De piano's van Vic Genlils In het museum: muziek 'n tastbare substantie 232 Begin 1800 was Jan van Rijswijk Antwerpens eerste burgemeester. Geweldige kerels waren het in de Sinjorenstad. Hun beurs even breed als hun gebaar. Ruimte hadden ze nodig voor hun groot lijf, voor hun groot gezin en voor hun groot zelfrespect. Op 't Zand zette Jan van Rijswijk zijn huis, zo breed als zijn armzwaai, zo hoog als het honorarium voor de bouwmeester. En daar op 't Zand bouwde men niet op zand, want het staat er nog. Vervallen luister, ja, maar nog steeds luister! Vic Gentils is 'n Antwerpenaar. Zijn huis is het huis van Jan van Rijswijk. De balzaalwie zei dat 't er lekte is zijn werkplaats, zijn droomzaal. Zijn talent maakte van hem, na de gebrui kelijke opleiding, een kunstschilder. Maar, op het breukvlak der tijden (1919) geboren, hunkert in hem ook de rusteloze zoeker naar nieuwe vormen, naar nieuwe, uit de synthese van men selijke geest en natuurlijke grondstoffen voortgekomen, tastbaarheden. Geen volledige vol doening vindt hij in het schilderen van landschappen, waarin de uiterlijke waarneming tot op een minimum is gereduceerd. Evenmin brengt het surrealisme, de droomkunst, hem wat hij ervan verwacht. Een intermezzo is de exploitatie van een drink- en eethuisje op de steenweg bij Baarle-Nassau. Terug in Antwerpen komt het idee: het schilderij, 't platte vlak, tastbaar maken, werkelijke diepte, reliëf geven. Hij begint met houten panelen, plakt latjes aan en op elkaar. Dan tracht hij hetzelfde te bereiken op doek, met koper en ijzer, stukjes been, pijpesteien. Kennissen bezorgen hem oud materiaal, afval. Hij kijkt, hij keurt, ziet vormen harmonisch of tegengesteld. Kijkend, proevend, stuit hij op stukken van een oude piano. En dat is de vondst! Wat vondst? Dat is werk, misschien hèt werk! Vic Gentils sloopt, snijdt, brandt de verf eraf, want verf is dood. Hij vormt, van snaren en toetsen en klankbord en poten. Hij maakt reliëfs en vrijstaande beelden. En dat is de idee: iets maken dat klinken zal als de mens ernaar kijkt, of als de wind erdoor en de warmte erlangs strijkt. Zelf zegt hij: Mijnen droom is van een orgel te vinden en daar iets van te doen. Zijn werk, het vroegere en het latere, is nu te vinden in een zaal van het Schiedams Museum. Men kan er eventjes overheen lopen of men kan er helemaal niet komen. Wie er echt komt, moet niet verwachten beelden, af-beeldingen te vinden. De expressievorm van Vic Gentils is muzikaal, maar niet zoals bij Rilke: „Musik, Atem der Statuen". Bij hem is de muziek het beeld zélf en het beeld de muziek geworden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1962 | | pagina 8