Het 68 In rustig tempo breidt het kunstbezit van ons Schiedams Museum zich uit. Natuurlijk kan het niet gaan met de vaart van bijvoorbeeld het Rotterdamse Museum Boymans-Van Beuningen, om de een voudige reden, dat Schiedam geen miljoenen te besteden heeft. Maar dat is ook helemaal niet nodig. De Schiedamse verzameling, hoe klein nog, is al geen waarde loze verzameling meer; zij heeft in bescheidenheid een eigen betekenis en een eigen gezicht. Meestal kent men van dat eigen gezicht alleen het allermodernste, omdat daar nu eenmaal de meeste nadruk op valt. Het museum heeft in overleg met de omliggende musea bewust dat moderne gekozen en probeert er met zorg en behoedzaamheid de belangrijkste elementen uit bijeen te brengen. Niet echter met de gedachte, dat alles van vroeger lelijk is.dat wijzen de tentoonstellingen van .klas sieke" meesters en dat wijzen ook de Ontmoetingen met kunst" wel uit. Men moet zich met een ver zameling echter beperken, wil men iets bereiken. Toch is er in de verzameling een contactpunt met de kunst van gisteren, en dat is de mooie serie bladen grafiek, die wijlen de heer De Koning destijds ten geschenke bood. In die serie van Nederlandse kunst uit de vorige eeuw, schuilt een mogelijkheid van uitbreiding in de richting van heden, en onlangs kon van die mogelijkheid weer eens gebruik worden gemaakt.andermaal door een schenking, name lijk van de hier afgebeelde etsen van George Breitner. Breitner heeft geruime tijd niets liever gedaan dan met de huzaren en de Gele Rijders (de rijdende artillerie) het veld intrekken. Weergaloos knap wist hij die moeilijke taferelen vol actie met penseel, tekenstift of etsnaald vast te houden, soms in enorme schilderijen van vele vierkante meters, soms in heel kleine, pittige prentjes, waarvan deze etsen een geslaagd voorbeeld zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1959 | | pagina 12