SINT JANSKERK V
Uootiütnötc!) tlcrfcocl)/
HUN NAMEN ZIIN BEWAARD GEBLEVEN
25p SDjiam «ojntlifj ban $cif/
Dactm narctelticU U)t«5oöt0 i©oo?tit/ mts t Ut
ds. G. lansen
¥5 91
öfHloofwan-Dtgt tyiftonen öcr U; rclun fun-gljf toefen tooit/
5S*ooj*vardvm acronivm. «Dienaet De* öoötliit&en
lüoojöts butnen ^ttjicüain.
TOT SCHIEDAM,
ANNO M.DjC,X»
238
pot ®oDtö 4&f)mifjmtf njft alletn mbcn ©uarn matr ooc inöfn Rumurn
«tRammte gtifbiifrfnbe fitn rgSt can 700 jaren tot Bat oen Öoomftbiti
^aua ^rljttfe-mattgljt regifi mgbe Otr ÖfrtRinü.-rtoOfRftjKfft,
in üatetffltfrmgtie oan at Jjoltnlte regte cmgt» oiiönftörpofu tg
JbltOffftoorgljrregtrrt l0gl)fmo}&ftitriBi tuatna örrnia»
8b«n ors <£>oDt!urHfn ïDnojöra rrbf aller iBflut&ti
JttagKlraten rrempel ötr «SOiiRrtijthtr |Wagt«
flratin ampt 10 tnt tfrtojgfjtn eno*
bfbojbrttn pan itcrttielgehijaSen.
Actor. 10. vtrf.it.
h®*»°£i',Zd°P Ae Rhchede Kudde,wier ia
udc hcjrlighe Ghecfl Opliendcrs ghezet heertom dc vergadermghp
Godu tc hooien, wdeke hy ract lyncn bloede verkreghen heeft.
Ds. RUARDUS ACRONIUS
Als in het jaar 1598 Ds. Moerland Sr. overlijdt, wordt
hij in het volgende jaar door de strijdbare Ds. Ruardus
Acronius opgevolgd. Deze is de laatste Schiedamse
predikant geweest, die de felheid en bewogenheid
van de eerste reformatietijd nog aan den lijve heeft
ondervonden. Reeds vóór 1570 had hij het priester
kleed hij was waarschijnlijk pastoor te Kornjum
bij Leeuwarden afgelegd. In 1572 bevindt hij zich
in het hoofdkwartier van Schouwenburg te Franeker
en houdt in de Grote Kerk aldaar de eerste gere
formeerde predikatie. Vanwege het Spaanse bewind
in Friesland moet hij echter vluchten en komt in
Noordholland terecht, waar hij eerst de gemeente
Wijdenes en daarna de gemeente Alkmaar dient. In
1579 keert hij terug naar Friesland: Bolsward, Korn
jum en Leeuwarden en weer Kornjum. Van hier uit
werd deze Acronius, die van de kant der kerkelijke
vergaderingen een groot vertrouwen genoot en aan
wie allerlei kerkelijke zaken werden opgedragen, zo
wel ter bevordering van het kerkelijke leven als ook
wat betreft de bestrijding van dwaalleraars, naar
Schiedam beroepen in 1599.
Hier heeft hij zich een fel bestrijder getoond van de
remonstranten en niet minder fel was hij als pleit
bezorger voor de zelfstandigheid van de kerk
tegenover de inmenging van de overheid. Wat dit
laatste betreft schreef hij een boek, dat in Schiedam,
bij Adriaan Cornelis van Delft, werd gedrukt: „Noot-
wendich Vertooch". Maar het einde van de inmenging