de volkstuinen
niet
om
het
boontje
alleen
60
H. VAN DER MEER
Toen wij nog in de zéér prille kinderschoenen stonden,
hadden wij eens een vriendje. We telden er toen zeer
velen, waarmee wij op straat voetbalden, cricketen
en „rovertje" speelden, maar het vriendje waar we
het nu over hebben, had een speciale attractie, die
hem in onze ogen buitengewoon belangrijk maakte
en waardoor deze relatie ongemeen aantrekkelijk
werd: „bij hem thuis" hadden ze 'n tuin! En dat was
dan niet zo'n gewone tuin, die veel mensen achter
hun huis hebben liggen. Nee, deze tuin lag helemaal
aan de andere kant van de stad. Volgens onze op
vattingen toen, was dat het toppunt van welstand:
zomaar een enorme lap grond (in de ogen van een
vijfjarige beslaat een oppervlakte van 300 vierkante
meter ongeveer een kwart van heel Nederland), die
men zich louter voor eigen plezier aanschaft en waar
men met onbetwiste souvereiniteit over kan heersen.
En dan het feit, dat deze tuin enkele kilometers ver
van het huis van ons vriendje aflag: het droeg zo
ongeveer de gevoelswaarde van „overzeese gebieds
delen". Daar kwam nog bij, dat de vader van ons
vriendje bijna iedere dag naar zijn tuin ging en er
dan praktisch de gehele dag verbleef. Deze man
moest wel overstelpend rijk zijn om al zijn tijd aan
dit lustoord te kunnen geven. Het is lange tijd een
probleem voor ons gebleven tot we eindelijk met
kinderlijke vrijmoedigheid het de man hebben ge
vraagd: hoe dat allemaal kón? Wij kunnen ons nog
het vermoeide gebaar herinneren waarmee zijn hand
over zijn ogen streek, toen hij na een korte aarzeling
zei: „Dat komt omdat ik werkeloos ben, jochie."
We hadden er geen flauw benul van wat dat kon
betekenen en zeiden onmiddellijk, dat we onze vader
zouden voorstellen óók „werkloos" te worden, want
dat leek ons een ideale levensbestemming. Er was
iets heel zachts en triests in zijn stem toen hij zei:
„Dat zou ik maar niet doen, jochie, dat zou ik echt
maar niet doen....". Daarna staarde hij een hele
tijd in de verte en kneep zo hard in de steel van z'n
spa, dat de knokkels er wit van werden.
Vrijdagmiddag-droom van een volkstuinder: de vrije zaterdag!