Schiedam en liet Suez kanaal 165 Toen het bintwerk omlaag kwam, werd de gevel naar buiten geduwd en kwam in de straat naar beneden. Ja, daar is H. Schriek toen bij om het leven gekomen en een paar anderen braken een arm. Waar nu de gemeente opslagplaats is aan de Hoofdstraat stond vroeger het Pakhuis Java. Dat is ook door brand verwoest. Daarbij zijn eveneens een paar man onder het puin gekomen, maar zij brachten het leven er tenminste nog af. Gerrit Mak woonde er vlak tegenover. Een jongen zei: „Kijk eens, baas! wat een rook pluim daar boven het dak. Het fikt daar nog al!" Mak als de weerga naar de politiepost, bij de brug, waar nu de lui van havenwerken zitten. En alle brandwachten gealarmeerd met de schel. Ze moesten dan bij het brand weerhuisje vragen waar de brand was. En dan de brand van 31 oktober 1936 aan boord van de Griekse boot Petrakis Nomikos. Er sprong iets in de machinekamer. De brandweer rukte uit en toen ze op de boot klauterden ontplofte d'r weer wat. Toen vloog bet middenschip de lucht in. Twee com mandanten zijn daarbij om het leven gekomen. Gerrit Mak arriveerde, toen het ongeluk zich reeds had afgespeeld. En later brandde de loods van Hase- kamp, maar dat was niet veel. Ja, de Baronie en de Tabaksfabriek aan de Noordvest en dan in 1921 zo onge veer dat kopra-pakhuis van Blad en Prins, tjonge ja Maar wat een verschil toen en nu! In de beginperiode 25 gld. per jaar. Geen uniform, maar een oliejas, die altijd vastgeplakt zat. Geen laarzen, geen helm. Niet verzekerd tegen letsel of ongelukken, zonder ordentelijk trak tement. Nee, d'r is wel wat verbeterd in die vijftig jaar. Maar toch: ook in die tijd hebben we de meeste branden wel geblust ROELIE M. MEIJER. Het onderhoud van het Suezkanaal was voor een deel toevertrouwd aan Nederlandse belangen. Daarnaast zijn er heel wat Nederlandse bedrijven, die werken voor de Suez-Kanaal Maatschappij in uitvoering hadden. Zo is nog niet zo lang geleden van de N.V. Werf Gusto v.h. Smulders een slijkopzuiger naar Egypte vertrokken, die daar vermoedelijk al wel zal zijn ingezet voor het op diepte houden van het kanaal. Een ander Schiedams bedrijf, nl. het Metaalbedrijf P. J. Mol Co., heeft op zijn terreinen aan de Maassluise dijk te Vlaardingen gewerkt aan een aantal reusachtige meerboeien, die ook voor het kanaal bestemd waren. Naar men zegt zijn het de grootste boeien, die tot dusver zijn gemaakt, waar ook ter wereld. Het geval wil, dat drie van de twaalf bestelde boeien gereed gekomen zijn, enkele dagen voor Gamal Abd el-Nasser, de Egypti sche premier, de opzienbarende rede hield, waarin hij het Suezkanaal tot eigendom van de Egyptische staat ver klaarde. De heer P. J. Mol had zich tot de Kanaal Maatschappij gewend, die in Parijs gevestigd is en had gevraagd een inspecteur te zenden, die zijn fiat kon geven aan de ver zending van het eerste drietal. Er kwam een Frans inge nieur die er best mee tevreden was en zo zouden dan de drie reusachtige boeien op weg gaan naar hun Egyptische bestemming. Het metaalbedrijf wilde ze graag kwijt, omdat er in de loop van dit jaar nog negen moesten worden ge bouwd, alle vijf meter in doorsnee en met een diepgang van eveneens vijf meter. De drie boeien bestaan uit zes waterdichte compartimenten, zodat ze blijven drijven wanneer ze bij een aanvaring lek zouden stoten. Slechts een stootrand is van hout gemaakt. In elke boei is onge veer een kilometer lasnaad gelegd en ze wegen stuk voor stuk ongeveer vijftien ton. Om ze te bouwen moest een steigerwerk worden gemaakt van stalen buizen. Uiter aard zijn de boeien op het droge gemaakt. Zij moesten twee of drie kilometer worden vervoerd om eindelijk in hun element te komen. Zij zijn zo breed, dat de stenen po^rt bij de ingang van het bedrijf nog daterend uit de tijd, toen het terrein in kwestie een kamp was voor politieke gevangenen moest worden weggebroken. De weg moest worden afgezet. Het verkeer werd omgelegd en voetje voor voetje schoven de kolossen op een lage machinewagen over de weg niet naar bet wagenveer bij het Delta-hotel in Vlaardingen, waar de inscheping op de Betelgeuze het gemakkelijkst zou zijn geweest, maar naar het insteekhaventje van de Vlaardingse Superfosfaat- fabriek, omdat de gemeente juist de straat had opgebro ken. Daar konden de boeien worden neergelegd tot er gelegenheid was ze aan boord van de boot te brengen, die ze naar Port-Said zou vervoeren; men dacht ze met een drijvende bok aan boord te hijsen. De boeien zijn ge strand nog voor ze het water van het Suezkanaal hadden gezien, want daar bij de ENCK liggen de metalen gevaarten nog altijd, wachtend op bericht uit Parijs, wat er nu mee moet gebeuren. De firma P. J. Mol Co. heeft dringende telegrammen gezonden naar de directie van de Suezkanaal Maat schappij in Parijs. Wat moeten wij doen, zo vroegen zij, verschepen of niet verschepen? Voortgaan met de bouw der negen andere boeien of er mee stoppen? Het antwoord was moeilijk. In Parijs wist niemand het antwoord en zo is in ieder geval het werk aan de negen andere boeien maar stopgezet. De Betelgeuze is zonder boeien naar Port- Said vertrokken. We zijn nu weer een paar maanden verder en nog steeds liggen de boeien bij de Vlaardingse Superfosfaatfabriek. Er zijn thans drie kanaal-maat schappijen, Maatschappij No. 1, de oude in Parijs, Maat schappij No. 2, die welke Nasser in het leven heeft ge roepen, en Maatschappij No. 3, de internationale organi satie van Kanaal-gebruikers, die de Britse regering in het leven heeft geroepen. Maatschappij No. 1 is de op drachtgeefster. Deze Maatschappij heeft de firma P. J. Mol een vaag antwoord gegeven, er op neerkomend, dat binnenkort het sein zal worden gegeven om met de vervaardiging der boeien door te gaan. Het spreekt vanzelf dat het Schie- damse metaalbedrijf zich niet tot Maatschappij No. 2 ge wend heeft en evenmin tot No. 3. Het zal er wel op neer komen, dat de oude Kanaalmaatschappij haar verplich tingen gewoon afwikkelt en de boeien zelf in beheer neemt en plaatst of wel overdraagt aan de nieuwe internationale onderneming, indien deze inderdaad vaste vorm aanneemt en zelfstandige activiteit gaat ontwikkelen. Ondertussen zijn de drie boeien dus als gevolg van deze internationale storm in laardingen gestrand op de oevers van de Nieuwe Waterweg.GERARD LUTKE MEIJER.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1956 | | pagina 17