SCHIEDAM
SCHAAKT
100
JAAR
186
EuweAljechin! AljechinEuwe! De ouderen onder ons weten het
nog wel, die schaakkoorts uit het midden van de dertiger jaren. „Onze"
Max Euwe, in 1935 wereldkampioen schaken geworden, bood zijn ver
slagen tegenstander Aljechin onmiddellijk revanche aan. Dat was
ridderlijk en ongebruikelijk! De vroegere wereldkampioenen, zoals
Lasker, verdedigden hun kostbare titel door aan uitdagers exorbitante
eisen te stellen.
Euwe niet! In 1937 trad ons schaak-idool weer in het strijdperk.
Het werd een heroïsche worsteling. En Nederland leefde mee. In treinen,
in wachtkamers, in café's en in de huizen, overal werd geschaakt, ge
analyseerd en gedebatteerd. Nog nooit had deze toch al wijd verbreide
sport zo'n populariteit beleefd. De radio hield ons op de hoogte, zet
voor zet. In ademloze spanning gevangen, was de aandacht van hon
derdduizenden gericht op twee bewegingloze figuren aan weerszijden
van een schaakbord. Euwe verloor, maar bleef een nationale persoon
lijkheid en evenmin boette het schaakspel aan populariteit in.
Schaakspel; die naam is afgeleid van sjah d.i. koning. Het heette vroeger
dan ook koningsspel. Velerlei sprookjes bestaan er over de oorsprong.
Feitelijke gegevens zijn er weinig. Zeker is, dat in India in de vijfde
eeuw na Christus een spel gespeeld werd, waaruit het tegenwoordige
schaakspel is ontwikkeld. Allerlei culturele stromingen brachten het
spel verder naar Oost en naar West. Omstreeks de 13e eeuw raakte
West-Europa ermee bekend en kreeg het ook zijn huidige vorm.
Het oudste Europese manuscript, waarin enkele opmerkingen over
schaken voorkomen, dateert van omstreeks 1200. Dat het een spel
van de geest is, blijkt uit het aantal boeken dat sindsdien over deze
edele vorm van ontspanning werd geschreven. Meer dan 20.000 werken!
Schiedam schaakt althans in verenigingsverband al een eeuw.
In september 1860 werd het schaakgenootschap „DE PION" opgericht,
dat tot aan de eeuwwisseling de schaaksport in onze stad bevorderde.
Zelfs per advertentie, zoals blijkt uit de Schiedamse Courant van 30
september 1875.
„Aan de Heeren Schaak- en Damliefhebbers wordt berigt, dat in de
bijeenkomsten van het schaakgezelschap „De Pion", welke iederen
dingsdag-avond ten 7 uure worden gehouden in het gebouw Musis
Sacrum, de gelegenheid is geopend tot oefening zoowel in het dam-
als in het schaakspel. Zij die lid wenschen te worden van genoemd
gezelschap gelieven zich te vervoegen bij ondergeteekende"
En dat was dan E. J. F. Mascheck, de secretaris. Schaakliefhebsters werden
blijkbaar geacht niet te bestaan. Er is wel wat veranderd.
De Pion ging ter ziele, maar werd in 1900 opgevolgd door de schaak
vereniging „DE KONING". Aan deze namen te zien zou men zeggen,
dat Schiedam's schakers van uitersten houden. De Koning schaakte
in het Volkshuis aan de Lange Haven, thans openbare leeszaal. M. C. M.
de Groot, voor lezers van ons blad een welbekende, was een enthousiast
lid en schaker.
Toen ook De Koning overleed, bleek de op 25 februari 1923 geboren
kroonprins „Eerste Schiedamse Schaakvereniging" te heten. Niet hele
maal juist die naam, maar schakers dient men veel te vergeven. Deze
vereniging is thans nog in volle bloei en wasdom. Vele jaren werd in
Musis geschaakt, maar in 1935 ging men in de Amstelbron resideren.
Hoe actief deze vereniging was blijkt wel uit het feit, dat van 1924 tot
1928 niet minder dan vier grootmeesters, nl. Euwe, Oskam, Landau
en Wertheim op verzoek van E.S.S. een simultaanwedstrijd hebben ge
speeld. In 1924 organiseerde deze vereniging voor het eerst persoonlijke
kampioenschappen. Dat jaar werd J. Penning kampioen van Schiedam.
Het jaar daarop wist de Schiedamse notaris J. F. W. Meijer beslag op
de titel te leggen.
In 1928 werd een tweede vereniging opgericht, de Schaakclub Schie
dam. Er heerste een prettige verstandhouding tussen beide verenigingen.
Beurtelings organiseerden ze de persoonlijke kampioenschappen van
Schiedam.