WIE AAN TELEVISIE LIJDT.... 158 (Van o 't |S afgelopen. De zangkoren, de toneelclubs, de culturele kringen kunnen wel inpakken. Ze zijn uit de tijd! Thuis knutselen? Thuis muziek maken? Mijnheer, sta mij toe dat ik even lach. Naar de schouw burg Ja, ik ga daar een beetje naar de schouwburg Een boek lezen Wanneer moet dat? Naar een lezing Ik verstond u zeker niet goed; ik dacht warempel dat u zei: lezing. Tussen twee haakjes: hoe lang blijft u nog? Niet te lang hoop ik, want we moeten de hele kamer nog omzetten, begrijpt u, want straks komen Mien, Piet, Trees, Bep, Jan, Frits en Gijs. Om te praten? Nee. Om te kijken natuurlijk. Om te kijken naar de buis.... Naar de magische buis, het nieuwe toverding van de nieuwe mens, het elektronische fata mor gana in een woestijn van verveling, naar het blauwe weerlichten uit de televisie-hemel. Vanavond vonkt een toneelstuk bij ons binnen, hier tussen het dressoir en de canapé, maar 't kan ook een dominee wezen, die „even over God komt praten", of een leuke vent met gekke liedjes, of een begrafenis van een Groot Staatsman, of iemand, die ALLES weet over de geschiedenis van het kienen. Vroeger, zegt mij de taxi-chauffeur terwijl hij ons tussen de overmatige paardekrachten van anderen doorloodst, vroeger ging ik d'r nog wel eens uit. Maar nu? Ik zet geen voet meer buiten de deur. Nu ik televisie heb komt de wereld bij mij thuis. eindredacteur) gevaar, dat de techniek het ons TE gemakkelijk maakt, zodat we niet meer leven, maar geleefd WORDEN. Duidelijk doemt dit gevaar op bij de televisie. Het gaat hier om zaken, die belangrijker zijn dan alleen maar het voortbestaan van wat voor vereniging dan ook. Men kan immers op goede gronden aanvoeren, dat een vereniging stééds nieuwe uitdagingen aan de maatschappij te verwerken krijgt, en dat de uiteinde lijke zin van de vereniging alléén daarin gevonden wordt, dat zij die uitdagingen aan kan. Men kan niet iets in leven houden, wat het leven, om welke reden dan ook, niet meer heeft. Moet dus een vereniging het onderspit delven voor bijvoorbeeld de televisie, dan kan dat heel jammer zijn maar toch is dat niet het essentiële punt voor ons, waarnemers. Voor ons komt het niet aan op het treuren om wat voorbijging, maar op het steunen van wat overeind blijft omdat het in een nieuwe situatie nieuwe bindingen, een nieuwe innerlijke constructie wist te vinden. Ons interesseert niet de kwestie: wat doet gij TEGEN de televisie, maar: wat doet gij nu de televisie er is. Tegenstand schijnt ons nutteloos, want in tegenstand zit het negatieve, het ontkennen. Mee-veranderen in een veranderende wereld is geboden en wie zegt, dat dan oude waarden verloren gaan heeft gelijk maar ook ongelijk. Natuur lijk gaan oude waarden verloren, dat gebeurt iedere minuut, maar toch blijven zij bewaard, kunnen ze althans bewaard worden indien het werkelijk om een waarde gaat, en niet alleen om een meer of minder starre houding. \y\/IJ schieten raketten naar de maan. Schieten wij met onze nieuwe vinding, de televisie, ook ons culturele leven naar de maan? De vraag is te belang rijk om te negéren. Als Schiedamse Gemeenschap hebben wij steeds het ideaal gehad van een gemeen schap, gróter dan die van de huiskamer. Wij wilden de scheidsmuren zien vallen, wij wilden de mensen tot elkander brengen en in ieder geval zelfwerkzaam heid, al of niet in groter verband, stimuleren. Blijf niet zitten waar je zit, de samenleving is geen spel verstoppertje, BEWEEG, kom in actie, laat je zien voor wat je waard bent. Maakt de televisie hieraan een eind? Gaan we nu juist wél zitten waar we al zaten? "pECHNIEK heeft tot doel, de mensen het leven ge makkelijker te maken. Dat is de enige zin van ons technisch streven. In dat streven schuilt uiteraard het ET komt ons voor, dat alreeds hier misverstanden heersen, die wij niet anders dan gevaarlijk kunnen vinden. Wij horen te veel klagen en te weinig intelligent, moedig beraad over de televisie. Wij zien teveel pogingen om oude vormen koste wat kost voor voor de natuurlijke dood te behoeden, die daarom zo vruchteloos zijn omdat in het geheel der culturele ontwikkeling de televisie inderdaad een natuurlijk verschijnsel is, even natuurlijk als de stoommachine en het elektrische strijkijzer dat waren. Aan de andere kant gaan wij niet mee met degenen, die de uitdaging der televisie gelijk zetten met die van destijds de radio, en daaruit een wat gemakkelijk optimisme putten van „ach, die radio hebben we toch ook overwonnen". Dit lijkt ons een riskant gemis aan

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1958 | | pagina 6