Elisabeth van Deventer-Maas <n Motorische stuwkracht in velerlei sociale arbeid door W. A. VAN GOUDOEVER 195 v Een Haags dagblad heeft mevrouw E. M. L. van Deventer-Maas bij haar dood ,,een van Nederlands grootste maatschappelijke werksters" genoemd1). Deze uitspraak behoeft niet te verbazen hem die zich heeft verdiept in haar leven en in dat van de beide mannen die op haar vorming grote invloed hebben gehad: dr. Adrianus Maas, de vader, en mr. Conrad Théodore van Deventer, de echtgenoot. De laatste was Dordtenaar van geboorte; over hem straks een enkel woord. De eerste was de zoon van een Schiedamse brander, die ook aandelen had in een van de molens die het uit de Oostzeelanden aangevoerde graan vermaalden voor de jeneverstokerij. Zoals de wijde kring dezer windmolens, rank van lijf en met brede balie, karakteristiek was voor het silhouet van deze Maasstad, zo is dr. Adrianus Maas Schiedammer geweest in hart en nieren, en het gebleven toen veel wijdere perspectieven hem lokten. Mevrouw van Deventer-Maas, naar een schil derij van Van Oven. Deze houding, gebogen over haar werk, was voor haar karakteristiek, zo ge tuigen zij die haar van nabij hebben gekend. Tot op hoge leeftijd kon men haar dagelijks zo aantreffen. Want naar het oordeel van mannen der wetenschap uit zijn dagen is deze branderszoon eigenlijk zijn carrière mis gelopen. In 1834 aan de Leidse universiteit magna cum laude gepromoveerd, lag een weg van roem en eer voor hem open. Het hart van de jonge doctor in de medicijnen echter wees hem een andere roeping, die weliswaar ruimte liet voor wetenschap pelijke navorsing, voordrachten publikatie (zowel in het Schiedamse Gezelschap Phy- sicaalsin landelijke genootschappen), doch die het hoofdaccent legde op sociale activi teiten. Adrianus Maas heeftzijn leven gewijd aan de lijdende mens heid, in breder dan alleen medische zin: de tot pauperisme gedoem de arbeidersbevolking van zijn tijd heeft in hem een onvermoeide beschermer en voorvechter gevonden. Een lange lijst van pre sidia en lidmaatschappen van verenigingen en commissies vormt daarvan slechts een zwakkeafschaduwing. Toen denegentiende- eeuwse opvatting van sociale rechtvaardigheid met aalmoes en armhuis meende te kunnen volstaan, werkte hij constructief aan alles wat geestelijk en fysiek de volksklasse zou kunnen verheffen, wilde ook voor haar een menswaardig bestaan be reikbaar worden. Hij heeft zijn talenten begraven in een pro vinciestadje, is licht-verwijtend wel van hem gezegd 2). Maar toen hij naar zijn laatste rustplaats werd gedragen, volgden hem in lange rij de rouwenden uit alle lagen der stadsbevolking, wier gevoelens de Schiedamsche Courant vertolkte toen zij hem karakteriseerde als een man, ,,dien Schiedam niet alleen, maar Nederland onder zijn uitstekendste, zijn edelste zonen tellen kon "3). Op 1 oktober 1857 werd hem en zijn tweede vrouw, Maria Louise van Lutsenburg, een meisje geboren, dat door groot moeder Elisabeth van Lutsenburg-Baert ten doop werd gehou- In de nazomer van dit jaar verscheen bij de Amster damse uitgeverij Van Kampen Zn, W. A. van Goud oevers uitgebreide studie over een verdienstelijk oud stadgenote, wijlen Elisabeth van Deventer-Maas, die zich bijzonder beijverde voor de emancipatie van de vrouw in Indië; een vrouw, die in Schiedam geboren en getogen is, alwaar zij een bekende en graag ge ziene verschijning was in het milieu der gegoede families. Het is een werk, dat zowel de beschrevene als de schrijver alle eer aandoet; Van Goudoever slaagde erin het echtpaar Van Deventer-Maas in hun leven en levenswerk op een zeer directe manier uit te beelden. Al zal mondelinge informatie voor deze niet- Schiedammer, die jarenlang journalistieke arbeid in Indonesië verrichtte en thans in Doornspijk woont, een belangrijke bron voor zijn kennis zijn geweest, de belangrijkste bron vormde waarschijnlijk toch wel het geschreven materiaal. En voor wie op grond daarvan, van archiefstukken dus, gaat publiceren, liggen tal van gevaren verborgen. Gevaren wel niet voor de degelijkheid van een werk integendeel maar voor de leesbaarheid daarvan. Het is echter bepaald niet in de laatste plaats de voortreffelijke stijl die het lezen van dit werk tot een genoegen maakt. Bijgaand artikel moge daarvan een indruk geven. Wij Schiedammers, en met name ook de Van Deventer-Maas Stichting, kunnen de schrijver dank baar zijn voor de wijze waarop hij de betekenis van Elisabeth en haar man belichtte. Een belangrijke Schiedamse naam is hiermee aan de vergetelheid ontrukt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1957 | | pagina 23