 13