AAN ALLE BURGERS VAN SCHIEDAM! 187 De oorlog betekende ook hier: de dood in de pot. Maar in 1959 gingen de inmiddels weer herrezen E.S.S. en S.C.S. een fusie aan. De nieuwe naam werd SCHAAKVERENIGING SCHIEDAM, in welke vereniging thans ook de sterkste schakers zich thuis voelen. S.V. SCHIEDAM heeft grote plannen. Zij wil alle sluimerende schaak krachten in onze stad wekken en bundelen. Zij wil in de komende jaren verscheidene toernooien houden. Zij wil de belangstelling van de jeugd voor het schaken opwekken en daaruit voortvloeiend een jeugdkam pioenschap organiseren en jeugdtoernooien. Om de schuchtere huisschaker over zijn drempelvrees te brengen heeft men op 9 november een Schaakinstuif in Irene georganiseerd. Op het ogenblik dat wij dit schrijven zijn de resultaten van dit experiment nog niet bekend. Laat ons hopen dat ze gunstig zijn. En voor wie wel wil, maar nog aarzelt, dit: bij de Schaakvereniging „Schiedam" komt op de eerste plaats, zelfs vóór het schaken: het contact van mens tot mens! Ten slotte nog enkele gegevens. De vereniging schaakt iedere donder dagavond om 8 uur in Irene. Het secretariaat is gevestigd: Van Hall straat 7 in Schiedam. Dat gij uw papiertjes, waarde burgers, op straat werpt om ze kwijt te raken, is niets nieuws. Daarvan getuigt wel de ordonnantie uitge vaardigd door B. W. in het jaar 1826, die een schril licht laat vallen op het schone sprookje dat Nederland „vroeger" een paradijs van zindelijkheid was. In die ordonnantie lezen we namelijk: Burgemeester en Wethouders der stad Schiedam, in aanmerking genomen hebbende, dat Stads Boomge wassen dagelijks beschadigd worden, ten nadele en ongerief der Ingezetenen; en dat de publieke Wateringen en Straten, door het werpen in en op dezelve van vuil en andere speciën, besmet worden, hetgeen niet alleen voor de Ingezetenen hinderlijk, maar voor de gezondheid ook zeer nadelig zijn kan, hebben, teneinde daartegen te voorzien, met overleg en goedkeuring van den Raad derzelve Stad, goedgevonden te bepalen, zoo als geschiedt bij deze. En we lezen hoe in de verschillende artikelen de wetgever dreigt met strenge straffen aan allen die op de publieke Straten eenig vuil, asch, puin of andere speciën neder werpen, op eene boete van drie guldens, of bij niet betaling der boete op gevangenis voor tweemaal vierentwintig uren. Artikel 9 deelt mee: Een ieder zal verpligt zijn het vuil, asch, puin en dergelijke, in daartoe geschikte bakken, tobben, potten of emmers te ver zamelen, en voor zijn erf te stellen, ten einde dagelijks ten koste van de Stad te worden opgehaald. Heete assche, zal in ijzeren of aarden potten moeten gedaan worden, op eene boete van drie guldens bij overtreding. Artikel 10 noemt dan degenen die met het toezicht op de naleving f dezer zindelijkheidsbepalingen zullen worden belast. Het zijn de Veld wachter, de Opzigter van Stads Plantagiën, Stads Aardewerkers en de Agenten van Policie. Het meest belangwekkend is het laatste artikel van de bepaling. Het luidt: De boeten in deze Ordonnantie vermeld, zullen komen voor een derde aan die de bekeuring heeft gedaan, voor een derde aan de Magistraats- Armenkamer, en voor een derde aan de Stad. Wat zullen die Stads Aardewerkers en die Agenten van Policie scherp hebben uitgekeken: vooral tegen het einde van de maand! Maar, alle gekheid op een stokje, laten wij, burgers van Schiedam, meer dan een eeuw later er toch voor zorgen dat op onze hoofden niet de schande nederdaalt van vuiler te zijn dan onze vaderen! Door een klein beetje oplettendheid kunnen wij voorkomen dat Nederland, en dus Schiedam, in de mond van alle buitenlandse toeristen de klank van een mestvaalt krijgt. Dat kon namelijk ook onze portemonnaie wel eens beïnvloeden, en op dat punt zijn wij toch allen gelijkelijk gevoelig. P. OLIEBOLLIGHEDEN I Dat we snel leven wisten we. Hóe snel beseften we dezer dagen weer bij het door bladeren van een vergeeld JAARBOEKJE 1860 VOOR DE STAD EN HET KANTON SCHIEDAM. Honderd jaar geleden, dat was de tijd van onze grootvaders, de tijd van koning Willem III, de aanvang van het tijdvak der techniek. Nog nauwelijks is het historie geworden en toch.... wat een verande ringen sindsdien. Wat een wansmaak in onze ogen tenminste wat een plecht statige potsierlijkheid en.... wat een rust, wat een heerlijke rust. In die gulden dagen telde onze stad 15.240 zielen. Let wel, zielen: inwoners waren er nog niet! En al die zielen werden bevaderd door burgemeester L. Knappert (van de Laan). Het boekje weidt over deze edelachtbare als volgt uit: „De Burgemees ter bevindt zich,' zooveel mogelijk, des mor gens omstreeks half twaalf ure op het Stad huis, met uitzondering van Zon- en Feest dagen." Die zon- en feestdagen waren dus ken nelijk rustdagen en voor het overige.... wat een rust! OLIEBOLLIGHEDEN II „En na het kerstdiner stonden zij op en waren verzadigd en dachten erover, dat het jaar bijna ten einde was en dat het nu zo zoetjesaan tijd werd voor een vette oliebol en een mager kwartiertje bezinning." Bezinning. Een uitstekend idee, als we het buikje rond en het hoofdje nog koel hebben. Er is alleen het gevaar, dat we, al bezinnend, zachtkens wegdoezelen. Maar wie dat kwalijk neemt is een knies oor! Een slaapje kan immers zo verfrissend werken. Verfrist overdenken we nog eens het afgelopen jaar. Er was welvaart, de be stedingsbeperking bezorgde uitsluitend zeer bange zielen een kwade droom, Nieuw- land groeide voorspoedig en de woning nood nam dienovereenkomstig af. De zomer was zo slecht gehumeurd, dat Groenoord en Beatrixpark maar zelden een overbevolking registreerden. Het vakantiefeest nochtans, of misschien wel daardoor, bleef zich in een grote belang stelling voor zijn onderdelen verheugen. Dit ondanks het feit, dat talloze Schiedam mers in die dagen te Lunteren of Costa Brava werden gesignaleerd. Heel dicht bij huis werkte de Schiedamse Gemeenschap nog altijd met noeste vlijt voor de Schiedamse burgerzin. Soms ver loopt dat werk bijna geruisloos en zou een buitenstaander ten onrechte de indruk krijgen, dat deze stichting haar beste jaren heeft gehad. Niets is minder waar. Het geruisloze is slechts een gevolg van het feit, dat tal van secties thans uitstekend „draaien". Toe gegeven, er moet om de belangstelling gaande te houden ook aan de weg getim merd worden. Het wordt gedaan! Wie daaraan twijfelt leze maar eens elders in dit nummer over die nieuwe figuur: de STICHTING CULTUREEL FONDS SCHIE DAM. Er kan nog steeds wat bereikt worden in deze stad.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1960 | | pagina 23