Schiedamse
Gemeenschap
50
bureau: Plantage, Schiedam, tel. 68043
Erevoorzitter: mr. J. W. Peek,
burgemeester van Schiedam.
DAGELIJKS BESTUUR:
M. Hol Ivoorzitter; F. A. de Wolff,
secretaris; A. de Groot, penning
meester; G. W. van Bergen Wal
raven, A. L. J. Kunze, E. A. Leen-
derts, mr. H. A. M. Roelants, leden.
BESTUURSRAAD:
N. J. J. van Baarle, J. T. M. Bertels,
A. S. H. A. Blaisse, M. den Boer-Bijl,
K. J. Heyboer, ir. W. E. Hoek, L.
Kamp, C. Landsbergen, mej. A.
E. D. Noordegraaf, W. C. Oranje,
C. Rauws, A. M. Sunderman,
B. Vincent en A. van der Wel.
REDACTIE-COMMISSIE:
M. Hol I, P. Groenendaal en B.
Vincent. Eindredacteur: B. Even
huis.
Aan dit nummer werkten mee:
Octave de Coninck, Pierre Janssen,
H. Nieuwendijk, A. van der Poest
Clement, Jan Rubinstein, Karei
Scholten Jr., Sebastiaan, M. Tim
mermans, W. J. Verkerk en B. Even
huis.
Foto's, tekeningen: Chr. Breur,
Octave de Coninck, Gem. Archief,
Luuk Scholten en J. van der Hoeven.
INHOUD: pag.
Hard aan het werk49
Gemeenschapsleven 50
Zwembad Groenoord, meer re
creatiemogelijkheid 51
Dries Peute ziet de toekomst in
het water liggen52
Zwembad aan de Havendijk 53
Roeien met de riemen die je
hebt 54
De „douche" 55
Cricket voor het laatst aan de
Dam laan 56
Museumbrief57
Culturele spiegel58
Bij de voorplaat58
Burger Dagboek59
Overneming van artikelen of
foto's, ook van gedeelten, slechts
toegestaan met bronvermelding.
ABONNEMENTEN:
f 3,per jaar of f 0,35 per nummer,
voor buiten Schiedam f3,25 (giro
549934 t.n.v. De Schiedamse Ge
meenschap).
ADVERTENTIES:
N.V. Kon. Ned. Boekdrukkerij
H. A. M. Roelants, Lange Haven 141
Schiedam, tel. 69300. Giro 5858.
WAT WIL DE MINIATURENREEKS?
Met enige verbazing heeft de redactiecommissie van de Schiedamse Minia
turen kennis genomen van een „bespreking" in de Nieuwe Schiedamse Courant
van het vijfde deel der Schiedamse Miniaturen, dat enige tijd geleden ver
schenen is van de hand van de heer B. Kedde en tot object heeft: „De opkomst
van de arbeidersbeweging in Schiedam".
Nimmer heeft de schrijver van deel I der miniaturenreeks de bedoeling
gehad dat dit een „kostelijke" uitgave zou worden. Daarvoor was de taak,
die hij zich gesteld had, te ernstig. Hij wilde laten zien hoe onze stedelijke
overheid in de loop der eeuwen voor haar archieven had gezorgd en in welke
mate zij de geschiedschrijving van haar stad had bevorderd. De conclusie gaf
geen aanleiding tot juichen, want de bemoeiingen der overheid bleken mini
maal. Dit gebrek aan culturele belangstelling verklaarde meteen het be
treurenswaardige feit, dat over onze stad slechts weinig detailstudies voor
handen zijn die de toets der wetenschappelijke kritiek kunnen doorstaan,
om van een gefundeerde algemene stedelijke geschiedenis nog maar te zwijgen.
De schrijver, menend dat het hoog tijd werd dat hierin verandering kwam,
maar tevens ervan overtuigd dat voor een groot werk over Schiedams historie
de tijd nog niet rijp was, stelde een schema op voor een miniaturenreeks en
schreef het eerste deel daarvan als een inleidend boekje, min of meer ter ver
antwoording van de hele opzet. Overigens dient te worden opgemerkt, dat
het initiatief tot de reeks afkomstig is van de vroegere gemeentearchivaris,
die hiervoor de verantwoordelijkheid ten volle op zich neemt, daar de re
dactiecommissie toen nog niet bestond. Hij stelt zich ook verantwoordelijk
voor het feit dat het geen „kostelijk" boekje is geworden, om de woorden van
de Nieuwe Schiedamse Courant aan te halen. Of heeft de N.S.C. misschien de
betekenis van twee woorden door elkaar gehaald en „kostbaar" bedoeld, in
de zin van „hoge kosten met zich meebrengend"? Zo ja, dan menen wij te
moeten constateren, dat dit inleidende deeltje ondanks de kosten zijn doel
niet heeft gemist. Het is het begin geworden van een reeks die, naar wij weten,
zowel in Schiedam als daarbuiten en daar speciaal in tot oordelen bevoegde
vakkringen een goede naam heeft.
Naar de mening van het blad zou de redactiecommissie er voorts beter aan
doen een geschrift te publiceren, waarin „op vlotte, actuele en moderne wijze
een korte geschiedenis van de stad wordt gegeven". De redactiecommissie,
en met name haar leden die archivistisch en historisch geschoold zijn, hebben
deze woorden met grote verwondering in zich opgenomen. Hoe is het mogelijk
een korte geschiedenis van Schiedam te geven, als nog slechts enkele onder
delen van de stedelijke historie grondig bestudeerd zijn Is het dan niet bekend,
dat een wetenschappelijk verantwoorde literatuur over de plaatselijke ge
schiedenis zeer schaars was voor de Miniaturenreeks begon te verschijnen?
Spreekt het niet vanzelf, dat een korte geschiedenis pas behoorlijk geschreven
kan worden, wanneer de vele aspecten van het verleden der stedelijke samen
leving behoorlijk zijn bestudeerd Als men daarmee nu al zee zou willen kiezen
zou „vlot" dan niet noodzakelijk „oppervlakkig" worden? Mag het woord
„actueel" wel in dit verband gebruikt worden, daar het altijd in verbinding
staat met een bepaald facet dat op een gegeven ogenblik actuele betekenis
heeft? En is „moderne" geschiedschrijving niet alleen mogelijk door streng
wetenschappelijke normen aan te leggen? En juist tot dit alles dient de minia
turenreeks: om van bepaalde onderdelen studies te publiceren, die weten
schappelijk verantwoord zijn.
Waarom heeft de Nieuwe Schiedamse Courant het boekje niet aan iemand
ter recensie gegeven die historisch geschoold is, zodat hij met
kennis van zaken oordelen kan
J. HARTKOORN
Op donderdag 4 april overleed te Ede op 68-jarige
leeftijd de heer Hartkoorn, oud-raadslid voor de
SDAP te Schiedam en oud-voorzitter van de NVV-be-
stuurdersbond Schiedam. Van 1948 tot 1951 was de
heer Hartkoorn voorts lid van de bestuursraad der
Schiedamse Gemeenschap.
De heer Hartkoorn stond alom bekend als een %eer
actief en bekwaam bestuurder en zijn functies in het
politieke leven en de socialistische vakbeweging waren
talrijk. In 1951 verliet hij de raad, nadat hij al in 1949
was gepensioneerd. De gemeenschap verloor in hem een
toegewijd werker.