128
niet te vlug wordt gehoord. „Dat ben ik niet, edel
achtbare". „Wat, bent u Van Vliet niet?" „Ja, dat wel,
maar niet de twintigjarige Johanna Maria..."
„O, ja, dat zie ik, nee dan bent u een ander, wacht
maar even".
Het kantongerecht te Schiedam is een drukke be
doening; massa's verkeersovertreders vinden vrijwel
wekelijks de weg naar het monumentale gebouw aan
de Lange Haven. Zij zijn er meestal eerder uit dan
dat ze de goede weg hebben gevonden. Van het vooraf
zo sluitende verweer komt meestal niet veel terecht.
Later in de hal zegt men dikwijls nog verbaasd:
„Wat zei ie nou eigenlijk en niet zelden vraagt men
de medebezoeker: „Moet ik nou gaan zitten?" Dan
heeft men het woord hechtenis nog net gehoord,
maar het woord subsidiair niet uit de woorden
massa kunnen opvangen.
Ze gaan en komen, in lange, lange rijen. Ze verschil
len niet veel. De een vertrekt lachend omdat Mr. Cos
vijf gulden in mindering bracht op de eis van de
officier en de ander is nog boos. Maar ook hij krijgt
gemeenlijk niet de maximumboete. Een enkele keer
zijn substituut-officier Mr. J. L. F. van Moorsel, de
spitse scherprechter, en Mr. P. B. Cos, de humane
kantonrechter, werkelijk boos. Dan klinkt het com
mentaar als geselslagen. Dikwijls ook klinkt het vrij
spraak want ondanks het hoge tempo is er plaats
voor de rechtvaardigheid. Trucjes evenwel slagen
niet omdat de eerbiedwaardige heren dergelijke
handelingen al veel eerder hebben ontmoet. Daarom
is het Schiedamse kantongerecht, met alle zaal-
technische tekortkomingen, met het schijnbare ge
brek aan gastvrijheid, toch een sfeervol gebouw.
Goed, de routine en de slechte akoestiek stellen zoveel
eisen dat het verhaal luidt dat slechts die enkele
verslaggever het gehele woensdagritueel kan ver
staan. Dit gemis aan perfectie geeft het gebouw
echter het eigen karakter.
Toch maken de insiders moeilijke maanden door.
Er is veel veranderd in het oude gebouw. Rijks
gebouwendienst en Monumentenzorg zorgden voor
een rigoureuze vernieuwing van de zittingszaal. De
koperen balie maakte plaats voor een ultramodern
ornament van hout en staal. De voormalige balzaal
kreeg een geheel nieuwe parketvloer zonder het
indrukwekkende podium voor de magistraten. De
wanden zijn zo helder wit geschilderd dat de beeltenis
van H. M. Koningin Juliana in de nis achter des kanton
rechters zetel vaag te zien is. De kachel is vervangen
door gestroomlijnde haarden. Doch gelukkig zijn de
imponerende Napoleontische gobelins terug ge
komen ook al dragen de wanden nu een wat gewijzigd
dessin. De restauratie heeft enkele maanden geduurd,
de vernieuwing heeft een voorlopige deuk in het
decorum gebracht. Waar vroeger de zetels voor
advocaten, verbalisanten, pers, getuigen in een
eerbiedwaardige beslotenheid gevat werden door een
donkerhouten palissade is nu een merkwaardig
moderne openheid gekomen. Weg dat hekwerk, de
drie banken staan nu als verloren midden in de
vernieuwde zaal en het heeft tot gevolg dat verdachten
en verbalisanten, verslaggevers en verdedigers in
een democratische mengeling van het tekort aan zit
plaatsen bezit willen nemen. Dat gelukt nog niet goed,
daarom bezinnen deurwaarder P. C. van Duin en de
wachtmeesters zich op te nemen maatregelen. Het
moet nog wennen.
Peinzend spiegelt de plechtige gevel van het kantonge
recht zich in het water van de Lange Haven. De monumen
tale ingang blijft dicht voor bezoekers. Maar meen niet
dat hier recht wordt gedaan achter „gesloten deuren".
De zij-ingang immers is voor ieder toegankelijk.
Zo is het nu ook vreemd te moeten constateren dat
de notabele gestalte van de griffier Mr. O. W. Sipkes
niet meer ter linkerzijde van kantonrechter Mr.
P. B. Cos zetelt. Op dinsdagmiddag 31 juli heeft
Mr. Sipkes in een speciale terechtzitting afscheid ge
nomen. Ettelijke sprekers wezen voor Arrondissement,
voor het Kanton, voor de juristen, voor deurwaarders,
voor pers etc. op de betekenis van de scheidende
functionaris. Naast de hartelijke toespraken waren
er de cadeaus en de vriendelijke handdrukken gevolgd
door een drukbezochte receptie in de kamer van de
kantonrechter. De pensionering van Mr. Sipkes
brengt leegte in het stijlvolle gebouw. Aan de samen
werking van deze griffier met de kantonrechter, die
van 10 mei 1940 dateert, is een eind gekomen. Een
schier onverbrekelijk duo is verbroken. Ook de
sympathieke Mr. P. B. Cos zal het ambt gaan neer
leggen, zij het eerst over zeven jaar, maar alles duidt
er op dat het vernieuwde huis met nieuwe heren
mogelijk ook een nieuwe sfeer gaat krijgen.