211 Melchers, maar dat is nog niet gegundals dat gaat be ginnen zal Schiedam op zijn grondvesten schudden! Of ik wel eens eer wat opgeblazen heb? Ja, een bunker in Hellevoet, na de oorlog. Ik liet me bepraten om me garant te stellen voor een vriend. De aannemer, waarvoor ik me borg stelde, ging failliet met nog 48.000 gld. schuld. De prijs wyas veel te laag, maar ik heb het werk toch maar aangepakt. Ik kwam er uit met 20.000 gulden scha, maar nu weet ik tenminste hoe je bunkers moet slopen. Dat is het zwaarste werk wat er is. Hier, mijn zoon, Kees junior heeft er een in de lucht laten vliegen. Hij was toen acht jaar. Hij blies op een fluitje en floep, daar gingen ze. Dat was mooi, he Kees? Ja, zei Kees junior, dat ging erg mooi! „Ik heb me voorgesteld Schiedam wat moderner te maken. Ik zou bv. niks liever doen, dan die oude steen klomp afbreken aan het eind van de Broersvest, u weet wel: die ouwe burcht. Dat dient nergens meer voor; je kunt er nooit meer wat van maken. Ik heb er nog stenen kogels uitgehaaldzó grootIn Vlaardingen heb ik heel wat vieze boel afgebroken. Oude boerderijen en oude huizen aan de Biersloot en de Walsteeg. In Schiedam heb ik de huisjes aan de Overschieseweg afgebroken, ongeveer dertig jaar geleden. Dat was een haastkarweitje. Het moest in zes weken tijds, omdat er een tunnel zou komen en voor elke dag, dat ik te laat was zou ik boete krijgen, 25 gulden per dag. Ik was er vier dagen voor de tijd mee klaar. Haha- ha, die tunnel. dat is nu dertig jaar geleden en hebt u al een tunnel gezien?" We stapten met Kees de Jong over zijn opslagplaats. Een zeldzame verzameling curiosa vindt men hier. Want Kees is behalve in het slopen ook nog geïnteresseerd in allerhand merkwaardige dingen. Als we een bord moeten geloven, dat zich aan zijn schuur bevindt, is hij hofleveran cier. Maar we geloven het niet en vragen er naar: dat bord heeft hij gekocht bij een verkoop en het is afkomstig van een sloop in Haarlem. Dat blinkende zilveren ding buiten aan het hek is geen V-l of V-2, maar een parafaan een ding dat tijdens de oorlog werd gebruikt in de strijd tegen de mijnen. Er zitten twee scharen aan om kettingen door te snijden. Die parafaan heeft De Jong buitgemaakt op de Duitsers. Zijn zoon heeft hem een jaar of wat geleden opgediept onder wat lappen op zolder, netjes opgeschilderd met aluminium- verf en op het hek bevestigd. Nu doet het ding dienst als reclameschild Die molen daar was oorspronkelijk bestemd voor Ameri ka, daar zijn ze gek op houten molentjes. Dit is afkomstig van de meelfabriek in Nieuwerkerk, die het naar haar filiaal in de Y.S. wilde zenden. Maar de meelfabriek ging failliet en de houten molen is verkocht en staat nu aan de Damlaan.als onderdeel vanKees de Jongs rijke verzameling. „En een belangrijk onderdeel," zegt De Jong, „dat me kort geleden nog een nieuw pak voor mijn zoon heeft opgeleverd. Dat was tijdens de Lichtweek in Rotterdam. Iemand van een Rotterdams kledingmagazijn had het ding zien staan en wilde er reclame mee maken. Toen heb ik als huur een goed pak voor mijn zoon bedongen. En het gekregen ook. Een goed pak, mijn vrouw heeft het helpen uitzoeken. Heeft drie weken in Rotterdam gestaan, prach tig verlicht. Er stonden vier molens in de stad, maar zoals die van mij was er geen bij Die houten schoolbanken, ja, daar zit ik een beetje mee. Ik heb er wel duizend gehad. D'r is een kuiper mee bezig geweest, maar je kon er geen waskuipen van maken. Zoekt u wat? Het hek? O, dat oude hek van het Hofje van Belois! Ja, dat spijt me, maar dat zit er niet bij. Dat had eigenlijk in het Museum moeten staan, he? Nee, dat heb ik niet, maar ik weet er wel van. D'r waren lui aan het werk en het hek was erg aftands. Meenemen mochten ze het niet, maar ze deden het toch. Ik geloof, dat het bij een oud ijzerhandel terecht is gekomen: 550 kg oud ijzer. Dat zal hun 75 gulden hebben opgebracht. Zo zijn er slopers. en slopersIets moois voor het Museum is ook dat mooie tableau van het parlementsgebouw in Kaapstad, dat ik in de schuur heb staan, helemaal uit elkaar alle tegels in een kist en een loden achterplaat apart. Net een leg prent. Zou me vijf uur kosten om hem in elkaar te zetten. Ook gekocht van een afbraakhandel. Een dezer dagen begin ik met de schoorstenen van Bonda. Die moeten worden gesloopt. We kunnen ze niet opblazen of omtrekken. D'r is daarvoor geen ruimte. Ze moeten steen voor steen worden afgebroken. Door de schoorsteenpijpen moeten we naar boven. Wat zegt u? Een foto maken vanuit een helikopter? Nee, daar zal ik het initiatief niet toe nemen. Die pijpen zijn dertig meter hoog. Is me eigenlijk al gevaarlijk genoeg. Ik daarvan een foto laten nemen, nee, dat lijkt me te veel op circus, op kijk spel. Dat doe ik niet. Dat is me een beetje te veel bravour. Je moet het noodlot niet tarten. G. LUTKE MEIJER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1956 | | pagina 19