TOONKUNST Muziekschool H Op bezoek bij 9 FRANS MOONEN veelzijdig musicus We zitten voor een vraaggesprek tegen over Frans Moonen, de directeur, en willen hem over zichzelf en zijn werk spreken. Dit is ongeveer de indruk die wij krijgen: een nog jonge man, vitaal, met een blonde, open lach, die niet naar zijn woorden hoeft te zoeken, goedgeluimd, met gevoel voor humor en een onmiskenbare voorliefde voor de kwinkslag, als een Limburger die hij dan ook is. Idealist, waar het de muziek als sociaal verschijnsel betreft, consciëntieus artiest, waar het aankomt op de uitoefe ning van het ambacht, van huis uit koor dirigent, maar ook vertrouwd met orkest directie. Een man in het eerste stadium van zijn carrière, die nog veel volgende zal tellen, gelooft u dat maar. Tot nu toe is het trouwens snel gegaan, niet van een leien dakje, maar dank zij werkkracht en talent: hij is koorleider van het befaamde Amsterdamse Toonkunstkoor, dat voor het Concertgebouworkest hetzelfde betekent als het Rotterdams Philharmonisch Koor waarvan hij^ook repetitor is voor het orkest van Eduard Flipse. In den lande wordt hij beschouwd als een der meest deskundige en begaafde koorleiders, wes halve hij dat vak dan ook doceert aan het Amsterdamse Muziek Lyceum. En toch... Toch voelt deze Frans Moonen ondanks zijn drukke werkzaamheden, zoals het dan altijd heet, zich niet alleen opperbest thuis in Schiedam, hij geeft zich met volle toe wijding en enthousiasme aan zijn werk aan de school, dat hij als zijn belangrijkste taak blijft zien. Geen wonder, want hij heeft van deze taak zelf het perspectief bepaald en er gestalte aan verleend, meer dan dat hij hem is op gelegd, en dus is hij er persoonlijk aan ge bonden. Sinds wanneer? In het kort gezegd, zonder u met de voorgeschiedenis te ver velen, sinds de reorganisatie, de zeer drastische reorganisatie, die een paar jaar geleden, maart 1956 om precies te zijn, zo heel erg nodig bleek. Sinds de naams verandering van het danig in het slop geraakte, toentertijd nog geheten Toon kunst Lyceum, waar het muzikale onkruid welig begon te tieren na een vooroorlogse bloei van betere gewassen. SCHRIJVEND OVER DE TOONKUNSTMUZIEK SCHOOL kan men de nadruk leggen op de muziek, de beoefening ervan of de opleiding tot de bekwaamheid daartoe, maar men kan het ook hebben over het geld, het juridisch statuut en de formele organisatie. Mogen wij het eerste kiezen? Het interesseert ons meer, en we weten er beter weg mee. Dat er namelijk wel geld is, maar natuurlijk niet voldoende, wel, dat had u al geraden. Dat de statuten spreken van een stichting met een bestuur, een voorzitter en een directeur voor de school zelf, het zal weinig lezers schokken. En over de organisatie komen we on gemerkt te spreken. Aan de barre.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 9