Schiedams stads lichaam wordt harmonist
GEEN DORRE MONOTONIE VAN FLATBL
WIJKEN MET EIGEN KARAKTER
58
Schiedams uitleg binnen de spoorlijn is met circa
4000 woningen een flink stuk over de helft heen.
Gaandeweg wordt steeds duidelijker wat met deze
wijk van ruim 6300 huizen beoogd wordt. We leven
tegenwoordig met grote getallen zoals kinderen
met hun pop. We accepteren ze meestal zonder
kritisch de mogelijkheden en beperkingen van het
gegeven te onderzoeken. Grote getallen hebben voor
de meesten een schijn-leven juist zoals een pop dat
voor hele kleine kinderen heeft. Maar wanneer we
eenmaal de werkelijkheid achter het grote getal
zoeken dan komen de moeilijkheden.
6300 huizen, dat betekent huisvesting voor ruim
22.000 burgers van Schiedam. Hoera, de woning
nood neemt af, zal een statistisch ingestelde lezer
denken. Maar, en dat is de specifieke zorg van de
Dienst voor Stadsontwikkeling, in welke vorm de nood
terug wordt gedrongen, of er tegenover het gebrek
van vroeger iets van kwaliteit wordt gesteld, iets
dat de bezwaren van het grote getal redelijk onder
vangt, ligt meestal buiten onze gedachtenhorizon.
En wie met het vraagstuk in de praktijk tot ont
moeting wordt gebracht zal meestal wel na een
tijdje allerlei bezwaren voelen, een onbevredigdheid
ook dikwijls die hij moeilijk zelf kan peilen en die
hij dan maar verwerkt in een serie klachten over
allerlei details. Het huis is te gehorig, de trappen
zijn te smal, de deuren sluiten niet goed, alles is nog
zo vochtig enz. Maar daarachter ligt dikwijls als
motor het ongeformuleerde bezwaar: het moeten
leven als verloren in een enorm bouwblok; het dage
lijks gedwongen zijn in weer en wind over een al te
grote onbeschutte ruimte te gaan; het gevoel in
een eentonige wereld te wonen, waarin de eigen
wijk en het eigen blok bijna niet van andere te
onderscheiden vallen, omdat er niets eigens aan de
vorm van de wijk of het complex is. Er zijn huizen,
duizenden hebben een onderdak gevonden, de wo
ningnood is bestreden, maar nergens heerst er een
onbeperkte blijdschap om het nieuwe milieu. Er
blijft iets te wensen over en dat geeft een onbevre
digd gevoel.
Ook in Schiedam had een dergelijke situatie kun
nen ontstaan. Het is tenslotte geen kleinigheid de
oude stad binnen de spoorlijn af te ronden tot een
woongelegenheid voor rond 90.000 inwoners.
Gelukkig is het hoofd van de Dienst voor Stadsont
wikkeling, de heer J. Horvath, beslist niet een figuur
die die dingen alleen in getallen uitgedrukt wil zien.
Hij is ook niet de schetser van grove contouren
waarin anderen dan maar de nadere ontwerpen
hebben in te vullen. De heer Horvath weet dat de
toekomst een onberekenbare factor is. We moeten
soms iets open durven laten,zegt hij, en dat is typerend
voor zijn beleid. Het gaat er niet om met grote
strakke strepen complete stadswijken op te zetten,
alsof het om een staaltje van compositorische vaar
digheid draaide.