57
bescreven staet.Waarop dan de volgorde van de
gilden in de processie wordt vastgesteld, waarvan
op straffe van een boete niet mag worden afgeweken.
Dat de gildebroeders daarbij niet altijd in het gelid
of in de pas bleven of misschien daartoe ook onder
de invloed van de feestdag niet bij machte waren
zouden we kunnen vermoeden op grond van de na
drukkelijke bepaling, die in de ordinantiën op de
draperie voorkomt: „Item op des heilichs sacraments
dach, op onse kercmisdach off tot anderen tiden, als men
processie doen sail om die stede mitter gilde kersen, soe
zullen alle die wevers zedelic ende manierlic mede
ommegaen in die processie bij malkander onder hair
kaerssen, ende oec bij malkander bliven, totdattie processie
gedaen is
Behalve de gildealtaren, die, al naar de rijkdom van
de gilden, rijk waren versierd, waren er in de Grote
Kerk nog meer blijken van een nauw contact tussen
deze kerk en de gilden. In de Kerk bevonden zich
namelijk een aantal gildeborden, terwijl verschillende
gilden hun gildeglazen hadden: gebrandschilderde
ramen, waarin o.a. de wapens van de gilden waren
geschilderd. In de rekeningen van de gilden komen
herhaaldelijk posten voor betreffende deze ramen,
terwijl in de resolutiën van kerkmeesters meermalen
het onderhoud van deze gebrandschilderde ramen
ter sprake komt.
Van dit alles nu vinden we in de Grote Kerk thans
geen spoor meer terug.
Tijdens de beeldenstorm van 1572 werden alle altaren
vernietigd en voor processies is in de Hervormde
Kerk geen plaats.
Wat echter niet wil zeggen, dat ook de gilde-organi
satie verdween. Integendeel. De gilden bleven en ook,
zij het in andere vormen en uitingen, het contact
met de Grote Kerk. En daarvan zijn tot op de huidige
dag in de Grote Kerk zelve nog steeds enkele be
wijzen voor handen.
De Grote Kerk is namelijk in het bezit van 4 prachtig
gegraveerde zilveren bekers, die bij elke viering van
het Heilig Avondmaal worden gebruikt. Ze zijn ge
schonken door het St. Nicolaas- of Kramersgilde in
het jaar 1648.
In het Rekeningboek van dit gilde wordt dit geschenk
als volgt verantwoord en dan weten we meteen de
zilversmid, die de bekers vervaardigde:
„a° 1648 Den 4 December
Gecoft en betaelt van Abraham Verschuyers SilverSmit
tot rotterdam vyer Silvere Bekers bedraegende tesaeme
met fatsoen 179. 5.
Blyckt by quytanty daer van zijnde welcke bekers zijn
vereert aende Heeren Kerckmeesters deesser stede
Schyedam ten dienste en gebruyck vant heylich Avontmael
des Heeren".
Op deze 4 bekers komen de wapens en namen voor
van: Gillis van der Eyck Deeken, Cornell's Besemer
Hooman, Jan Willemse de Wys Hooman, Sebastiaen
Pesser, Bartholomeus van Neck".
Precies een eeuw later in 1758 schonk het
Opreeders-gilde een gedreven zilveren doopstel, in
Lodewijk XV-stijl, aan de Grote Kerk. De rand van
het bekken, welks binnenkant verguld is, heeft een
versiering met rocaille-ornamenten, evenals de prach
tige doopkan, die bovendien een slechts aan de boven
kant bevestigd handvat heeft. Zowel op de kan als
op het bekken komt naast de wapens de volgende
inscriptie voor: „Tot dienst van den Heyligen Doop
gegeeve door den Heer Deken en Hooftmannen van het
Opreedersgilden aan de Sint Janskerk dezer Stad Schiedam,
1758. De Heer Corns Voogt Deken. Tobias van der Most
Ary de Zeeuw Ary Montfoort Het Waape van het Opree-
ders Gilde. Louwerens de Munnik Henderik Voogt Pieter
de Munnik. Pieter van Gilse fecit".
Op de achterkant van het bekken staat nog gegra
veerd: „Op den 12 November 1758 is door den Weleer
waarden Heer Cornell's Geisweit het eerste Doopsel uyt
dit bekke bedient aan Jacob Pieter, zoon van den Wel
Eedelen Gestrengen Heer Jan Jacob Mispelblom Beyer,
Heer van Zuyd Scharwoude en Vrouwe Petronella Jacoba
van Schagen, Egtelieden". Met een zilveren beugel
kon dit doopbekken aan het doophek worden beves-
tigd.
In het fragment rekeningboek van het Opreeders- j\
gilde 18e eeuw, vinden we in de rekening over 1758
de kosten van dit geschenk verantwoord:
„betaalt volgens quitansy aan De Heer Pieter van Gilse f
Van links naar rechts: De vier avondmaalsbekers van het Kramersgildehet doopbekken en de prachtige gedreven lampetkan van het Opreeders
gilde. (Foto Nico Vermeulen)