WIJZELF NOG
AAN HEI WOORD
KLEUR
JEUGD?
134
Het is een late, zachte zomeravond. U draait uw
radioknop om op zoek naar een rustig muziekje.
Plotseling knalt er een schetterend jazz-geluid de
kamer in. Zwoele klanken klinken vibrerend door
tot in de uiterste hoeken van de zo juist nog zo rustige
kamer. Rauwe kreten en handgeklap verscheuren de
verstilde avond.
En nu zegt u, volwassenen, tegen elkaar: „Daar
heb je het weer; de moderne jeugdU draait gehaast
de knop om. „Dan de krant maarOp de front
pagina een vetgedrukte kop: „Nozemrelletjes te C.
Ruiten ingegooid! Parken vernield! Politie! Schade!!"
„Daar heb je het weer: de moderne jeugd! Altijd
hetzelfde gedonderjaag! In onze tijd Maar als
u de radio op een ander station draait, en u hoort een
sonate van Mozart, gespeeld door een jeugdorkest,
of u slaat de frontpagina van uw krant om en u leest
over een groep jongeren, die lezingen houdt, of een
grootscheepse actie op touw zet om geld in te zamelen
voor een of ander liefdadig doel, zegt u dan ook:
„Dat is die moderne jeugd Hoogstwaarschijnlijk
niet. U leest eroverheen en vergeet het weer. U ont
houdt de sensationele verhalen over jongelui in spij
kerbroeken, met lange haren en rode brommers.
Toch is dit maar een klein gedeelte van de jeugd
van nu. Is het niet treffend, dat het veel grotere deel
van hard werkende, serieuze jonge mensen domweg
over het hoofd gezien wordt, en men naar de gedra
gingen van het veel kleinere gedeelte gaat generali
seren onder het motto van: „Dit is nu de jeugd"?
De nozems zijn een kudde. De een doet precies wat de
ander doet. Als je niet mee wilt doen, lig je eruit.
Toch vormen ze maar een heel klein groepje tegenover
het grote geheel van gewone, nuchtere jongens en
meisjes, die met hun beide benen op de grond staan.
Die aan een toekomst willen en kunnen bouwen. Is
dat niet veel meer de moderne jeugd? Zijn zij niet
met recht de jeugd van tegenwoordig
Lex Berghuis
ik ben zo vrolijk als een
rode clown
en als een gele harlekijn
ik wil niet treuren in
een groene hoek
ik wil alleen maar
heel vrolijk zijn
heel vrolijk
Eefke Horvath
De ouderen zeggen„De jeugd? Die is slecht!
Oneerlijk, luidruchtig, ze geeft zich het recht,
wars en verstoken van alle fatsoen,
op brommers door sluim'rende lanen te knallen.
Het is een verdorven stel, met z'n allen!"
Maar men knalt, omdat de anderen het doen
Eendrachtig loopt die kudde in suède jassen,
haar tot de nek, vuurrode dassen,
die reiken vanaf de kruin tot de schoen.
Sigaret bungelt slap uit de hoek van hun mond.
Zo rijden zij straten en pleintjes rond;
zij doen wat de anderen doen.
Maar: Wie spreekt er over die andere jeugd,
die van muziek maken, lezen, dezelfde vreugd
beleven als hun ouders toen
Die stil naar goede muziek kunnen luist'ren,
zich niet aan de 'danstent' of 'cola-bar' kluist'ren
die niet precies doen wat de anderen doen
Lex Berghuis