D1960-1961
KUNSTGREPEN
de toeschouwers:
59
Voor mij gaat de pluim naar Othello.
Nee, niet de bekers of de laurierkransen. Die gaan
natuurlijk naar Brederode en naar Geron voor hun
bijzonder goede prestatie., en ook een beetje naar
U.D., die het lang niet slecht deed.
Maar Othello deed het óók lang niet slecht!
De pluim van het mannetje in de zaal, mijn pluim,
gaat naar Othello. Ik zal u zeggen waarom.
Othello had een moeilijk stuk gekozen, een stuk dat
nooit tevoren was opgevoerd. Dat was gevaarlijk,
maar het was ook heel dapper.
„Vandaag is eergisteren" had het grote bezwaar dat
het een slecht toneelstuk is d.w.z. technisch
slecht. Dat merkten wij omdat het alleen maar be
stond uit twee-spraken en alleensprakenEr was
geen mogelijkheid tot „samenspel" Als een twee
tal uitgeredeneerd was verdween het en dan stapten
twee andere spelers de planken op.... Die op hun
beurt ook weer achter de boomcoulissen verdwenen
Het stuk was véél en véél te lang.... De helft had
eruit geschrapt moeten worden.
Toch waren de karakters goed beschreven.... en
ook goed uitgebeeld. Vrouw Alink en ook Geert, de
volmacht, waren zeer aannemelijke figuren. Dat
merkte ik aan de opvallende stilte in de zaal....
Hoe taai de dialogen ook waren en hoe dikwijls we
hetzelfde te horen kregen, de zaal hoestte niet,
schoof niet over de stoelen, praatte en gieberde
nietBehalve aan het eind van het derde bedrijf
toen we allemaal doodmoe ervan waren.
Belangrijk vond ik ook: De spelers wisten raad met
hun handen! O, dat is zo belangrijk.... Meestal
hangen die handen als hinderlijke overbodigheden
langs het lijf.
Er zijn verschillende trucjes om dat handen-gehang
te maskeren: plantjes begieten, de leuning van een
stoel omklemmen, met een glas spelenMannen
willen die handen nogal eens in de zijzakken van hun
colbert stoppende duimen naar buiten. Dat kun
je éven doen, daar moet je niet voortdurend mee
blijven staan
In „Sabrina" viel me onmiddellijk op hoe het meisje
Sabrina haar handen liet méé-spelen.... En als je
„Ik" zegt, lieve amateurs, leg dan je rechterhand
niet boetvaardig op je borst.
Die handen zijn ook altijd zo paars.... Het gezicht
wordt opgewekt geschminkten komt een vent
met blote benen op dan heeft ie ze altijd wel even
een bruin sausje gegeven, de handen.... daar doet
men niks aan. Ik herken de oprechte amateur altijd
aan zijn handenJe ziet hoe hij bezig is ze weg
te stoppen, ze te verbergen„O, hemel, waar laat
ik mijn handen", hoor je hem denkenen dan
gaan ze: In de broekzak, nee, dat past niet, dan gauw
er weer uit, maar dan? Kon ik ze maar thuis laten,
in het souffleurshokje gooienMaar, beste goeie
amateur, handen horen er ook bijdie moeten
ook een rol vervullen.... Geert, de volmacht, legde
ze rustig tussen zijn knieëndat kón, dat was een
goeie oplossing.... Daar horen ze bij een boeren
man, die na zit te denken. De rolkennis was bij
Othello ook heel goedNatuurlijk er waren een
paar versprekingen, maar lieve deugder kwamen
ook zo ontzettend veel zinnen die op elkaar leken
Rolkennis is, vind ik als leek, van het allergrootste
belangAls je op de planken komt moet je kunnen
spelen en niet staan piekeren: „En wat moet ik straks
in 's hemelsnaam zeggen?" Zoals die ene speler die
op een kwaad moment helemaal, maar dan ook
absoluut helemaal, niet meer wist wat zijn tekst
was.hij moest af, zei nijdig zijn zinnetje en moest
wéér af.Kijk, dat moet niet nodig zijn. Het is
natuurlijk wel vermakelijk voor mij, in de zaal
maar het hóórt niet. En als je een kop thee accepteert,
drink hem dan uit vóór je opstapt. En als je een héél
erg rijke jonge man bent, draag dan een héél erg
rijke bril en niet zo maar een gewone.
En als je een heel arme boerenjongen bent, draag dan
geen fluwelen schoenen. Dat zijn zo van die kleinig
heden waar het mannetje in de zaal op let. Maar
vooralde handen, de paarse, stunteligehandenü
Mijn pluim gaat dus hierbij naar Othello
Brederode en Geron.... houdt Othello in de gaten,
daar kunnen jullie bij een volgende wedstrijd wel
eens heel veel moeite mee krijgen!
SEBASTIAAN
Iets nieuws zeggen over de televisieprogramma's van
Pierre Janssen, het is niet mogelijk. Talloze scribenten
in ontelbare bladen hebben hem de afgelopen jaren
reeds hemelhoog verheven of aardediep vermorzeld.
Interviews met hem behoorden tot de „bon ton" der
redacties. Elk trekje, elk oogknipperingske werd
breed uitgemeten en karakterologisch in kaart ge
bracht. Nochtans loopt hij redelijk gezond en even
onverklaarbaar als zijn medeschepselen ook'van-
daag nog door Schiedam's straten. Nee, nieuwe din
gen zeggen we niet nu we het Geïllustreerde Reuzen
pocket no. 1, uitgegeven bij De Bezige Bij, getiteld
Kunstgrepen en geschreven door onze conservator
Pierre Janssen, in de hand houden, maar trots zijn
we er wel op.
Het zijn z'n eerste vier televisie-uitzendingen over
kunst, vastgelegd op papier in nagenoeg dezelfde
sprankelende taal, waarin ze destijds werden uitge
sproken. Het hele boekje is doorschoten met de beel
den die de uitzendingen illustreerden en wel onmid
dellijk bij de tekst, zodat wanhopig geblader onnodig
is.
Al wie (en 't zijn er heel wat!) met in- of ontstemming
zijn uitzendingen hebben gevolgd, zullen zich zeker
de kans niet laten ontgaan het bewijs van hun gelijk,
het corpus delicti, nu te kunnen bezitten.