MEEMWAARS VAN
.J
Tachtig dagen toonkunst
167
percelen" nat gehouden en daardoor voor
het vuur behoed.
Hebbu de nieuwe verkeerslichten aan
de Gerrit Verboonstraat al gezien? Inge
wikkeld he?Maar toch heb ik me
laten vertellen dat er onder de burgerij
enkele lieden zijn die er uit wijs kunnen.
eerlijk!
8 september: In de „Laan ons genoegen"
hebben wij voor ons genoegen staan kijken
naar de enorme brandblus-wedstrijd, waar
aan door asjeblieft 47 groepen werd deel
genomen!! Een natte geschiedenis!
Maandag 10 september: Als ik 's morgens
wakker word MIS ik iets. Het was niet de
tandenborstel en ook niet het scheerge
rei. Het was, nu weet ik het.HET
KABINET, dat we al zo lang kwijt zijn,
enfin.... laat maar!
Donderdag 14 september: Mejuffrouw A.
Nachtegaal (16 jaar): Wilt u even mijn
hulde in ontvangst nemen?en die van
mijn (schaarse) lezers?
Want dat is een dapper nummertje ge
weest, vanmiddag aan de Lange Haven.
Daar tuimelde een jochie van zes in het
water. Juffrouw Nachtegaal zag het, aar
zelde geen ogenblik, trok haar jumper uit
en nam een duik. Het jochie werd gered!!
En gisteren is de C.A.B. weer met veertig
auto's op route geweest. Deze keer ging de
tocht naar Baarle-Nassau.
Vrijdag 15 september: het r.k. Sint Li-
duïna Lyceum opent de deur van zijn
voorlopig schoolgebouw. Eind volgend
jaar hoopt het bestuur de eerste paal te
slaan voor het definitieve pand. En als dat
er staat zullen de 85 jongens en meisjes die
vanmorgen trots binnenstapten, allang
hun eind-diploma in de zak hebben....
Mag ik langs deze ueg de vrien
delijke meneer die de eerste avond
en de drie aardige meisjes die de
laatste avond om mij gelachen heb
ben bij de revuevan harte danken
voor hun morele steun?
Het is me anders niks meege
vallen, dat optreden voor een volle
zaal. jakkes, meid,jo, wat is dat
griezelig. De eerste keer durfde
ik opeens niet meer. ze hebben
me met geweld vanachter de cou
lissen moeten óp duwen. En dan
sta je daar, hardstikke moederziel
alleen tegenover dat enge donkere
gat dat „De zaal" heet.
Dan ben je opeens de zin verge
ten waar je mee beginnen moet, die
onnozele zin, die je misschien wel
driehonderd duizend keer bij je
zelf gerepeteerd hebt thuis. Dan
komt er zo'n stopverf-knobbel in je
strot zitten en je probeert alsmaar
dat ding omlaag te slikken.
„Dames en héren''' hijgt de
souffleur voor de negende keer.
DAMES EN HEREN. Wat wil
Uit het „Mus" vertaald door Sebastiaan
die man, wat moet hij van de dames
en hereno, hemeltjedat
ben ik, dat zijn mijn aanvangs
woorden nouvooruit daar
gaat ie dan: „Dames en heren, voor
zo ver je in deze bromfietsentijd nog
van heren spreken kangunst,
wat kwam daarna ook alweer
„En waarom lachen die krengen nou
niet''' speelt het door mijn kop.
meneer Sebastiaan heeft me nog zo
op het hart gedrukt „En als ze
lachen, Wietje.... dan moet je
wachten hooreventjes de zaal
helemaal bij laten komenniet
doorpraten...." Maar ik praat
dooralsmaar vlugger om er
van af te zijn. verschrikkelijk
wat is mijn rol lang.... En dan
zijn er nog spelers die nijdig zijn
als hun rol niet lang genoeg is.
Nou, ze kunnen het van mij cadeau
krijgen.
Maar gelukkig: in de krant stond
dat ik het alleraardigst gedaan heb.
Dank je wel, lieve krant
Ja, inderdaad, tachtiff dagen Toonkunst. Dit in tegenstelling met de driekwart eeuw-
Toonkunst die we in een vorig nummer hebben behandeld. Want er is eens een afdeling
Schiedam van Toonkunst geweest, die het heeft gepresteerd slechts tachtig dagen te
bestaanDat was in 1830
Op 19 april 1829 werd te Amsterdam
Toonkunst opgericht op initiatief van
de praeceptor van het Erasmiaanse
Gymnasium te Rotterdam, A. C. G.
Vermeulen, die zo spoedig mogelijk een
groot Nederlands muziekfeest wilde
organiseren. Na veel tegenwerking en
teleurstellingen lukte het hem die prille
voorganger van het Holland Festival,
op 30 april 1830 te doen plaatsvinden
in Rotterdam. De grootste daarvoor
beschikbare zaal, het „Nut", bood
echter slechts plaats aan nog geen 400
personen, terwijl volgens de reglemen
ten van de Maatschappij de leden van
alle afdelingen (totaal 884) recht van
toegang hadden!
Men zat met de handen in het haar
hoe dat geregeld moest worden. Men
piekerde er nog over, toen er uit
Schiedam een voor het Toonkunst-
bestuur schrikbarend nieuwtje kwam.
Wat er precies gebeurde, kan ons het
best de heer J. D. C. van Dokkum
vertellen die hierover in „De Gids"
van december 1914 schreef:
„Onder deze omstandigheden moet
het Rotterdamse bestuur de schrik om
het hart geslagen zijn, toen het ver
nam dat zich plotseling in het naburige
Schiedam een afdeling had geconsti
tueerd van 44 leden, met vooraan op
haar werkprogramma de schitterende
bedoeling te parasiteren op de Rotter
damse glorie en gezamenlijk op te gaan
naar het muziekfeest. Dit incident was
vermoedelijk het sein, om afdoende
maatregelen te treffen: er werd bekend
gemaakt, dat het aantal plaatsen zeer
beperkt wasDit dwong haar om
ook slechts op beperkte wijze te vol
doen aan de verplichtingen en aan elk
der afdelingen een klein aantal toe
gangsbewijzen op naam te vertrekken,
om deze onder haar leden te ver
delen Niet erg gemoedelijk gedroeg
zich de kunstminnende Schiedamse
schare. Toen deze afdeling-in-windselen
vernam, dat ze slechts enkele toegangs
bewijzen zou ontvangen, besloot men
op een bliksemsnel belegde algemene
vergadering de nog niet betaalde con-
tributiën in de zak te houden en
op staande voet werd dit phenomeen
onder de Toonkunstdepartementen ont
bonden: de 19de februari was het ge
boren, de 22ste april overleed het. Dit
was het komische intermezzo van het
feest".
Commentaar overbodig.
B. KEDDE.