zi{n diukkeü( maakte
Melkman kunst welken
Blief uit l\et llluieum
57
BIJZONDERE EXPOSITIE - EIND MEI OPEN
Beste Willem,
Als je dan met alle geweld uit Schiedam weg wilt,
zei de conservator met iets bitters in zijn stem en
even een trekje om de mondhoeken, als je dan met
alle geweld naar 't Gooi wilt, wel, weet je wat je
dan doet? Dan ga je maar, zei de conservator. En
dan wens ik je veel goeds ginds. Maar, oh Duys,
aan Willem blijf ik mijn museumbrieven schrijven,
en mocht jij ze niet lezen, dan leest allicht een ande
re Willem ze, te weten Willem Drees. Ook een
vriendelijke man, al istie misschien wel een béétje
kalmer dan jij, goede Duys.
Het nieuws van de afgelopen maand uit ons
museum was: drukte met exposities en gelukkig
ook met bezoekers.
Ik mag er tussendoor misschien wel eens even op
wijzen, dat de entree, die ons museum heft, zegge
en schrijve een kwartje voor volwassenen en een
dubbeltje voor kinderen, behoort tot wat men bij
opruimingen „lachwekkende prijzen" noemt. Niet
temin bestaat er nog een mogelijkheid, om gratis
het museum te bezoeken, en wel als je lid wordt
van de Vereniging van Vrienden van het Museum.
Dat kost je een rijksdaalder per jaar en nu is het
belangrijke van die twee en een halve gulden, dat
ze voor een deel gebruikt worden om kunstwerken
voor het museum te kopen. Zowel museum als be
zoeker profiteren dus van het lidmaatschap. Binnen
kort zul je wel eens uitvoeriger in de bladen kunnen
lezen, welke kunstwerken er alzo dankzij de Ver
eniging in het museum zijn beland en dan zul je,
denk ik, net zo (blij) verrast zijn als ik. Aan onze
kassa kun je je steeds als lid melden.
Hopelijk zie ik veel jongeren op de jeugdherden-
king van Michiel Adriaenszoon de Ruyter, die het
museum op maandagavond 20 mei organiseert.
Daarvoor zijn alle Schiedamse jeugdverenigingen
uitgenodigd en alle niet in verenigingen opgenomen
jongeren zijn ook welkom. De burgemeester opent
Zoon van een dierenarts
hield Werkman veel van
paarden. Hij heeft prach
tige series druksels" aan
ruiters en paarden gewijd.
Dit is een van zijn litho's
(steendrukken) met dit mo
tief. Men ziet wel hoe sug
gestief met krachtige lijnen
de figuren op de steen
gebracht zijn.
n
die bijeenkomst en onze archivaris, de heer P.
Kuyer, zal op deskundige maar niet vervelend-
geleerde wijze iets over onze grootste vlootvoogd,
onze geschiedenis ter zee en ook over die onbeken
de ongenoemden, namelijk het gewone bootsvolk,
vertellen. Historische helden, dat zul je met me
eens zijn, blijven meestal schimmen, soms zelfs niet
meer dan namen voor ons: op die avond willen we
proberen, van de schim De Ruyter een m e n s te
maken.
Dat hoogmoed voor de val komt is me bekend,
hou daar maar over op, maar een beetje trots, in
ieder geval erg blij ben ik met de tentoonstelling,
die op 23 mei (donderdagavond) in het museum
opengaat. Dat is een tentoonstelling van de op 10
april 1945 door de nazi's gefusilleerde drukker-
schilder Hendrik Werkman. Deze Groningse kun
stenaar-middenstander, deze stille, uiterst beschei
den, dromerige man behoort tot de belangrijkste
kunstenaars, die ons land de eerste helft van deze
eeuw heeft opgeleverd. Ik denk, dat hij dat zelf
niet heeft beseft want hij stond daar op zijn druk
kerij „maar wat te doen" met drukinkt, met blok
ken, lijnen en letters, met de inktrol en met allerlei
andere instrumenten, die eigenlijk helemaal niet
voor „kunst" bestemd zijn. In hem verschijnt een
„amateur", een werkelijke dilettant, die door de
rijkdom van zijn geest en hart tot zeer indrukwek
kende, zeer zuivere creaties van het puurste kunst
gehalte in staat is. Het is echt niet overdreven als
ik je zeg, dat zijn werk een betoverde en betove
rende wereld van kleuren en vormen ontsluit, een
droomwereld, waarin lettertekens even „mense
lijk" worden als vrouwen, als kinderen, als ruiters
en paarden. Werkman was „abstract" en figura
tief, beurtelings, en in beide „werelden" zonder
nadrukkelijke krachttoeren een meester, wiens
invloed op menig jong kunstenaar van na de oorlog
zeer levend is. Zijn tentoonstelling duurt een
maand en er verschijnt een, naar ik hoop, fraaie
catalogus van. Bij iedere expositie zie ik je graag,
Willem, maar bij deze toch wel heel in het bij
zonder.
„Het handboek van de wielrijders" hou je nog
van me te goed en weet dan voorts dat ik als
steeds ben je zachtmoedige maar daarom niet
minder hardvochtige (op het roken in museum
zalen) vriend,
de conservator
PIERRE JANSSEN.