126 werk in Schiedam was gelegen in het samenvallen van persoon en werk bij Scholten en zijn medewerkers. Wij hopen, dat dit geheim gecontinueerd zal wor den in de persoon en het werk van zijn opvolger: de heer B. Henrion Verpoorten, die als hoofdleider het werk overneemt, zij het in een andere en gunstiger situatie, dan toen we ruim 11 jaar geleden begonnen. Immers, het Clubhuis heeft zijn plaats veroverd in Schiedam. Jawel, maar dat betekent niet, dat we er zijn. Ook het Clubhuiswerk maakt een ontwikkeling door en is daarin nog ten volle begrepen. Het is ongetwijfeld waar, dat wat in het begin zoekend en proberend moest worden afgetast, thans sociaal-pedagogisch is doordacht. We hebben in de loop der jaren ontdekt, hoe gevaar lijk het kan zijn, als een enkele jongere geïsoleerd komt te staan van zijn milieu, met als gevolg, enerzijds de dreigende terugval of anderzijds een ellendige vereenzaming. Het is daarom, dat naast alle nadruk, die het groeps werk moet hebben binnen de ruimte van het Clubhuis, meer en meer aandacht zal moeten worden geschon ken aan het milieu, waaruit de jongens en meisjes komen. Hier komen de gezinnen en het gezinswerk binnen het kader van het Clubhuiswerk. Maar in dit licht bezien zullen de kontakten met bedrijven en, in bepaalde gevallen, met politionele instanties steeds noodzakelijker zijn, als we deze onbegrepen jeugd willen begrijpen en begeleiden. Ja, zelfs acht ik een kontakt met justitiële organen niet onmogelijk in die zin, dat in voorkomende situa ties aan het Clubhuis een reclasserende taak wordt toebedacht. De ontwikkeling van het Clubhuiswerk in ons land overziende, valt reeds elders een begin van ontwikkeling ook in die richting te bespeuren. Dit alles is hoopvol en biedt, hoe experimenteel ook in de aanvang, niettemin perspectieven. Het Clubhuiswerk is en dat wil ik hiermee zeggen nog bij lange na niet aan zijn eindstadium gekomen, doch nog in volle ontwikkeling. En het stemt bij dit alles tot voldoening, dat de Rijks overheid en de gemeentelijke overheid de waarde en het belang van dit werk inzien en daarvan blijk geven door een zeer belangrijke subsidieregeling die te zamen met de onontbeerlijke financiële steun van bedrijven en particulieren, het aan hen, die in het Clubhuiswerk een taak en opdracht zien, mogelijk maakt, niet slechts de gemeenschap te dienen, maar jongens en meisjes te helpen op de weg naar volwas senheid. Ik ben ervan overtuigd in dit artikel bij lange na niet volledig te zijn geweest. Ik heb u niet „genoeg lijk" en tot streling van eigen zelfvoldaanheid laten griezelen door „sterke" verhalen over de hier bedoel de jongens en meisjes, als de man in één van Godfried Bomans' satires, die tot de ontdekking was gekomen, dat je lekkerder sliep, wanneer buiten de storm loeide en de wind om het huis gierde en die daarom een man huurde, die regelmatig langs het venster liep, huive rend en bibberend ter wille van het weldadige gevoel, dat het binnenskamers opwekte. De bedoeling van dit artikel wil geen andere zijn, dan een dankbetuiging aan Karei Scholten, nu hij het werk in Schiedam, waaraan hij zijn krachten en boven al zijn hart heeft gegeven, gaat verlaten en om daar naast u een inzicht te geven in een stuk bijzonder jeugdwerk op de rand van de Schiedamse Gemeen schap. Sommige kinderen zijn zo onuitstaanbaar, alsof ze reeds volwassen waren. (Otto Weiss)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1960 | | pagina 10