eti afgerond
_OKKEN
59
Oud en nieuw ontmoeten elkaar
bij de nieuwe Spoelingbrug.
van bepaalde oplossingen een waardevol middel
om met het werk van vandaag de toekomst niet te
torpederen. Met redelijk optimisme mag verwacht
worden, dat de materiële en psychische werkelijkheid
straks anders zal zijn dan nu en daarmee moet de
ontwerper van nieuwe wijken rekening houden.
Speciaal in een overgangssituatie als waarin Schie
dam verkeert is het verstandig niet alles vast te
leggen naar de smaak, het oordeel of de mogelijk
heden van het moment. Zorgvuldig tast dan ook de
Dienst voor Stadsontwikkeling telkens opnieuw de
kansen af om de dingen te verwezenlijken, die voor
de toekomst van het grootste gewicht kunnen zijn.
Er wordt beslist rekening gehouden met het feit
dat Schiedam een vrij plotselinge sprong moet
maken naar totaal nieuwe opvattingen ook op stede
bouwkundig terrein. Angstvallig is en wordt er ge
waakt tegen het ontstaan van al te grote ruimten
tussen de verschillende flatblokken. Iets van het
gesloten karakter van de oude binnenstad lijkt op
nieuwe manier opgeroepen in de Nieuwlandse pol
der. Dit woongebied lijkt dan ook beter afgestemd
op het Hollandse klimaat, waarin de mens voort
durend beschutting moet zoeken tegen regen en
wind, dan heel wat nieuwe wijken in andere steden.
In dit opzicht is de jongste stadsuitbreiding van Schie
dam gematigd modern te noemen. Maar deze term
kan ook om andere reden gehanteerd worden nu
in onze stad nog betrekkelijk zuinig wordt omge
sprongen met hoogbouw. Zoals men weet is hoog
bouw in zekere zin duurder in het gebruik omdat
daarin liften, service en centrale verwarming onont
beerlijk zijn. Het is dus ook moeilijker voor hoogbouw
een deugdelijke exploitatie-basis te vinden. De heer
Groots, harmonisch en toch natuurlijk is de ste
delijke ruimte langs de Vlaardingerdijk.
Er moet een milieu geschapen worden waarin het
prettig is te leven en dat ook economisch verantwoord
is. En daarbij is vormgevoel belangrijk maar van niet
veel minder betekenis is psychologisch inzicht, ge
voel voor wat de bewoners van een stad ligt en wat
niet.
En ten slotte wordt een zin voor de werkelijkheid
gevraagd naast optimisme voor de toekomst. Wan
neer de werkelijkheid het realiseren van een aan
trekkelijk idee niet toelaat of wanneer de psychische
instelling van een bevolking nog niet rijp is voor
op zich hoogst wenselijke desiderata van de altijd
vooruitziende stedebouwer, dan is het openlaten