235 „Gisteravond nog verkocht ik dit ding hier." Dit ding: de vaart van de zeehaven gevangen in zwarte abstracties op een gebroken wit achtergrond. „Vijfhonderd gulden, een feest jongen, rijkdom, wat kun je er wel mee doen En bij wat havenaquarellen: „Ja, ik heb, geloof ik, een kranencomplex". Misschien waren de kranen van de Gorzen, waarmee hij groot werd, wel de eerste. Later, na de ambachts school, waar hij met verf wel het vak maar niet de kunst leerde, kwamen de kranen terug. Bij Wilton- Fijenoord, waar hij interne tentoonstellingen ver zorgde en wandborden, geschenken voor de Koningin, mocht ontwerpen. Op de avondacademie leerde hij wel met verf de kunst en paste deze toen toe op een reclamebureau, dat hem brood verschafte en hem de tijd liet om te reizen en te werken. Te reizen. Tweemaal enkele maanden naar Ibiza, het gesublimeerde Texel, waar Hollandse kunstenaars voor een kwartje de m2 grond kopen en „Schiedam" werkeloos laten. Ibiza, waar Bos: sandalen, baard en vuile broek, ex- koning Alfonso fotografeerde met politionele mede werking waar hij, om te kunnen leven, voor toeristen schilderijtjes maakte en waarnaar hij terugverlangt. Tijd om te werken in de haven, werken, zo intens, dat de onderwerpen, kranen en elevators, schepen en schepen uit zijn werk wegvoeren, zonder dat hij het zag! Werken: in opdracht van een verffabriek een witte betonnen wand van taaltekens voorzien, nieuwer dan Chinees, maar even oud-verstaanbaar. Werken was ook de opdracht om in een kantine de vrije tijd op de wand gestalte te geven. Kaarten, muziekinstrumenten, biljartballen en schaakstukken werden kleurige muurbloemen bij een prettiger twaalfuurtje. Maar de tijd was nog te kort. Hij fotografeert en illustreert, tekent en schildert en witte wanden werken op hem als op een stier, hoewel hij Kreeft is! Hoogweg langs de Lange Haven werkt hij aan schil derijen en toekomst of rijdt, op een legergroene, honderdtwintig-mijls Harley-Davidson op weg naar zijn kranen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1962 | | pagina 11