De Schiedamse Gemeenschap Schiedams toneel en NATMJ 177 ORGAAN VAN DE STICHTING „DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP" 8e JAARGANG - No. 8 - NOVEMBER 1956 Er is in Schiedam, wij hebben dat al vele malen betoogd, een uitermate bloeiend toneelleven. Nog afgezien van de toneel clubs van diverse grote bedrijven vindt men hier circa vijfen twintig verenigingen; elk met een respectabel aantal leden, een uitermate actief clubleven, een fikse schare trouwe supporters en een vrij grote serie uitvoeringen per jaar. Het mag dan ook geen verwondering wekken, dat van alle bij de SG aangesloten secties de Sectie Toneel de grootste is en het meest „aan de weg timmert". Maar wij wilden het ditmaal niet hebben over deze vitale sectie. Er is namelijk met betrekking tot de Schiedamse toneel gemeenschap iets gebeurd dat wel enige nadere toelichting ver dient. De vroede vaderen onzer stad hebben in hun raadsvergadering van eind september besloten om geen subsidie aan de Nederlandse Amateur Toneel Unie te verstrekken en zij baseerden daarbij hun besluit mede op een door de Schiedamse Gemeenschap uitgebracht advies. Deze kwestie zou nimmer tot dit hoofdartikel geleid hebben, indien niet enkele plaatselijke kranten stukken hadden gepubli. ceerd, waarin nogal fel en bovendien hoogst onredelijk tegen de Schiedamse Gemeenschap gefulmineerd werd. Laat ons dus zien wat er precies aan de hand was. In de eerste plaats was er een ingezonden stuk in Het Vrije Volk, waarin een ons onbekende heer J. D. Schewe zich publiekelijk afvroeg waar de SG in vredesnaam het recht vandaan haalde adviezen te verstrekken aan de Gemeenteraad. Tja. daarop had genoemde krant heel simpel antwoord kunnen geven, maar nu dat niet gebeurd is willen wij het verzuim gaarne herstellen. Natuurlijk was het hier helemaal geen kwestie van incompetentie van B. en W. of de raad. Het bestuur onzer stad was echter van mening dat de Schiedamse Gemeenschap krachtens haar werk en ervaringen, mede op het gebied van het amateur-toneel, beter dan wie ook zou kunnen beoordelen of subsidie uit Schiedamse bron aan de NATU wenselijk was en of de belangen van de Schiedamse toneelspelers daarmee gebaat zouden zijn. Welnu, de SG meende beide vragen met „nee" te moeten beantwoorden en adviseerde dus die subsidie niét te verstrekken. Dat dit besluit geenszins onredelijk was wordt wel bevestigd door het feit, dat de gemeenteraad prompt een navenant besluit nam en verder geen woorden aan dit punt van de agenda wijdde. Wanneer de schrijver van dat ingezonden stuk daaruit conclu deerde dat de SG dus kennelijk geen waardering had voor het nuttige werk van de NATU, dan gaf hij wel een zeer Schewe- voorstelling-van-zaken, want die waardering is er wel degelijk. Alléén. voor Schiedam is de NATU bij lange na niet zo belangrijk als voor andere plaatsen. Het toneelleven is hier goed geordend, er komt meer en meer coördinatie ten aanzien van uit voeringen, het spelpeil van de meeste verenigingen gaat voort durend omhoog. En dat is voor een niet gering deel te danken aan het feit, dat de SG alle bij haar aangesloten verenigingen in staat heeft gesteld te profiteren van de regie van een beroepsregis seur en de adviezen van vakmensen, ten aanzien van de keuze van stukken, rolbezetting en wat al meer. De gast-regie van vooraanstaande figuren uit het Nederlandse toneelleven, zoals Richard Flink, Adolf Rijkens, Frits Butzelaar, J an van der Linden, Willem v .d. Loos en anderen heeft wel degelijk vruchten afgeworpen. De verenigingen die onder hun leiding stukken hebben gespeeld zullen de eersten zijn om dat te er kennen. En de NATU kan voor het Schiedamse toneel toch moeilijk méér doen dan regisseurs aanwijzen en adviezen ver strekken „Is het geen slag in het gezicht van de democratie, wanneer een bepaalde buiten de politieke partijen staande groepering willekeurig invloed gaat uitoefenen op gemeentelijke besluiten?" Die vraag werd eveneens gesteld door genoemde heer Schewe in genoemde krant en zij getuigt van zo weinig zin voor realiteit, dat het ons waarschijnlijk moeilijk zal vallen er een antwoord op te geven, dat hem geneest van zijn verkeerde opvattingen. En toch is de zaak zo simpel. De gemeenteraad en B. en W. moeten een besluit nemen omtrent een zaak, die voor een groot deel buiten hun normale werkterrein ligt. Wat is dan logischer dan dat zij advies vragen, louter en alléén advies, aan de Schiedam se Gemeenschap, waar het hier een strikt culturele aangelegen heid betrof en de SG zich vrijwel dagelijks met dit soort zaken Occupeert!! Wij geloven dat op de heer Schewe na, wel niemand zal hebben gedacht dat door deze zeer normale gang van zaken de democratie een slag in het gezicht heeft gekregen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1956 | | pagina 5